ZIN IN HET ALLEDAAGSE
‘Ik was iemand die nooit ruzie maakte. Maar de allemansvriend bestond niet meer’
Welk verhaal geeft uw leven zin? In deze reeks vertellen Trouw-lezers hun zingevingsverhalen. Vandaag: Simeon Karsten (32). ‘In die goedkope discotheek voelde ik plotseling dat het plezier geveinsd was, de verhalen nep waren.’
Ik wilde alles uit mijn studie halen. Daarom besloot ik mee te doen aan een uitwisselingsprogramma. Niet naar het Oosten, waarop ik destijds erg gefixeerd was, maar naar het harde Westen. Naar Chicago, een grote, rauwe stad waar ik mijn grootse Amerika-ervaring het beste zou kunnen opdoen. Ik wilde niet kiezen voor het vertrouwde, maar mijn horizon verbreden en mijzelf uitdagen.
“Ik was er alleen, terwijl ik in Nederland sterk ingebed ben in mijn sociale omgeving, mijn familie, mijn vrienden. Mijn sociale technieken kwamen nu uitstekend van pas. Ik maakte snel veel vrienden en ik werd een gewaardeerd onderdeel van een feestcultuur.
“Op een avond gingen we uit. We dronken een biertje in een halflege kroeg, een soort foute discotheek, donker, met wat goedkope lichtflitsen. Echt leuk was het er niet. Maar de sfeer tussen de studenten was: het móet leuk zijn. Dus begonnen we bier te drinken, mee te zingen, sterke verhalen te vertellen over feestjes, concerten waar we geweest waren.
“Opeens verdween elke verbinding. Ik kon niet meer dansen op de muziek. Het lukte me niet meer te doen alsof, niet meer te handelen zoals van mij verwacht werd.
“Even dacht ik dat ik ziek werd. Het was geen griep of verkoudheid, het was eenzaamheid. Ik voelde plotseling dat het plezier geveinsd was, de verhalen nep waren. Mijn hele lichaam zag opeens de wereld anders. Zwaarte in mijn benen, verdriet in mijn keel, de behoefte om alleen te zijn,te vluchten. Ik dácht niet alleen dat de dingen om mij heen leeg waren, mijn lichaam was de bron van dat gevoel.
“Dat had ik nog nooit meegemaakt. Ik stond juist bekend als iemand die makkelijk contact legde, die het altijd leuk maakte, ongeacht het gezelschap. En nu viel de connectie weg, ik wilde me alleen maar terugtrekken.
“Ik koos er die avond voor naar huis te gaan. Niemand had door hoe ik mij voelde; er was tenminste niemand die er vragen over stelde. Zulke eerlijkheid zou ook niet bij de groep gepast hebben waarvan ik deel uitmaakte.”
Bodem weggeslagen
“Vanaf dat moment leek de bodem onder mijn sociale constructie weggeslagen. Ik had een beeld van mezelf als iemand die altijd gezellig was, nooit ruzie maakte, nooit boos was, nooit hoefde te zeggen dat hij iets niet leuk vond. Dat beeld was in duigen gevallen: de allemansvriend bestond ineens niet meer.
“In Amerika werd ik eenzamer en depressiever. Vaak zat ik alleen in mijn kamer omdat ik mij zo moe voelde. Daar voelde ik me juist steeds zwaarder en zwaarder worden. Kleine uitstapjes naar de hamburgertent leverden niet veel op, waarna ik vaak weer terug schuifelde naar mijn kamer. Studeren deed ik wel veel, in de bibliotheek, maar ook daar bleven de warme contacten, die ik volgens mij juist zo nodig had, uit. Ik kwam in een neerwaartse spiraal terecht: hoe leger ik werd, hoe moeilijker het werd om sociale contacten op te doen en hoe minder sociale contacten ik had, hoe leger ik me voelde.
“Terug in Nederland kreeg ik een echte depressie. Tenminste, dankzij de therapie begreep ik toen pas wat er met mij aan de hand was en herkende ik symptomen die in de VS al zichtbaar waren. In Nederland werd de depressie wel heftiger.
“Nu, terugkijkend, denk ik dat ik vóór mijn bezoek aan die slechte discotheek zo vormbaar was dat er niets eigenzinnigs aan mij was. Ik was niet eerlijk naar mezelf. Zelfs als mensen mij beledigden, kon ik daar nog vriendelijk mee omgaan, want zo was ik toch?
“Vanaf dat moment ben ik eigenzinniger geworden, meer mijzelf geworden. Daarom beschouw ik die uren in de discotheek nu als heel erg zinvol, ze waren een kantelpunt in mijn bestaan.
“De depressie was heftig. Ik herinner me nog goed dat de psycholoog op een dag zei: ‘Een depressie is niets anders dan het depressen van emoties’. Ik onderdrukte letterlijk mijn verdriet en mijn boosheid. ‘Waarom word je niet boos?’, vroeg de psycholoog. ‘Waarom zeg je niets. Ik vind dat niet tof.’
“Mijn lichaam liet boosheid niet toe. Daar kwam toen verandering in. Ik kreeg een periode van ongecontroleerd verdriet, boosheid. Zo was ik een keer na de verjaardag van mijn vriendin zo verdrietig dat mijn maag verkrampte. Een andere keer stond ik hyperventilerend bij een bushalte omdat ik zo boos was. Pas daarna heb ik geleerd te doseren, aan te geven wanneer iemand mijn grenzen overschrijdt en vaker nee te zeggen. Het krachtigst ervoer ik dat bij mijn vader toen ik opeens duidelijk ‘nee’ zei. Vanuit mijn jeugd wist ik dat er bij mijn vader veel mocht, maar dat ik ook wel moest helpen als dat nodig was. Nu voelde ik sterk dat ik dit niet meer wilde en kon ik voor het eerst met overtuiging ‘nee’ zeggen.”
Imperfectie
“Gestoeld op mijn ervaring in de VS en die depressie heb ik een stichting opgericht voor burn-out- en depressiepreventie bij jongvolwassenen. Ik organiseer evenementen, waar ik anderen uitnodig kwetsbaar en eerlijk te zijn, te worden. Om de imperfecte, onwenselijke kant juist normaal te maken. Voor één dag creëren we een wereld waarin imperfectie en ongeluk normaal zijn. De bezoekers kunnen weer vertrouwd worden met de onwenselijke kanten van het leven met behulp van theater, lezingen en ontmoetingen.
“Dat soort dagen vormen een flink contrast met mijn ervaring in die discotheek in Chicago. Als een bezoeker mij vertelt hoe prettig hij het vindt dat hier met vreemden over wezenlijke onderwerpen gepraat kan worden, voel ik dat mijn missie geslaagd is.”
Voor meer informatie over de stichting van Simeon Karsten: http://vitamine-z.nl/.
In de verhalenreeks ‘Zin in het alledaagse’ vertellen Trouw-lezers hoe ze zin geven aan hun bestaan. Andere afleveringen leest u hier terug. Heeft u ook een zingevingsverhaal te vertellen en wilt u dat delen? Mail dan naar: zingeving@trouw.nl.
Lees ook:
Zingeving? Dat kan ook als clown. ‘Een clown mag haar impulsen volgen’
Een clown mag haar impulsen volgen, doen wat in haar hart leeft. En alles wat er is, is goed. Alles wat ik voel, is goed en mag er zijn', zegt Rian van den Brand (60).