Recensie

In de pastorie groeiden wij op tot romantici

null Beeld RV
Beeld RV

Predikanten en hun gezinnen woonden, zeker in Noord-Nederland, op lommerrijke buitenplaatsen. Nikolaj Bijleveld deed onderzoek naar de protestantse pastorie. Het leverde een fraai boek op.

Monica Soeting

Mijn vader was dominee. Hij werd dat vanwege zijn geloof (hoewel dat ging tanen toen hij ouder werd), maar vooral ook omdat hij een romantische blik op het leven in de pastorie had. In 1961 legde hij het kerkelijk examen aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam af. Toen hij een jaar later een beroep naar het Groningse Noordbroek kreeg, werd zijn droom werkelijkheid.

De hervormde kerk daar was precies wat mijn vader zich had voorgesteld: een oud verweerd gebouw, omgeven door een kerkhof met scheefstaande grafstenen en treurwilgen. Het orgel was gemaakt door de beroemde Arp Schnitger. Mijn vader bekwaamde zich onmiddellijk in het organiseren van tentoonstellingen, concerten en voordrachten. De Franse organiste Marie-Claire Alain bespeelde de orgelpedalen met naaldhakken aan en de dichter Muus Jacobse declameerde gedichten in onze achterkamer.

Ook de pastorie voldeed aan de voorstellingen van mijn vader, en van mijn moeder, die niet minder romantisch was. Een kast van een 19de-eeuws huis, compleet met serre, bedsteden, koetshuis, stallen, moestuin en een park met vijver. Hier kreeg mijn vader een eigen studeerkamer waar hij een bibliotheek inrichtte met boeken die hij vaker wel dan niet op de pof kocht. Dat er onvoldoende kachels waren en dat een echte badkamer ontbrak deerde mijn ouders niet. Ons kinderen trouwens ook niet. Wij hadden een eigen speelkamer, het park als speelterrein en een reusachtige zolder waar we oude spullen van vroegere bewoners vonden. De Noordbroekster pastorie werd ons paradijs, ons ijkpunt voor alle latere woningen. Ook wij werden romantici.

Wij waren niet de enigen. In ‘De protestantse pastorie in Noord-Nederland’, een schitterend geïllustreerde ode aan de pastorie, waarin letterlijk en figuurlijk alle kanten van de pastorie worden belicht, staat te lezen hoe predikanten en hun gezinnen in de eeuwen na de Reformatie meer en meer tot de culturele elite gingen horen, vooral in de 19de eeuw, de periode van de Romantiek. Dit was aan hun behuizing af te zien, vooral in het noorden van Nederland. In een grondig onderbouwd artikel vertelt Albert Reinstra hoe de pastorieën zich daar van middeleeuwse halve boerderijen ontwikkelden tot buitenplaatsen, inclusief goed geëquipeerde studeerkamers en tuinen met theekoepels. Reinstra wijst er echter ook op dat veel van deze oude pastorieën sinds de Tweede Wereldoorlog zijn verkocht. Huidige dominees en hun gezinnen wonen daarom steeds vaker in pastorieën die zich, zoals Reinstra het uitdrukt, ‘in de roemloze gedaante van een rijtjeswoning in een nieuwbouwwijk’ vermommen.

Spotprijs

De protestantse pastorie was veel meer dan een plaats waar mannen zich als schriftgeleerden en muziekliefhebbers konden uitleven. Nikolaj Bijleveld noemt de pastorie een centrum van volksopvoeding. Mirjam de Baar benadrukt dat veel domineesvrouwen en -dochters zich in de pastorie als auteur konden ontwikkelen. Het beroemdste voorbeeld is Betje Wolff, maar De Baar noemt vele andere vrouwen, zoals Petronella Moens en Keetje Hooijer-Bruins. De Baar betreurt de teloorgang van de pastorie, omdat daarmee ook het ‘werkterrein van de vrouw aan belang heeft ingeboet’. Daartegenover staat dat vrouwen sinds het begin van de 20ste eeuw zelf het ambt kunnen bekleden, hoewel ze pas vanaf 1977 ook na hun huwelijk op de preekstoel mogen staan.

Toch overheerst in ‘De protestantse pastorie’ het besef dat de pastorie verdwijnt en daarmee haar functie voor de gemeenschap. Vooral kleine dorpsgemeenten kunnen zich geen predikant met pastorie meer veroorloven. Dat laatste gold ook voor Noordbroek. Mijn vader was er de laatste hervormde predikant. De pastorie werd verkocht, al in de jaren zeventig. Tegen een spotprijs, maar voor het traktement van mijn vader te hoog. Het huis belandde in minder romantische handen. De serre verdween, net als de moestuin. Een groot deel van de bomen en beukenhagen werd gekapt en de voortuin veranderde van een glorieuze landschapstuin in een aangeharkt sierparkje. De Noordbroekster pastorie is de pastorie niet meer. Mijn zussen en ik besloten er nooit meer naartoe te gaan, tenzij we er zelf weer kunnen wonen. “Als plaats van herinnering, herdenking of nostalgie”, troost echter David Bos, “staat ‘de pastorie’ nog altijd als een huis.” Zo ook, gelukkig maar, die van Noordbroek.

De protestantse pastorie in Noord- Nederland. Vijf eeuwen wonen en werken; Nikolaj Bijleveld en Justin Kroesen (red.); Noordboek; 247 blz.

Oordeel

Ode aan de pastorie, schitterend geïllustreerd

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden