De Nieuwe Bijbelvertaling ligt vanaf vandaag in de winkel. De hoofdletter in de verwijzingen naar God, Jezus en de Heilige Geest keert terug. ‘We hadden het niet verwacht, maar die hoofdletter is dus juist eigentijds’, zegt Karin van den Broeke.
Een vertaling kan de inhoud van een boek niet veranderen - de Bijbel blijft de Bijbel. Maar een vertaling kan zowel enthousiasme als grote ergernis oproepen, weet Karin van den Broeke. Ze is voorzitter van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG), dat vandaag aan de koning de opvolger van de Nieuwe Bijbelvertaling overhandigt: de NBV21.
Zelf heeft ze al een proefexemplaar in huis. Die staat in de boekenkast in haar nieuwe, duurzame woning in het Zeeuwse Kortgene waar ze tot voor kort predikant was. Als eerste ging Van den Broeke naar het bijbelboek Ruth, het verhaal van een vluchteling die trouwt met Boaz, een rijke boer. In het Hebreeuws worden Ruth en Boaz getypeerd met hetzelfde woord.
Maar in de bijbelvertaling van 1951 wordt dat bij Boaz vertaald met vermogend, en bij Ruth met deugdzaam. “Ik heb het altijd verschrikkelijk gevonden dat hetzelfde woord zo verschillend wordt weergegeven als het naar een man of naar een vrouw verwijst”, zegt Van den Broeke. “Dat was voor mij een groot struikelblok bij het lezen van dat verhaal.”
Karin van den Broeke (1963) groeide op in Zeeland. Naast haar predikantschappen in Kruiningen, Leiden (studentenpastor) en tot voor kort op Noord-Beveland, was ze lid van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland. In 2013 werd ze gekozen tot de eerste vrouwelijke preses. Ze zit sinds 2016 in het dagelijks bestuur van de Wereldraad van Kerken en is sinds 2018 voorzitter van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Van den Broeke was tot deze week lid van de Zeeuwse Provinciale Staten voor het CDA. Sinds begin deze maand is ze bij het dienstencentrum van de PKN programmaleider bij Kerk in Actie, de diaconale poot van de PKN.
In de nu voorlaatste vertaling, uit 2004, is de formulering aangepast. Boaz wordt belangrijk genoemd, en Ruth bijzonder. Zonder meer een verbetering, zegt Van den Broeke. Maar het verschil bleef. De vertalers van de NBV21 keken nog eens goed naar de grondtekst. Uit het gebruik van hetzelfde woord in het Hebreeuws kun je afleiden dat Ruth en Boaz aan elkaar gewaagd zijn, aldus de NBG-voorzitter. In lijn daarmee heeft het vertaalteam er in beide gevallen ‘moedig’ van gemaakt. Van den Broeke zag het op papier en zegt: “Ik vind het heel mooi om dat nu zo te zien staan”.
De 58-jarige voorzitter ziet de jongste vertaalvrucht van het bijbelgenootschap als de voltooiing van het vertaalproces, dat voor 2004 is begonnen. Van den Broeke: “Ik keek destijds echt uit naar de nieuwe vertaling. Die van 1951 voldeed niet meer. Je wilt dat iedereen de Bijbel kan lezen. Voor mensen die niet stevig in de christelijke traditie staan, was het taalgebruik te moeilijk. De vertaling van 2004 was baanbrekend. De taal is eigentijds en er is nadrukkelijk de keuze gemaakt om recht te doen aan de grondtaal, het Hebreeuws en het Grieks. Ook literair sluit die daarbij aan, poëzie is als poëzie weergegeven.”
Waarom komt er dan toch zo snel na 2004 alweer een nieuwe vertaling?
“Die vertaling was een doorbraak, er veranderde veel. Dat leverde natuurlijk reacties op. Toen al heeft het NBG gezegd: we luisteren naar die geluiden en we komen met een herziening. Het is eigenlijk heel mooi: we zijn geen commerciële instelling die zoveel mogelijk geld moet opleveren. We willen dienstbaar zijn aan kerk en samenleving, en dus met een zo goed mogelijke vertaling komen.
We zijn nu zeventien jaar verder, en dat is gebeurd. De radicale keuzes uit 2004 zijn gehandhaafd. Maar we hebben destijds ook dingen gemist, die nu op een slimme manier zijn verwerkt. Er zijn veel kleine aanpassingen, woorden die in onbruik zijn geraakt zijn veranderd. Aalmoes bijvoorbeeld, jongeren weten niet meer wat dat is. Zo zijn er meer woorden vervangen door begrijpelijker taal. De onderlinge consistentie is groter geworden. Het geheel is beter, scherper, en krachtiger.”
Hoe belangrijk begrijpelijk taalgebruik is, weet Van den Broeke uit eigen ervaring. Ze groeide thuis niet op met de Bijbel. Ze kende de verhalen hoogstens van haar oma, die op de boerderij in het Zeeuws-Vlaamse Axel de kleine Karin voorlas. Of eigenlijk: verhalen vertelde aan de hand van plaatjes. Ze heeft er een ‘heel warm gevoel’ voor de Bijbel aan overgehouden.
In haar studententijd kwam ze opnieuw in aanraking met de Bijbel. Via een vriend ging ze catechisatie - zeg maar geloofsles - volgen bij Carel ter Linden, de onofficiële hofpredikant die de bijbelverhalen als bron ziet van geloofs- en levensvragen. Dat inspireerde haar, zozeer dat ze van rechten overstapte naar theologie.
Bij haar thuis ligt de Bijbel altijd binnen handbereik. Niet meer om na het eten uit te lezen, zoals het gezin een tijdje deed toen de kinderen nog in huis waren. Nu proberen haar man en zij wel aan het eind van de avond een stukje uit Bijbel in een jaar te lezen. En daarvoor gebruiken ze sinds een paar weken teksten uit de NBV21.
Van lezers van de Bijbel kreeg het NBG de afgelopen jaren duizenden reacties, en 3500 voorstellen voor verandering. Het vertaalteam heeft die gebruikt bij haar werk. Is de NBV21 daarmee een polderbijbel geworden?
“Nee, dat suggereert dat het een beetje van dit en een beetje van dat was, en dat we in het midden zijn uitgekomen. Het is ook niet zo dat de meeste stemmen gelden. Een team van deskundigen heeft de reacties bekeken en een keuze gemaakt om de vertaling nog verder te verbeteren. Ik zou het ook geen inspraak willen noemen. Inbreng zou ik liever willen zeggen, het is wisdom of the crowd.”
De meeste kritiek was er op het loslaten van de hoofdletter in verwijzingen naar God, Jezus en de Heilige Geest, Hij werd in 2004 hij. Dat wordt nu weer teruggedraaid, hij wordt weer Hij, net als in de vertaling van 1951. Heeft u als bestuur inbreng in die discussie gehad?
“Toen ik in 2017 in het bestuur kwam, was dit punt al gepasseerd. Maar ik weet wel dat het bestuur erachter stond, het is een NBG-breed besluit geweest.”
En staat u erachter? Gelet op uw kritiek op de stereotype vertaling in het boek Ruth, heeft u misschien ook moeite met die hoofdletters?
“Haha, nee, dat is niet zo. Een van de uitgesproken keuzes van 2004 was om de verwijswoorden niet meer met een hoofdletter te schrijven. De vertalers lazen de tijdgeest toen zo, dat die hoofdletter in onbruik zou raken. We zijn tot de ontdekking gekomen dat dat niet zo is.
In 2013 is die discussie er ook geweest bij het Liedboek, daar is de hoofdletter gebleven. Het vertaalteam heeft met de samenstellers gesproken en ook de makers van het Groene Boekje geraadpleegd. Zij zeiden: je wilt duidelijk hebben dat je naar God verwijst, en dat doe je met eerbied, dus met een hoofdletter. Het past niet in het taalgebruik om dat niet te doen.
Overal is de hoofdletter voor verwijzingen naar God gebleven. Het zou vreemd zijn als een groot deel van de kerk, tegen alle cultuur in, de hoofdletter blijvend niet meer zou gebruiken. We hadden het niet verwacht, maar die hoofdletter is dus juist eigentijds.”
De hoofdletter komt er weer in, terwijl er in de samenleving juist wordt gediscussieerd over gender; de strikte indeling in mannen en vrouwen ligt onder vuur, bij de Hema zijn geen aparte babykleertjes meer voor meisjes en jongens. Kan het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap die ontwikkeling zomaar negeren?
“Dat is een grappige vraag. Is Hij mannelijker dan hij, benadruk je daarmee het idee dat God een man is? Ik kom zelf uit de feministische theologie. Toen ik studentenpastor was, gebruikte ik bij de zegen afwisselend hij en zij, maar nu vind ik het niet meer gepast om aan het eind van de dienst zo’n bom te droppen zonder dat mensen iets terug kunnen zeggen.
Ik ben er wel altijd voorstander van geweest om verschillende godsbeelden te gebruiken, niet alleen God als vader, of als man. Maar dat is iets anders dan dat je in de basisvertaling ‘zij’ gebruikt. God is taalkundig een mannelijk woord en daar kun je dus geen zij voor gebruiken. Je moet in de vertaling niet meer leggen dan de taal van je vraagt.”
Maar de vraag is dus of dat mannelijke en het idee dat God een man is, wordt versterkt door die hoofdletter Hij.
“De vraag is niet of je dat benadrukt, maar of het helder is of je naar God verwijst of naar een ander. Daar gaan de eerbiedskapitalen over, die verwarring moeten we juist willen uitsluiten.”
De nieuwe Bijbel heet NBV21, het moet de Bijbel zijn voor deze eeuw. Wordt daarmee elke weg naar een nieuwe versie afgesloten?
“We vonden het mooi om te zeggen: deze vertaling komt uit in 2021 en het is de bijbelvertaling voor deze eeuw. Helemaal in de toekomst kun je niet kijken, taal blijft zich ontwikkelen en waar we in 2070 staan, weten we niet. Maar met de NBV21 is de vertaalslag van 2004 voltooid. Het NBG vraagt zich niet af wat het volgende vertaalproject wordt. Nu steeds minder mensen naar de kerk gaan, gaat het er ook om hoe je de mensen zover krijgt de Bijbel open te slaan en te verstaan.”
En, heeft u een idee?
“We horen best vaak dat mensen de Bijbel helemaal willen gaan lezen. Als je dat onbegeleid en zonder kader doet, is dat best pittig. Hele stukken, ik denk aan Leviticus, zijn onbegrijpelijk zonder context. Ik was destijds blij met Carel ter Linden en de andere catechisanten. Het is wel nodig om de Bijbel samen met anderen te lezen.”
Nu u deze nieuwe Bijbel heeft, gaat de oude bijbel bij het oud papier?
“Nee, ik laat hem in de kast staan. Maar ik ben blij dat de NBV21 ernaast staat, dat wordt mijn hoofdbijbel om te gebruiken. Maar ik zeg altijd tegen mensen: je hebt jaren plezier gehad van je oude Bijbel, je hebt hem niet voor niks gekocht.”
Wat zijn de belangrijkste aanpassingen?
De afgelopen vier jaar zijn tien vertalers van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap aan de slag gegaan met in totaal 12.000 aanpassingen van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. De grootste vertaalslag naar modern Nederlands is destijds gemaakt, nu zijn nog een aantal in onbruik geraakte woorden vervangen. Aalmoes is bijvoorbeeld gift uit dankbaarheid geworden, legerstee is nu een bed, broers hebben niet langer zusters, maar zussen. Nieuwe archeologische inzichten hebben geleid tot vervanging van drank door bier; dat bleek er in bijbelse tijden ook al te zijn. En bij verwijzingen naar God, Jezus en de Heilige Geest wordt hij niet langer met een kleine, maar weer met een hoofdletter geschreven. Daarnaast zijn tal van kleinere aanpassingen doorgevoerd, waardoor het geheel volgens de vertalers consistenter, krachtiger en scherper is geworden.
Lees ook:
De meest gestelde vragen over de nieuwe Bijbelvertaling
Volgende week verschijnt de NBV21, de herziening van de Nieuwe Bijbelvertaling. Achttien vragen en antwoorden over de Bijbel en Bijbelvertalingen.