Zin in het alledaagse
‘Ik zie mijn leven als een antwoord op de leegte’
Welk verhaal geeft uw leven zin? In deze reeks vertellen Trouw-lezers hun zingevingsverhalen. Vandaag: Thom Geurts (62). ‘De leegte hoort bij me, het is een onderdeel van wie ik ben.’
Toen ik vijfentwintig werd, kreeg ik van mijn moeder een oude Succes Agenda, zo’n leren agenda met een kliksysteem, zodat je jaarlijks een nieuwe vulling kon kopen. Al het nieuwe in een vertrouwd bandje. Het was de agenda van mijn vader. In de ring het jaar 1956. Mijn geboortejaar. Toen mijn moeder me de agenda gaf, durfde ik hem niet open te maken. Ik wachtte tot ik alleen was.
Ik was het enig kind uit het prille huwelijk van mijn ouders, dat duurde tot ik krap een jaar oud was. Toen overleed mijn vader. Mijn moeder en ik zijn teruggegaan naar haar ouders. Zij ging werken, overdag zorgden mijn opa en oma voor mij.
Na drie jaar is mijn moeder hertrouwd. Dat huwelijk werd een mislukking, die duurde tot het overlijden van mijn stiefvader vijfentwintig jaar later. Hij had in de oorlog littekens opgelopen, die het hem onmogelijk maakten met kinderen om te gaan. En met alles wat onvoorspelbaar is. Hij was een autoritair persoon met gewelddadige trekken. Mijn jeugd, totdat ik als achttienjarige het huis ontvluchtte, is één grote oorlog geweest met die man.
Dagelijkse strijd
Af en toe kwam die crisis met geweld tot ontlading. Wanneer ik ’s zondags naar de kerk moest bijvoorbeeld. Of als ik tijdens de mis het protocol van het misboekje weigerde te volgen: zitten, staan, knielen, zingen, zwijgen, teksten opzeggen, schuld ervaren, luisteren, buigen. Alles in een vast patroon.
Of met de boeken die ik van de weeromstuit op mijn kamer in een boekenkastje verzamelde. Op de middelbare school had ik al vroeg de filosofie ontdekt, Feuerbach en Marx. Later Marcuse en Sartre. En mijn lieveling Camus. Ik begreep natuurlijk niet alles, maar het waren mijn maatjes. Ook Jan Wolkers en Mao stonden in dat kastje. Allemaal teksten waarmee ik me wapende om mijn stiefvader op zijn eigen ideologisch terrein, zijn autoritaire gehoorzaamheidsgeloof, te verslaan.
De avondmaaltijd was ons dagelijkse strijdperk. Liep een discussie te hoog op, dan rende hij naar mijn kamer voor een boekenzuivering. Ik heb nog steeds het exemplaar van Jan Wolkers Serpentina’s Petticoat met afgescheurde omslag. Het was eenzaam. Ik schaamde me te veel om dit met vrienden te delen.
Behalve de stemmen uit mijn boeken, was er de herinnering aan mijn opa – hij overleed toen ik 23 was. Hij had me geleerd wat veiligheid was, aandacht, warmte, liefde. Ik zweefde als het ware tussen de harde realiteit van het gezin en de warme herinneringen aan mijn opa, die me op de been hielden. Ik leefde wel in dat gezin, maar ik was er niet van. Waar ik wel van was, dat was leeg. Van mijn vader wist ik alleen van horen zeggen, en wat ik hoorde ging voor mijn gevoel over een vreemde.
Gemis
Over die leegte hoopte ik iets te weten te komen via de agenda. De eerste pagina’s bevatten adresgegevens in het handschrift van mijn vader. Ik was veel meer benieuwd naar wat er op 5 september stond geschreven, de dag van mijn geboorte. Wat zou die voor hem hebben betekend? Ik bladerde naar die datum. Leeg… Helemaal leeg. Niet zomaar leeg maar oogverblindend leeg. Ik schrok en kreeg het koud. Onmiddellijk ervoer ik die leegte als een indringend gemis.
Ik ben die leegte in de loop van de jaren steeds meer als een opdracht gaan zien. Niet om te ontdekken wie mijn vader was en als een soort historicus van je eigen leven de witte vlekken van je persoonlijke geschiedenis in te vullen. Dat zou een stoplap zijn, waarmee ik die leegte alleen maar zou bestrijden in plaats van in het gezicht te zien. Ik besefte dat die leegte veel meer is dan een gebrek aan kennis. Dat die leegte bij me hoort, een onderdeel is van wie ik ben.
Dit ervaar ik als religie of als zingeving: het ontzag voor leegte. Het gaat om de weigering het uiteindelijk te willen, moeten of kunnen begrijpen. Begrijpen is letterlijk: ergens je grijpende hand op leggen, iets in je macht brengen. Bij leegte gaat dat niet. Dan ontsnapt het.
Antwoord
Ik zie mijn leven als een antwoord op de leegte, niet als een opvulling ervan. Als je leegte opvult, is die verdrongen. Als je er een antwoord op geeft, blijft hij, als iemand die tegenover me zit. Ik geef antwoord en daarin bevestig ik dat die persoon er is. Ik wis haar met het antwoord niet uit. Integendeel. Ik vind dit van beslissend belang voor het bestaan en voortbestaan van religie of zingeving in onze ingewikkelde tijd.
De cultuur achter de markteconomie is een leefstijl, waarin we greep willen houden op onze omgeving; ons leven als iets maakbaars zien, waarin we de leegte ontwijken en bezweren met dingen die we kunnen kopen. Zoiets fouts zit ook in het woord zingeving. Als je niet uitkijkt, trekt dit woord je in de verkeerde houding: alsof je zin in eigen hand hebt. Zin als iets maakbaars. Zonder notie van de ontmoeting met leegte die aan zingeving voorafgaat.
Ik vecht ervoor om de vraag naar zin open te houden door het geheim, de leegte die er onder ligt, intact te laten en niet te bezweren. Ik ben erg beducht voor fixatie van religie. Het bestrijden van de leegte, die er de bron van is, door van religie een antwoordsysteem te maken. Zo deed mijn stiefvader dat ook: religie als een verlossend antwoord op kwellende vragen.
Wat religie is, toont zich in het lef om met lege handen te staan.
Heeft u ook een zingevingsverhaal te vertellen en wilt u dat delen? Mail dan naar: zingeving@trouw.nl.
Lees ook: In de verhalenreeks ‘Zin in het alledaagse’ vertellen Trouw-lezers hoe ze zin geven aan hun bestaan.
Andere afleveringen leest u hier terug.
Lees ook: Zingeving? Dat kan ook als clown. ‘Een clown mag haar impulsen volgen’
‘Een clown mag haar impulsen volgen, doen wat in haar hart leeft. En alles wat er is, is goed. Alles wat ik voel, is goed en mag er zijn’, zegt Rian van den Brand (60).