Odysseus is met ons meegewandeld door onze geschiedenis, betoogt auteur Jabik Veenbaas. Als geen andere literaire held werd hij uiteindelijk symbool van de moderne mens: autonoom en seculier.
Hij is misschien wel het bekendste personage uit de wereldliteratuur: Odysseus. We kennen hem vooral uit de Ilias en de Odyssee van ‘een zekere Homerus’, zoals dichter, vertaler en filosoof Jabik Veenbaas schrijft in zijn recent verschenen boek Odysseus’ onvoltooide reis. Over Homerus is namelijk nagenoeg niets bekend, ook niet of het om één auteur gaat of om meerdere redacteuren die een verzameling verhalen geredigeerd hebben.
De Ilias, vermoedelijk aan het eind van de achtste eeuw voor Christus ontstaan, gaat over het beleg en de vernietiging van Troje. De Odyssee, enkele decennia jonger, verhaalt over de tien jaar durende terugtocht van Odysseus na de oorlog.
Dat juist Odysseus de grote held van Homerus werd, is eigenlijk vreemd: Agamemnon was de leider van de Grieken en Achilles was op afstand de sterkste. Maar Odysseus, schrijft Veenbaas, was zijn medestrijders mentaal de baas. Daarom bezit hij een ‘uniek gezag in het kamp’ van de Grieken. Wanneer grote belangen op het spel staan, doet de legerleiding voortdurend een beroep op hem.
Homerus noemt Odysseus ‘kalm en koelbloedig’, ‘sluw’ en ‘listig’ en iemand die nooit de moed verliest. “Zijn reis door de literatuur”, zegt Veenbaas, “vertelt ons veel over de weg die wij zelf hebben afgelegd. Als filosoof ben ik geïnteresseerd in de wortels van onze cultuur. En Odysseus is een personage dat in de loop van de geschiedenis steeds met ons mee is gewandeld.”
Een mooi voorbeeld van geschiedvervalsing, van nepberichtgeving
Zo had Vergilius zo’n zeven eeuwen na Homerus een heel andere visie op Odysseus. “In zijn Aeneis is Odysseus de grote verrader van de Trojanen, die zogenaamd de voorvaderen van de Romeinen waren.”
Vergilius werkte in opdracht, hij diende te dansen naar de pijpen van keizer Augustus. “Zijn Aeneis is een mooi voorbeeld van geschiedvervalsing, van nepberichtgeving, zou je kunnen zeggen.”
Maar dat beeld dat Vergilius van Odysseus schetst, blijft wel eeuwenlang de interpretatie van de Odysseusfiguur beïnvloeden. Bij Dante belandt de held zelfs diep in de hel. Toch raakt ook Dante betoverd door Odysseus. “Dante portretteert Odysseus niet alleen als verrader, maar ook als een vermetele ontdekkingsreiziger die de grenzen van de toenmalige wereld overschrijdt. Met De goddelijke komedie schiep Dante een verhaal waarin hij zijn eigen personage de grenzen van het aardse leven liet overschrijden en de hel, de louteringsberg en het paradijs liet binnengaan. Dante herkende iets van de metafysische hoogmoed van Odysseus bij zichzelf en vond hem daarom ondanks alles sympathiek.”
“Vervolgens groeit Odysseus mee met de Renaissance en de Verlichting”, zegt Veenbaas, “om met name in de twintigste eeuw uit te groeien tot het symbool van de zelfstandige mens, die afstand neemt van de godsdienst en autonoom en op aardse voorwaarden zijn problemen oplost.”
Kiezen voor de sterfelijkheid en de liefde voor zijn sterfelijke vrouw
Hoe kan dat gebeuren? “In mijn interpretatie heeft Homerus de loper uitgelegd voor een moderne mensvisie, door Odysseus te laten kiezen voor de sterfelijkheid en de liefde voor zijn sterfelijke vrouw.”
Odysseus verblijft zeven jaar bij de godin Kalypso. Hij was als drenkeling op haar eiland aangespoeld, nadat zijn voltallige bemanning om het leven was gekomen. “Kalypso wordt verliefd op hem, en probeert hem over te halen bij haar te blijven met verleidelijke aanbiedingen als eeuwige jeugd, en zelfs onsterfelijkheid.”
Odysseus slaat het aanbod af. En hij weet waarover hij spreekt. “Eerder op zijn reis is hij afgedaald naar de onderwereld, waar hij de schim van zijn moeder heeft proberen te omhelzen. Niemand is er gelukkig. Zelfs Achilles, die als koning over de doden heerste, zei dat hij liever op aarde als dagloner dienstdeed bij een vreemde dan hier in de onderwereld een vorstelijke positie te bekleden.
“Toch kiest Odysseus voor Penelope. Dat is de kern van het verhaal. Hij wijst Kalypso af, terwijl hij weet dat zij mooier is. ‘Grote godin,’ zegt hij voor hij vertrekt. ‘Maar al te goed weet ik hoe Penelope, schrandere vrouw, bij u in het niet zinkt, als men naar uiterlijk schoon of lichaamslengte zou kijken. Zij is een sterfelijke vrouw, u onsterfelijk en jong voor het leven.’”
Waarom dan toch kiezen voor sterfelijkheid? “Uiteindelijk vindt Odysseus die goddelijke onsterfelijkheid te kil. Hij wil terug naar de vrouw die hij sinds zijn jeugd kent. Met haar wil hij oud worden, herinneringen ophalen. De liefde onder het lot van de sterfelijkheid is de eigenlijke liefde. Dat is het hoofdthema van de Odyssee en dat is het thema dat de twintigste eeuw kan gebruiken.”
David Bowman uit A Space Odyssey lijkt op Odysseus
“Sinds de tijd van de Verlichting zijn we onszelf langzamerhand gaan beschouwen als door en door aardse wezens. Dat is niet van de ene op de andere dag gegaan, pas in de twintigste eeuw is dat bij veel literatoren en denkers realiteit geworden. Een sterfelijk wezen zonder uitzicht op een leven hierna – dat is het beeld dat wij van onszelf hebben. Odysseus symboliseert dat beeld.”
In het slothoofdstuk van zijn boek stelt Veenbaas de vraag wat de Odysseus ons in de toekomst te zeggen heeft. Een halve eeuw geleden maakte regisseur Stanley Kubrick de film 2001 – A Space Odyssey naar het gelijknamige boek van Arthur C. Clarke. Hoofdpersoon is David Bowman, gezagvoerder van het ruimteschip Discovery, dat op een geheimzinnige ruimtemissie is gestuurd. “Bowman leest niet alleen graag in de Odyssee,” zegt Veenbaas, “hij lijkt ook op Odysseus: hij is nieuwsgierig en koelbloedig. Het uiteindelijke doel van de reis is alleen bekend bij het brein en zenuwcentrum van het schip: de computer Hal, die gedurende de film menselijke trekken krijgt, en alle bemanningsleden om het leven brengt. Behalve Bowman, die Hal weet te verslaan en later door geavanceerde buitenaardse krachten wordt opgenomen in een nieuw bewustzijnsniveau. Zijn oude, menselijke ik verdwijnt en hij krijgt een nieuwe identiteit, hij wordt onsterfelijk.”
De hedendaagse Odysseus Bowman roept daarmee een op en top modern probleem op. “Het gaat hier om speelse verwijzingen naar de toekomst van de wetenschap, naar een tijd dat we misschien in staat zullen zijn om ziektes definitief uit te bannen, misschien zelfs om mensen veel ouder te laten worden, ze aan onsterfelijkheid te laten denken. Nu al worden experimenten gedaan om onze geestelijke capaciteiten te vermeerderen door ons brein met computers te verbinden. Dat is, zo zou je kunnen zeggen, de verleiding die Kalypso voor de moderne mens in petto heeft. In hoeverre moeten we weerstand bieden aan die verleiding? Zullen we in staat blijven om onze menselijke identiteit te behouden, zullen we nog mensen kunnen blijven?”
Zou Odysseus vandaag de dag op zijn eiland Ithaka blijven?
Odysseus is een avonturier, een man die levenslustig en moedig op reis gaat. Door corona gedwongen blijven wij binnen, bang om te sterven. Zou Odysseus vandaag de dag op zijn eiland Ithaka blijven?
De Odyssee in het kort
Na de val van Troje doet Odysseus, bedenker van het beroemde paard, er tien jaar over om terug te keren naar huis. Zijn vrouw Penelope wacht op hem, bijna wanhopig moet ze tientallen vrijgezellen van zich afslaan die met haar menen te mogen trouwen. Ondertussen beleeft Odysseus avonturen: hij ontsnapt aan de reus Polyfemos, belandt op het eiland van de tovenares Circe, die zijn bemanning in zwijnen verandert. Door het eten van het kruid Moly blijft Odysseus deze vernedering bespaard. Maar om zijn bemanning terug te krijgen, moet hij wel met Circe naar bed. Na verloop van tijd vervolgen ze hun reis en stuiten op de Sirenen, verleidelijke wezens, half vrouw, half vogel. Om de verlokkingen van de Sirenen te weerstaan, en niet op de klippen te varen, stopt Odysseus was in de oren bij de zeelieden, en laat zichzelf vastbinden aan de mast. Ook verblijft Odysseus zeven jaar op het eiland van de nimf Kalypso, die hem onsterfelijkheid en eeuwige jeugd belooft. Toch reist Odysseus verder. Daarna logeert hij in het paleis van de Faiaken, waar hij over zijn lotgevallen vertelt, die wij zo als lezer te horen krijgen. Als Odysseus uiteindelijk thuiskomt in zijn koninkrijk Ithaka rekent hij af met de belagers van zijn vrouw.
Veenbaas lacht. “Aan corona had ik bij het schrijven van dit boek nog niet gedacht. Tsja, we bevinden ons in een situatie waarin Odysseus voorlopig thuis had moeten blijven. De oorlog tegen Troje zou hij misschien hebben laten wachten. Trouwens, volgens een van de verhalen die er over hem de ronde doen was hij er helemaal niet zo tuk op om aan die oorlog deel te nemen en wendde hij krankzinnigheid voor om zich eraan te onttrekken. Toen de Griekse gezanten op Ithaka kwamen om hem erbij te betrekken, deed hij alsof hij een akker ploegde met een ezel en een os. Maar de held Palamedes had hem door en legde zijn zoontje Telemachos voor de ploeg. En toen bleek Odysseus ze ineens heel goed op een rijtje te hebben.
“Vergeet niet dat Odysseus zijn levenslust en avontuurlijkheid paart aan sluwheid en behoedzaamheid. Hij weet de betovering van tovenares Circe te weerstaan door vooraf een kruid in te nemen, Moly geheten. En hij wapent zich tegen de lokroep van de Sirenen door zich vast te laten binden aan de mast en zorgt ervoor dat zijn metgezellen was in de oren hebben. Odysseus is veel voorzichtiger dan zijn metgezellen, die de reis dan ook geen van allen overleven, vooral omdat ze zo roekeloos zijn om de runderen van de zonnegod Helios te slachten.
“Bovendien is Odysseus in de twintigste eeuw meer dan eens geassocieerd met de Verlichting. Sándor Márai, bijvoorbeeld, typeert hem in zijn roman Vrede op Ithaka als voorloper van de geseculariseerde westerling die zijn eigen problemen moet zien op te lossen. Vaccinatie, om dan nu eens een speels bruggetje te slaan, is typisch een vinding die de menselijke zelfredzaamheid symboliseert. Zo bezien zou die behoedzame, zelfredzame overlever Odysseus zich vermoedelijk eerst laten vaccineren voor hij er weer opuit trekt. Hij leverde zich in elk geval niet zonder tegengif uit aan de toverkunsten van Circe.”
Lees ook:
Het goede doen? Kijk naar jezelf met de blik van een buitenstaander
Wat zet ons aan tot deugdzaam gedrag? Die vraag staat centraal in het net vertaalde standaardwerk ‘De theorie over morele gevoelens’ van de Schotse verlichtingsfilosoof Adam Smith. Aan de hand van hun favoriete passages beantwoorden inleider Jabik Veenbaas en vertaler Willem Visser deze vraag.