Rechtszaak
Jehovah's Getuigen: Inval OM was onrechtmatig
De politie had het hoofdkantoor van de Jehovah’s Getuigen en de woningen van ouderlingen niet mogen binnenvallen. Dat betoogden de Jehovah’s Getuigen vrijdag via videoverbinding voor de rechtbank.
De in beslag genomen documenten van de ouderlingen vallen onder het verschoningsrecht, vinden zij.
Het Openbaar Ministerie doorzocht in november 2018 het hoofdkantoor in Emmen, een koninkrijkszaal in Assen en vier woningen van ouderlingen in Assen en Hoogezand. Volgens Michael van Ling, woordvoerder van de Jehovah’s Getuigen, waren de doorzoekingen respectloos en “zeer verontrustend” voor de gezinnen waar de agenten binnenvielen.
De politie was op zoek naar documenten van interne rechtszaken die als bewijs kunnen dienen in de negen aangiften van seksueel misbruik binnen de gemeenschap die het OM momenteel onderzoekt. Bij de invallen zijn documenten in beslag genomen. Het gaat om “gegevens over pastorale zorg van religieuze dienaren”, aldus van Ling.
Dat had volgens de Jehovah's Getuigen helemaal niet gemogen, en zou een schending zijn van het verschoningsrecht van religieuze dienaren en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De informatie van de ouderlingen is volgens hen beschermd door het verschoningsrecht, een beroepsgeheim voor onder anderen geestelijken, advocaten en artsen. Dat maakt de inval volgens de geloofsgemeenschap onrechtmatig.
De tweede keer in korte tijd
Het OM is het daar niet mee eens. De officier van justitie kan zich er ‘voorzichtig’ in vinden dat de ouderlingen onder het verschoningsrecht vallen, maar dat geldt niet voor het bestuur, zegt ze. Plus dat er zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn waardoor die informatie toch boven tafel moet komen, verschoningsrecht of niet.
De geloofsgemeenschap probeerde eerst haar gelijk te halen in een gesprek met het College van Procureurs-Generaal. Toen dat geen uitspraak wilde doen, stapten ze alsnog naar de rechter. Die moet nu bepalen of het verschoningsrecht ook voor de ouderlingen van de Jehovah’s Getuigen geldt en of het Openbaar Ministerie hun documenten in beslag mocht nemen of niet.
Als de geloofsgemeenschap gelijk krijgt van de rechter, betekent dat dat de inval onrechtmatig was. Gevolg daarvan zou zijn dat de in beslag genomen documenten niet mogen worden gebruikt als bewijs in de strafzaak tegen de misbruikverdachte. De rechtbank komt over vier weken met een uitspraak.
Het is de tweede keer in korte tijd dat de Getuigen hun gelijk proberen te halen bij de rechter. In januari probeerden ze middels een kort geding nog de publicatie van een wetenschappelijk onderzoek naar seksueel misbruik binnen de gemeenschap tegen te houden omdat dat volgens hen onjuist en lasterlijk zou zijn. De rechter ging daarin niet mee.
Lees ook:
Waarom de Jehovah’s Getuigen vol op het juridische orgel gaan
De Jehovahs Getuigen leggen zich onder geen voorwaarde neer bij de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek. Ze stappen opnieuw naar de rechter. Is er een verklaring voor hun reactie?
