Column

Iets in mij protesteert tegen het doden van een weerloos mens

Bert Keizer Beeld Trouw
Bert KeizerBeeld Trouw

Toen was er dan eindelijk de levensbeëindiging waarop door velen al jaren wordt aangedrongen. Op de website van de Regionale Toetsingscommissies (RTE) kunt u het in detail nalezen, het gaat om casus 2018-41. Een casus die mij verwart.

Bert Keizer

Het ging om een vrouw tussen de zestig en zeventig jaar oud, reeds vijf jaren lijdend aan de ziekte van Alzheimer. In haar wilsverklaring stelde zij euthanasie te willen als ze haar naasten niet meer herkende, volledig zorgafhankelijk was geworden en haar waardigheid had verloren. Deze wilsverklaring werd onder de hoede van steeds dezelfde arts meermalen geactualiseerd. Na vijf jaar achtten de familie, de verzorging en de arts het punt in haar lijdensweg aangebroken waarop ze duidde in haar wilsverklaring. De euthanasie-procedure werd in gang gezet.

De geraadpleegde Scen-arts kon geen contact met de vrouw krijgen, sprak met de familie en hij vond dat dat evenwichtige betrokken mensen waren. Hij vond ook dat een onafhankelijke ouderenpsychiater het lijden moest beoordelen. Hij vond verder dat mevrouw een onrustige, verdrietige en in zichzelf gekeerde indruk maakte. De onafhankelijke ouderenpsychiater vond het lijden desastreus.

Voordat mevrouw de dodelijke injectie kreeg werd zij eerst in slaap gebracht met een sterk slaapmiddel. Haar werd niets meegedeeld over wat men met haar van plan was. Dat eerst in slaap brengen alvorens haar te doden vond men nodig en gerechtvaardigd om een schrikreactie te voorkomen. “De arts kon niet uitsluiten dat patiënte vanwege haar aandoening met onderliggende gedragspatronen onvoorspelbaar op het inbrengen van de infuusnaald zou reageren. Zij had de infuusnaald uit haar arm kunnen halen en zichzelf kunnen verwonden.”

In de lach

Ik las het allemaal met weigerachtige instemming, maar bij die gesuggereerde mogelijkheid dat ze zichzelf had kunnen verwonden met de infuusnaald schoot ik in de lach. Ja, want god weet wat een mens zich allemaal kan aandoen als hij zichzelf met een infuusnaald te lijf gaat.

De commissie zegt het de dokter na in haar verklaring “dat een ongecompliceerde uitvoering van de euthanasie in het geding zou komen door een mogelijke schrikreactie.”

Maar wat men bedoelt is: wij wilden niet dat ze zich zou gaan verweren tegen de procedure. Dit treft mij als huichelachtig. Kom op nou, we brengen iemand om, omdat ze doodongelukkig is en we trekken ons niets aan van wat zij daarvan vindt, als zij er nog iets van vindt, als zij er nog is.

Ik vrees dat deze uitspraak betekent dat al het gepraat over vijf voor twaalf of vijf over twaalf voorgoed voorbij is, want als je een arts kunt vinden dan kan het ook nog uren na twaalven. Ik vrees dat dit doden van wilsonbekwame dementen ertoe kan leiden dat ouders van ernstig lijdende dubbelgehandicapte kinderen met eenzelfde verzoek komen. Wat moeten we daar mee? Zeg nou niet: zo ver zullen we nooit gaan! Want twintig jaar gelden zouden we precies dat gezegd hebben over deze uitspraak van de RTE.

Volgende vraag: kun je zoiets niet oplossen met palliatieve sedatie? Dan hoef je niemand acuut te doden. Je mag iemand in slaap brengen bij onoplosbare ellende. Of zeggen we dan: wat maakt dat nou uit? Dan sterven ze een paar dagen later, maar ook door jouw ingreep.

De wet

Andere vraag: vindt u niet dat we hier de Rubicon oversteken? En moet zo’n gewichtige stap gesanctioneerd worden door alleen maar een Regionale Toetsingscommissie? Ik vind hun stempel van goedkeuring niet indrukwekkend genoeg. Artsen haten dit, maar ik vind dat we een dergelijke nog nooit eerder voorgekomen daad (arts doodt zieke die niet meer weet waar het over gaat) van commentaar moeten voorzien vanuit de rechtspraak.

Onder al ons euthanatisch handelen bevindt zich de rotsachtige bodem van de wet, daarom durven we het. En ik acht de RTE een te bescheiden instantie om hierover een bindende uitspraak te doen. Dat kan in ons land alleen de Hoge­­ Raad. Het gaat om een begaanbare route, die al enkele eerdere keren bewandeld is: Chabot, Schoonheim, Brongersma, allemaal arresten die de euthanasiepraktijk verstevigden.

Een laatste opmerking: niemand zal over deze vrouw zeggen ‘wat jammer dat ze is overleden’, iedereen zal zeggen ‘toch goed dat ze uit haar lijden is’. Ik vind dat verwarrend omdat iets in mij protesteert tegen het doden van een weerloos mens, maar het resultaat vind ik goed. Ik kom er niet goed uit.

Bert Keizer is filosoof en arts bij de Levenseindekliniek. Voor Trouw schrijft hij wekelijks een column over zorg, filosofie, en de raakvlakken daartussen.

Lees ook:

Acht tips voor de laatste wil

Een wilsverklaring kan een cruciale rol spelen bij euthanasie, zo onderstreepten de toetsingscommissies deze week. Maar hoe stel je een duidelijke wilsverklaring op? Acht aanbevelingen van deskundigen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden