InterviewHenk Stenvers

Internationale doopsgezinden krijgen Nederlandse president: ‘Een vredeskerk moet anders met problemen omgaan dan andere kerken’

Henk Stenvers, op dit moment nog president-elect van het internationale ­bestuur van de doopsgezinden. Beeld Martijn Gijsbertsen
Henk Stenvers, op dit moment nog president-elect van het internationale ­bestuur van de doopsgezinden.Beeld Martijn Gijsbertsen

Hij zit al drie jaar in de wacht, en wegens ­corona worden het er vier. Maar in 2022 zal Henk Stenvers uit Naarden dan toch echt de nieuwe president worden van de wereldwijde organisatie van doopsgezinden, de Mennonite World Conference. Hij wordt de eerste Nederlander op die post.

Maaike van Houten

Stenvers, van oorsprong huisarts, was de afgelopen achttien jaar directeur van de Nederlandse doopsgezinden, een kleine geloofsgemeenschap van vijfduizend leden, drieduizend vrienden en ruim honderd gemeentes, in het algemeen van liberale, vrijzinnige snit. In 2018 droeg de wereldconferentie hem in Kenia voor, voor het voorzitterschap van het internationale bestuur van de doopsgezinden. Tot 2022 is hij president-elect, een titel die hij gemeen heeft met de aanstaande Amerikaanse president Joe Biden.

Menno Simons grondlegger van de doopsgezinden

De wortels van de doopsgezinden liggen in Zwitserland. In Nederland was de zestiende-eeuwse kerkhervormer Menno Simons de grondlegger. Vanuit Zwitserland en vanuit het Friese Witmarsum, waar ­Simons aanvankelijk werkte als ­katholiek priester, verspreidden de doopsgezinden zich over de wereld. Internationaal noemen ze zich – naar Menno Simons – mennonieten.

In zijn woonkamer vol met Afrikaanse kunst pakt Stenvers (66) twee foto’s van de internationale vergadering, die de latere geschiedenis perfect illustreren. De eerste is van de bijeenkomst in 1925 in Zwitserland. Er staan negentig mensen op, veelal mannen, allemaal wit en op leeftijd. De zeven vrouwen vormen weliswaar een forse minderheid, maar voor die tijd was het een unicum dat vrouwen een rol speelden in een kerkelijk bestuur. De doopsgezinden zijn met gelijkwaardigheid in Nederland altijd heel voorlijk geweest. Anna Zernike was de eerste vrouwelijke dominee in Nederland. Ze begon in 1911 in de doopsgezinde gemeente van Bovenknijpe, Friesland. En de doopsgezinden waren ook bij de eersten met het zegenen van homoseksuele relaties.

De foto van 2015 ziet er anders uit. Op deze wereldconferentie waren meer vrouwen. Maar het gezelschap dat bijeenkwam in Pennsylvania, was vooral veelkleurig. Dat tekent de ontwikkeling: via de Oekraïne en Rusland kwamen de mennonieten terecht in Paraguay en Brazilië. Amerikaanse en Canadese mennonieten zochten hun heil onder andere in Mexico.

Friese zendelingen gingen naar Indonesië om mensen te bekeren

Naast deze migratie zorgde de missie, de zending, ervoor dat doopsgezinden een internationale geloofsgemeenschap werden. Rond 1850 gingen Friese zendelingen naar Indonesië om mensen te bekeren, Noord- en Zuid-Amerikanen deden dat in Afrika en na de Tweede Wereldoorlog in India. Wereldwijd zijn er nu zo’n 2,1 miljoen mennonieten, sinds 2006 zijn er meer op het zuidelijk dan op het noordelijk halfrond. In Afrika en India zijn mennonieten vaak arm, in Amerika en Europa horen ze door de bank genomen tot de betere middenklasse, aldus Stenvers, die voor Nederland verwijst naar de vaak doopsgezinde Amsterdamse regenten en handelaren in de gouden eeuw.

Op de foto van 2015 valt nog iets op. Het is een beeld van een viering en sommige van de aanwezigen hebben hun handen in de lucht. Die manier van geloofsbeleving is in Nederland vooral te vinden in evangelische kringen. “Je kunt rustig zeggen dat doopsgezinden in het zuiden veel evangelicaler zijn dan wij”, zegt Stenvers. “En daar is niks mee. We zijn een diverse club, er zijn verschillende manieren waarop mensen het geloof beleven en uitdragen. Dat wordt erg bepaald door de context.”

Nederlandse geloofsgenoten moet hij daar nog weleens op wijzen. Hij hoort wel dat zij het maar gek vinden, vieringen met alleen trommels en luide zang. “Wat is daar nou doopsgezind aan?”, vragen de mensen hier – maar dan zegt hij dat hun norm niet de enige is en ook niet altijd de beste.

Homoseksualiteit is ‘ingewikkeld’

Die internationalisering brengt ook met zich mee dat dingen die voor Nederlandse doopsgezinden gewoon zijn, bij geloofsgenoten in andere landen gevoelig liggen. Homoseksualiteit en vrouwen op de kansel zijn daar twee sprekende voorbeelden van. Noord-Amerika vertegenwoordigt het hele spectrum, zegt Stenvers, van conservatief tot net zo progressief als de Nederlanders. In Afrika en India zijn vrouwelijke theologen volgens hem in opmars, maar met name bij de Afrikaanse mennonieten is homoseksualiteit ‘ingewikkeld’. “We hebben geprobeerd een protocol op te stellen om over deze kwesties te spreken zonder dat het uitloopt op scheidingen, maar de wereldvergadering heeft gezegd: we willen geen protocol, we willen er op persoonlijk niveau over spreken.”

Dat is de nieuwe president uit het hart gegrepen, ook al omdat hij waar ook ter wereld altijd ‘een zekere gemeenschap’ herkent bij zijn geloofsgenoten. Er zijn voor de lokale gemeenschap, vrede, gelijkheid. Op papier worden al die mennonieten verbonden door de zeven overtuigingen. Dat God de Vader is, de zoon en de heilige geest, onder andere, dat mensen in hun gemeenschap verantwoordelijkheid hebben voor elkaar, dat de Bijbel als autoriteit geldt. Stenvers: “We hebben een positief beeld van mensen. De Bijbel is niet een last die op je drukt, maar het fundament waarop je mag staan. Daarin vinden we elkaar.”

Als president wil Stenvers dat de wereldvergadering een plek blijft ‘waar mensen met elkaar spreken zonder elkaar af te wijzen.’ “Dat is best ingewikkeld, maar als je elkaar verkettert, kom je nooit verder. Je hoeft niet alles over je kant te laten gaan, maar we kunnen wel met respect met elkaar spreken. Als je pretendeert een vredeskerk te zijn, zou je met die problemen anders om moeten gaan dan andere kerken.”

Geweldloze geloofsgemeenschap

De algemene doopsgezinde sociëteit heeft geen landelijke synode, plaatselijke kerken zijn zelfstandig. De ruim honderd gemeenten hebben in het algemeen een liberale inslag, maar ze kunnen variëren van zeer vrijzinnig tot redelijk evangelicaal. Leden worden er niet als baby gedoopt, maar ze laten zich pas dopen als ze daar zelf voor kiezen. In de volksmond heet dat volwassenendoop, maar Stenvers noemt het liever een gelovigendoop. De geloofsbelijdenis om officieel lid te worden schrijven de leden zelf. De geloofsgemeenschap wil geweldloos zijn, wat politiek gesproken vaak wordt vertaald in pacifisme.

Lees ook:

Kerken weer ten strijde tegen kernwapens

In een sfeer van eensgezindheid, roepen achttien kerken met een achterban van miljoenen gelovigen, de regering op werk te maken van een kernwapenvrije wereld.

Mennonieten uit Ohio gaan voor in Haagse Bethelkapel

Een kerkganger uit Ohio las vorige maand in de New York Times over het kerkasiel in Den Haag, een van de vele publicaties in de buitenlandse media over de onafgebroken Haagse kerkdienst om de uitgeprocedeerde familie Tamrazyan te steunen. Hij sloeg er onmiddellijk op aan.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden