ColumnEva Meijer
Iedere vrouw (en iedere man) heeft een landkaart van angst in het hoofd
Afgelopen week was ik op Vlieland om te schrijven over wat verdwijnt. Zaterdagochtend namen hond D. en ik de vroege boot terug. We verlieten nog voor zessen het huisje om over het donkere eiland naar de haven te lopen. Niet dwars door het bos, de snelste route, omdat ik zwakke enkels heb, maar ook omdat het bos zo donker was. Ik wilde midden op de verharde weg lopen, het stuk voor auto’s en fietsen. Deels weer vanwege die enkels – het midden was het best verlicht –, deels omdat de bosrand, zo donker, onveilig aanvoelde.
Ik ben niet bang uitgevallen – op de middelbare school was ik degene die na het uitgaan met vriendinnen mee naar huis fietste en dan alleen terug. En ik had een goede waakhond bij me. Toch was dit het meest comfortabel.
De avond voor mijn vertrek hoorde ik op de radio over ‘Women Make the City’, een initiatief van de gemeente Amsterdam om vrouwen te laten meepraten over ruimtelijke ordening, omdat het perspectief daarop tot dusver vooral mannelijk was. Een paar dagen eerder las ik een stuk van Hasna El Maroudi op mediaplatform Lilith. El Maroudi schrijft over geweld tegen vrouwen en anderen die geen man zijn in de publieke ruimte, en roept lezers op hun manieren om hiermee om te gaan te delen.
Ik dacht aan het artikel ‘The Geography of Women’s Fear’ van geograaf Gill Valentine uit 1989. In de sociologie en criminologie wordt veel geschreven over de angst van vrouwen voor geweld, schrijft Valentine, maar er is nog weinig onderzoek gedaan naar hoe dit hun ervaring van de ruimte structureert. Misschien omdat het zo gewoon is. Iedereen weet dat een vrouw beter niet in haar eentje over dat donkere landweggetje naar huis kan fietsen.
Valentine interviewde talloze vrouwen en kwam erachter dat die allemaal een landkaart in hun hoofd hadden met enge plekken. Wat eng precies inhoudt, wordt gevormd door hun specifieke situatie – klasse, kleur, of je kunt wegrennen of niet – maar er zijn grote overeenkomsten. Het ging vooral om lege en slecht verlichte gebieden, maar bijvoorbeeld ook om pleinen waar groepen mannen hangen.
Ook voor wie zich ertegen verzet, bepaalt de angst de ervaring van de publieke ruimte
Deze angst wordt vrouwen van jongs af aangeleerd, ook mannen leren waar vrouwen bang moeten zijn. Vrouwen internaliseren die angst – passen hardlooproutes aan, doen alsof ze iemand aan de telefoon hebben als het laatste stuk naar de voordeur donker is. Ook voor wie zich ertegen verzet, bepaalt de angst de ervaring van de publieke ruimte. Zo perkt het de vrijheid van een grote groep mensen in.
Angst structureert de waarneming en ervaring van andere groepen natuurlijk ook. Wilde dieren en veel stadsdieren weten dat ze bang moeten zijn voor mensen. Queer mensen weten dat hand in hand lopen over het algemeen onveilig is en ga zo maar door. Corona brengt nieuwe netwerken van angst met zich mee, die bepalen wie waar durft te komen.
De inrichting van de stad en andere publieke ruimtes kan beter en veiliger, maar tegelijkertijd moeten ook de onderliggende machtsverhoudingen aangekaart worden. Anders ontstaan er steeds nieuwe landkaarten van angst.
Tweewekelijks schrijft filosoof, schrijver, kunstenaar en singer-songwriter Eva Meijer een column in Trouw. Lees hier de eerdere afleveringen.