Een halfjaar na de ‘Tomos’ functioneert de Oekraïense kerk daadwerkelijk onafhankelijk van Moskou. Maar eenheid is ver te zoeken. Het schisma verdeelt de eeuwenoude kerken in Kiev.
Tijdens het gezongen credo geeft vader Ivan de kerkgangers het ritme aan, zijn wijsvinger dansend in de lucht. Achter de iconostase, een altaarwand met iconen, is vader Georgi bezig een brood in kleine, vierkante stukjes te snijden. Beide priesters zijn gehuld in een goudgeel opperkleed: de traditionele uitdossing in de periode na Hemelvaart, om de troonsbestijging van Christus te vieren.
De mis vindt plaats in een van de bijgebouwen van de duizend jaar oude Sint Sofiakathedraal in het hart van Kiev, waar een half jaar geleden, tijdens een bisschoppenvergadering, de nieuwe Oekraïens-orthodoxe kerk werd opgericht. “Nu Rusland zich opnieuw als imperium manifesteert is onafhankelijkheid nog harder nodig”, zegt priester Georgi Kovalenko na de kerkdienst. “Het gaat erom dat we als Oekraïners onze eigen identiteit kunnen ontwikkelen.”
Tomos
Inmiddels, zes maanden na die historische dag, zijn ruim vijfhonderd parochies overgestapt naar het nieuwe kerkgenootschap. Dat werd mogelijk nadat patriarch Bartholomeus van Constantinopel (ofwel Istanbul) tijdens het orthodoxe kerstfeest op 6 januari de zogeheten Tomos overhandigde aan de nieuwe Oekraïense patriarch. Dat document geldt als officiële bevestiging van de onafhankelijkheid, waardoor Oekraïne niet meer onder Moskou valt en net als Servië, Roemenië en Griekenland een kerk heeft die erkend wordt door de internationale orthodoxie.
Toch is de mis vandaag bij de Sofiakathedraal ook een viering van eenheid. Een paar jaar geleden was vader Georgi nog verbonden aan het zogenoem-de ‘Moskou-patriarchaat’, dat de meeste parochies heeft in Oekraïne, en dat Moskou vooralsnog trouw blijft. Priester Ivan deed juist dienst bij het ‘Kiev-patriarchaat’, dat zich al in 1992 van de Russische kerk afsplitste en eveneens duizenden parochies telt, maar die internationaal niet werd erkend. Nu kerken ze samen.
Een belangrijke motor achter de totstandkoming van de nieuwe kerk was Petro Porosjenko, die tot vorige maand president was van Oekraïne en die samen met zijn vrouw eerder al overstapte van de ‘Moskou-orthodoxe’ kerk naar het ‘Kiev-patriarchaat’. Tijdens zijn campagne voor de verkiezingen, dit voorjaar, verwees Porosjenko regelmatig naar het conflict in Oost-Oekraïne, waar het leger strijdt tegen door Rusland gesteunde gewapende milities. “Vanaf nu drinkt Oekraïne niet langer Moskou’s gif uit Moskou’s beker, zoals Taras Sjevtsjenko (de nationale dichter, red.) het noemde”, sprak de president op 6 januari. “Dit is een kerk los van Poetin en het Russische leger dat Oekraïners doodt.”
Taal
Voor priester Georgi Kovalenko betekent de overstap dat hij de mis niet meer in het kerkslavisch opdraagt, zoals onder het Moskou-patriarchaat gebruikelijk, maar in het Oekraïens dat iedereen verstaat. Ook bedekken niet alle vrouwelijke kerkgangers hun hoofd, zoals dat in Rusland gebeurt. Volgens de jonge patriarch van de nieuwe kerk, Epifanus, is dat niet meer nodig. Als afsluiting van de eucharistie wordt het volkslied-achtige ‘Gebed voor Oekraïne’ gezongen, wat in de Russisch-orthodoxe kerk ondenkbaar zou zijn. ‘Grote God, bewaar Oekraïne en doe ons groeien in reine liefde tot het land.’
Voor veel Oekraïners is de nieuwe kerk een verademing, zo blijkt in het naburige café, waar de kerkleden – met vader Georgi – samenkomen na afloop van de mis. Een van hen, Andriej Skipalski, voelde zich in 2014 al gedwongen om afscheid te nemen van de Moskou-orthodoxe kerk. Hij nam destijds actief deel aan de Majdan-revolutie, een volksopstand tegen de corrupte, door Poetin gesteunde president Janoekovitsj. Daarbij waren wel priesters van het Kiev-patriarchaat aanwezig, terwijl zijn kerk zich nadrukkelijk afzijdig hield. “Ze noemden me ‘roskolnik’, ofwel schismaticus”, aldus Skipalski. De kerk van vader Georgi ervaart hij als ‘voor ons, voor Oekraïners’.
Maar lang niet iedereen is blij met de Tomos, de officiële onafhankelijkheid. Van de 53 Moskou-orthodoxe bisschoppen stapten er maar twee over naar de nieuwe kerk. De achterblijvers groeven zich in. Daardoor moest Andriej Skipalski breken met een van zijn beste vrienden, de priester die hem ooit overtuigde zich bij de kerk aan te sluiten. “Hij bezigde steeds radicalere pro-Poetin-taal”, zegt hij. “We konden geen vrienden meer zijn.”
Opstootjes
Het grootste conflict wordt momenteel boven de hoofden van de Oekraïners uitgevochten. Zo brak Moskou in reactie op de Tomos met de moederkerk in Constantinopel; een schisma dat in honderden jaren zijn gelijke niet kent.
Vraag is welk effect die scheuring heeft op Oekraïne. Hoewel er hier en daar opstootjes zijn over overdracht van kerkgebouwen, durft niemand een discussie aan over de grootste heiligdommen. Zo is het befaamde, bijna duizend jaar geleden gestichte Holenklooster in Kiev de landelijke zetel van de Russisch-orthodoxe kerk. In aardedonkere ondergrondse gangen onder de kerk liggen monniken van weleer gemummificeerd opgebaard.
Een van de mannen die zijn lippen drukt op de glazen kisten is Sergej Bortnik, die als professor verbonden is aan de Theologische Academie van het Moskou-patriarchaat en kantoor houdt in het kloostercomplex. “Rusland is niets zonder Kiev”, citeert hij patriarch Kirill, het hoofd van de Russisch-orthodoxe kerk in Moskou. “Met Kiev is Rusland een land met Europese wortels, maar zonder Kiev hoort het land bij Azië”, doceert hij.
Sergej Bortnik vindt dat de Tomos te vroeg kwam. Hij wijst op de verschillen tussen het oosten en het westen van het land. Zo is van de West-Oekraïense provincie Wolynië ruim een kwart van de 650 parochies Oekraïens-orthodox geworden. Maar van dezelfde hoeveelheid parochies in de Zuidoost-Oekraïense regio Dnipro stapten er slechts drie over. “Porosjenko heeft het tegenovergestelde bereikt van eenheid”, zegt hij, “namelijk wantrouwen. Wij noemen de nieuwe kerk ‘schismatici’, zij noemen ons ‘de kerk van Moskou en de KGB’.”
Gesprek
De professor werd in zijn overtuiging gesterkt na de presidentsverkiezingen van april. Die werden overtuigend gewonnen door Volodimir Zelenski, een man die het conflict in Oost-Oekraïne zegt te willen oplossen door met de Russen in gesprek te gaan. “De meerderheid van de Oekraïners wil geen voortdurende strijd tegen het oosten”, concludeert Bortnik. Na zijn aanstelling op 20 mei ontmoette de president alle religieuze leiders, zowel de nieuwe patriarch Epifanus als de leider van de Moskou-orthodoxen. Maar hij houdt zich tot nu volledig afzijdig van het kerkelijk conflict.
Bortnik hoopt dat de status quo zorgt dat “de staat zich een tijdje niet te veel met de kerk zal bemoeien”. Priester Georgi Kovalenko wil in gesprek blijven. “Helaas kan ik niet meer het brood delen met mijn voormalige collega. Wel eten we regelmatig samen pizza en vervolgens gaan we naar de film”, zegt hij. “Dat is onze vorm van dialoog.”
Hoe de Oekraïense kerk onafhankelijk werd
Al in 1992, een jaar na de onafhankelijkheid van Oekraïne, splitste een grote groep parochies zich onder leiding van bisschop Filaret af van de orthodoxe kerk omdat ze niet meer onder het gezag van Moskou wilden vallen. Op 15 december 2018 stapten alle bisschoppen van deze zogeheten Oekraïens-orthodoxe kerk ‘Kiev Patriarchaat’ over naar de nieuwe, Oekraïens-orthodoxe kerk die nu door de oecumenische patriarch in Constantinopel wordt erkend.
De aloude kerk van het ‘Moskou patriarchaat’ heeft weliswaar nog steeds de meeste bisschoppen en parochies - meer dan tienduizend - maar in het aantal (actieve) leden doet de nieuwe kerk niet veel onder.
Inmiddels kampt de jonge Oekraïens-orthodoxe kerk ook met een intern conflict: de nu 90-jarige patriarch Filaret, die na de Tomos werd vervangen door de 40-jarige Epifanus, schikt zich niet in zijn nieuwe rol en dreigt met een nieuwe splitsing. Tot nu toe krijgt hij bij de andere bisschoppen geen gehoor.
Lees ook:
De Oekraïense kerk gaat door zonder Moskou
De Oekraïens-orthodoxe kerk is officieel zelfstandig, los van de Russisch-orthodoxe kerk. Sommige priesters vrezen dat ze daarmee onderdeel worden van een politieke strijd.