Interview
‘Je bent heel lief, maar dat buikdansen is jouw minpunt’
In de interviewserie ‘De Appel en de Boom’ vertellen ouder en kind over de rol van de islam in hun leven. Hoe anders zijn ze? In deel twaalf: Jihane El Fahidi en haar vader Ahmed.
Om de grote handen van Ahmed El Fahidi is nog een handdoek gewikkeld als hij de woonkamer inkomt. Hij loopt even terug om die op het aanrecht te leggen. Dan geeft hij een hand, ter begroeting. Zijn andere hand legt hij er even bovenop. El Fahidi (73) stond nog te koken voor het bezoek, zijn dochter Jihane (41), die het ouderlijk huis in Breda aandoet.
Ze ging al jong naar Amsterdam, om actrice, presentatrice en buikdanseres te worden - dat laatste tegen de zin van haar vader. Op de grote hoekbank nemen ze plaats, vlak naast elkaar. Zij trapt een paar slofjes uit, en trekt haar knieën op tot aan haar kin, onder haar sweater door.
Ahmed begint te vertellen. In 1967 kwam hij naar Nederland, 'om te werken en te verdienen', achtereenvolgens in een steenfabriek, in de bouw, in een foliefabriek en een snoepfabriek. Mijmerend: "Zo anders was Nederland toen. Het sneeuwde nog weken aan een stuk. In een straat als deze, waar nu geen parkeerplek meer vrij is, stonden nog maar vier auto's. En de vrouwen zaten thuis, ook de Nederlandse."
Dat laatste weet Jihane nog goed, zegt ze. "Ik moest op de kleuterschool overblijven, met één ander meisje, Agnetha heette ze. Mama heeft, anders dan andere Marokkaanse moeders, altijd gewerkt, nu runt ze haar eigen bedrijf als pedicure."
Ahmed: "Tja, de meesten wilden niet dat hun vrouw zich in de fabriek tussen andere mannen begaf. Ik had dat niet zo. In de stad waar ik vandaan kom, Marrakech, werkten vrouwen ook. Als je uit een dorp komt, zoals de meeste Marokkanen, dan is het denken van mensen nu eenmaal beperkter, minder ontwikkeld.”
Jihane: "Mijn vader is heel feministisch. Daar ben ik trots op. Hij kookte toen ook al, deed het huishouden, kwam uit bed als wij een flesje moesten. Ik denk dat het komt omdat zijn vader vroeg is overleden, en hij is opgevoed door zijn moeder en zussen."
Ahmed: "Ik vind dat vrouwen en mannen gelijke rechten hebben. Mannen die zeggen: mijn vrouw moet een hoofddoek, of: mijn vrouw mag niet werken, vanwege de islam, die geloof ik niet. Ze willen dat gewoon voor zichzelf."
Bidden op school
Hun stemmen lopen in elkaar over: de zijne zacht en donker, de hare luid en helder. Toen zij nog klein was voerden ze al lange gesprekken met elkaar, zegt Jihane. "Hij vertelde me door wat hem als kind waren verteld. Uit de Koran: dezelfde mooie, spannende verhalen als in de Bijbel, die ik op de rooms-katholieke basisschool te horen kreeg. Daar baden we, en dan sloegen we ook een kruisje. Mijn ouders vonden dat prima, er was niets aan de hand. Tot klasgenootjes me er plots op wezen dat wij moslims waren, en zeiden: ik ga echt niet bidden.”
Ahmed: "Die kinderen hebben geen goede kennis van de islam, en maken dezelfde denkfout die terroristen maken. De Profeet Mohammed woonde ook samen met joden - dat ging heel goed. Maar nu zijn er over de hele wereld imams die zeggen dat je joden of christenen niet moet accepteren, omdat het ongelovigen zouden zijn. Wie zegt dat? Ze geloven ánders dan wij. Eigenlijk is er maar één verschil. Moslims zeggen: God heeft geen zoon. Christenen zeggen: Jezus is de zoon van God. Ik denk van niet. Maar ja, als iemand denkt van wel, wat maakt mij dat nou uit? Gaat de wereld dan ontploffen?"
Wees een goed mens
Jihane: "Ik bleef gewoon meebidden in de klas. Maar al kreeg ik mooie antwoorden van mijn ouders, over een God die liefde is, er kwam wel in verzet tegen wat ik buitenshuis zag van religie. Beperking, angst. Je mag dit niet: dan ga je naar de hel. Ik kreeg meer en meer vragen. Waarom ik moslim was, bijvoorbeeld. 'Dat waren je voorouders ook', was het antwoord. Maar daar klopte iets niet voor mij. En dat is nog zo. Ik voel dat er meer is, een kern, maar ik ben niet gelovig - dat vind ik een raar woord. Ik zeg liever: spiritueel."
Vader El Fahidi hoort het stilzwijgend aan, vanuit zijn hoek van de bank, tot Jihane is uitgepraat. Hij maakt een brommend geluid. Dan vervolgt ze: "Ik heb de basis meegekregen, en dat is: wees een goed mens. Zorg voor elkaar, en schaad niemand. Mijn ouders hebben niet altijd gebeden. Vijf maal daags bidden doen ze pas de laatste jaren. De ramadan deden we wel, maar papa had ploegendiensten in de fabriek."
Ahmed: "Ja, dan was het vasten in hartje zomer en had ik het geprobeerd, maar lukte het niet. Dus at ik, gewoon in de kantine. Toen kreeg ik kritiek van Marokkaanse collega's - terwijl zij stiekem op de wc aten, of zich ziek meldden. Maar dat doe ik niet - ik ben geen profiteur.”
Jihane: "Voor mijn vader was het iets tussen hem en God. Snap je? Als God er is, ziet hij je op de wc ook wel eten. En voor andere mensen hoef je je niet te verstoppen."
Ahmed: "Ja, je moest het wel durven tussen twintig Marokkanen."
Jihane: "Ik krijg soms de vraag: waarom ben jij zo anders, is dat niet kut voor je ouders? Dan zeg ik: Nee, dit is wat ik heb meegekregen.”
Ze kijkt naar haar vader, en aait over het witte pluchen kussentje wat tussen hen in ligt. "Dat is toch zo, papa?" Ahmed: "Ja, maar toch kijk jij er anders naar dan ik. Zoals ons lichaam vlees en brood nodig heeft, zo is het geloof goed voor onze geest. Kijk maar in landen waar men zegt dat religie allemaal onzin is. Daar is meer zelfmoord, meer depressiviteit."
Jihane: "Dat zegt hij omdat ik depressief ben geweest. Maar ik ben het met u eens hè? Bidden helpt, denk ik, net als yoga. Ik merk aan jullie, sinds jullie vijfmaal daags bidden, dat jullie veel meer innerlijke rust hebben.”
Ahmed: "Bidden is een verplichting. Maar ja, net als yoga geeft het rust. Daarom zou je het ook moeten doen. In de moskee is dat nog sterker. Thuis denk je onder het bidden nog aan van alles: Oh, wat moet ik deze maand nog aan belasting betalen, zou ik een boete hebben? Maar als je in een moskee komt dan is dat automatisch weg. Dan is alles bullshit."
Jihane: "Ik doe het op mijn manier, en ben daarmee bezig."
Ahmed: "Nou, dan is het toch goed?"
Van ziel tot ziel
Vader El Fahidi staat even op om in een pan te roeren. Terug op de bank richt hij zich tot Jihane. "Jij bent heel lief, je staat voor anderen klaar. En je bent zelfstandig, je wil alles zelf proberen. Daar ben ik trots op. Maar bij elk mens heb je plus- en minpunten. Bij jou is het minpunt dansen."
Jihane, half lachend, half huilend: "Ja, je bent nog nooit komen kijken. Dat vind ik heel jammer. Dat is mijn werk, nee, dat is mijn zijn!"
Ahmed: "De buikdanseres heeft in de geschiedenis een slechte naam."
Jihane: "Ze worden gezien als hoeren, bedoel je."
Ahmed: "Kijk, als iemand anders dit beroep heeft maakt het me niet uit. Maar een slechte naam, dat wil ik niet voor mijn dochter. Ik zou graag willen dat zij iets anders was. Een tv-presentatrice, of iets leuks: secretaresse, belastingadviseur. Maar niet dit.”
Jihane: "Okee, er zíjn buikdanseressen die strippers of halve hoeren zijn. Maar mijn liefde voor buikdansen komt juist doordat ik met mijn ouders naar Egyptische films keek waarin professionele buikdanseressen optraden. Ik wil laten zien dat buikdansen kunst is, waarmee je mensen in hun hart kunt raken. Ik heb overal ter wereld gedanst, maar nog nooit alleen voor mannen.”
Ahmed: "Maar ik wil niet zeggen dat jij slecht bent! Ik zeg alleen maar: de mensen vinden het een slecht beroep." Jihane: "Dat snap ik wel. Maar ik wil dat je ziet wat ik doe, en dat die mensen je niets meer kunnen schelen. Mama is wel komen kijken bij een theatervoorstelling. Vooraf heb ik wat uitgelegd: dat ik met een andere vrouw ben op het podium, dat zij topless gaat, en we wijn drinken, die we dan over onszelf heen gooien. Achteraf had ze alles begrepen! Ik zei: en dat naakt dan, vond je dat niet lastig? Nee, zei ze, dat zag ik niet eens meer. Dit is zo mooi aan kunst: je hebt geen taal meer nodig. Dat gaat van ziel tot ziel.”
Ahmed: "Kunst? Buikdansen? De mensen van nu, de eerste generatie Marokkanen, die zien het als schande, dat je met een blote buik op het podium staat. Misschien vinden de mensen dat over honderd jaar normaal. Maar nu niet."
Jihane: "Ik hoop eigenlijk dat mijn zoons generatie dat al normaal vindt."
Ahmed: "Maar je kunt mensen niet veranderen."
Jihane: "Ja daar zit wat in, maar ik probeer het toch."
Okee met God en het leven
Nog één dingetje, zegt Ahmed, friemelend aan het kussentje, "Sorry Jihane, maar het is echt zo, dat jij soms slechte woorden gebruikt. Jij had het net over iets wat 'kut' was. Dat hoort niet."
Jihane veert op, grist het kussentje uit de handen van haar vader, en slaat hem ermee op de buik: "Ja, maar jij zei net ook bullshit!"
Ahmed: "Dat heb ik van jou geleerd. Ik weet niet wat dat betekent, is dat niet goed?"
Door het lachen heen vertaalt Jihane het woord letterlijk in het Marokkaans, waarop Ahmed de schouders ophaalt, en zegt: "Ik dacht dat het gewoon onzin betekende."
Jihane: "Weet je wat ik mooi vind aan jou papa? Dat je nooit hebt geleefd vanuit angst voor God. Je bent okee met jezelf, en met God, en het leven."
Ahmed: "Ja, ik pak gewoon de belangrijkste dingen: Ik bid, ik steel niet, drink niet, en doe geen gekke dingen. Zeg ik een slecht woord, ga ik dan naar de hel? Welnee. Voor zulke kleine dingen is er altijd vergeving. Het geloof is simpel. Het is vrijheid."
Hoe belangrijk is religie voor jou?
Ahmed: Belangrijk
Jihane: Onbelangrijk
Hoe vaak ga je naar de moskee?
Ahmed: Soms, zo'n twee keer per jaar
Jihane: Nooit
Hoe vaak bid je?
Ahmed: Vijf keer per dag of vaker
Jihane: Elke dag
Lees je de Koran?
Ahmed: Nee
Jihane: Nee
Hoort een vrouw een hoofddoek te dragen?
Ahmed: Nee
Jihane: Nee
Drink je alcohol?
Ahmed: Nee
Jihane: Ja
Eet je varkensvlees?
Ahmed: Nee
Jihane: Nee
Vast je?
Ahmed: Ja
Jihane: Nee
In de interviewserie ‘De Appel en de Boom’ vertellen ouder en kind over de rol van de islam in hun leven. Hoe anders zijn ze? Lees hier eerdere afleveringen terug.