Evangelische studentenverenigingen doen het goed, tegelijkertijd houdt de traditionele gereformeerd-vrijgemaakte studentenvereniging in Amsterdam ermee op. Hoe komt dat?
Crisis of geen crisis, in de laatste week van augustus organiseren universiteiten en studentenverenigingen traditiegetrouw welkomst- en introductieweken voor nieuwe studenten. Maar voor het eerst in vijftig jaar ontbreekt er een vereniging in het palet. De laatste weken van augustus staan voor de tienkoppige gereformeerde studentenvereniging van Amsterdam (GSVA) in het teken van iets anders: afscheid nemen. Want in het tiende lustrumjaar besloot de vereniging zich op te heffen. Het zat er al een tijdje aan te komen, vertelt de huidige voorzitter Jerien Bonte. En dat lijkt niet alleen voor de GSVA te gelden. De gereformeerde zustervereniging in Leiden leefde intensief mee – ook daar maken sommigen zich zorgen over het voortbestaan van hun vereniging.
Vooralsnog vormen de Verenigingen van Gereformeerde Studenten Nederland een bloeiend netwerk, dat tot dit jaar in alle studentensteden aanwezig is en 691 studenten telt. Dat aantal is al jaren stabiel. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden ze opgericht, in navolging van de gereformeerde kerkscheuring in 1944, die leidde tot de vrijgemaakt gereformeerde kerk. Om min of meer dezelfde reden: de bestaande gereformeerde studentenverenigingen, de Societas Studiosorum Reformatorum dwaalden volgens de vrijgemaakten af van het gereformeerde gedachtegoed.
Maar het patroon bleef zich herhalen. Eind jaren zestig stelde de gereformeerde vereniging in Amsterdam zich open voor niet-vrijgemaakte studenten en prompt werd in reactie daarop een nieuwe gereformeerd-vrijgemaakte vereniging in Amsterdam opgericht. Hetzelfde gebeurde in Groningen. De oorspronkelijke Amsterdamse vereniging hief zich achttien jaar geleden op – en dit jaar volgt dus de jongere vereniging. Intussen hebben alle gereformeerde studentenverenigingen in Nederland hun exclusieve gereformeerde toelatingsbeleid losgelaten.
Imagoprobleem
De reden voor de druk op deze verenigingen laat zich raden. De laatste restjes verzuiling brokkelen af, studeren is duurder geworden en studentenverenigingen worstelen met een imagoprobleem. Maar dat is niet het hele verhaal. Want ondertussen is er in alle studentensteden in Nederland een nieuwe beweging ontstaan: de evangelische studentenvereniging Navigators. En bij de Navigators komt het woord krimp al een ruime 25 jaar niet in de woordenboeken voor.
De vanuit Amerika overgewaaide Navigator-beweging is in veel steden groter dan de gereformeerde verenigingen ooit waren. In Groningen is de vereniging met zo’n 450 leden zelfs een van de grootsten van de stad. En een groot aantal van die leden is van huis uit vrijgemaakt, weet Alexandra Matz, die in Groningen zowel lid was van de Navigators als van de gereformeerde vereniging.
“Het verlangen om in een studentenvereniging elkaar op te zoeken, is toch iets gereformeerds”, analyseert Alexandra, die zelf uit een ander milieu komt. “Het is een beetje bubbeltjesdenken.” Maar er zijn ook studenten die na een gereformeerde middelbareschoolcarrière op zoek gaan naar meer ruimte. Wie dan een kijkje neemt bij Navigators ziet een grote, bloeiende vereniging, waarin christenen van allerlei achtergronden samen hun geloof beleven. Dan is de stap vaak snel gemaakt – en daar varen de Navigators wel bij.
Beeldvorming
De Navigators hebben de beeldvorming mee. Ze stralen energie, interkerkelijkheid en openheid uit. Dat contrasteert met het imago van de gereformeerde studentenverenigingen. Tjerk Oosterhuis, reünist van de gereformeerde studentenvereniging in Leiden, wijt dat aan de stoffigheid die rondom de term ‘gereformeerd’ hangt. “Deze verenigingen hebben het imago van het veilige gereformeerde wereldje”, stelt hij. Bij sommige verenigingen zijn er nog statutaire bepalingen die een potentieel lid vragen de 16de-eeuwse gereformeerde belijdenisgeschriften te ondertekenen. Dat wordt niet ervaren als ruimdenkend.
Toch stelt Tjerk Oosterhuis dat de gereformeerde studentenverenigingen in vergelijking met de Navigators niet minder maar juist méér ruimte bieden voor zelfbestuur, kritisch nadenken en twijfel. “De gereformeerde studentenverenigingen zijn allemaal autonoom”, zo redeneert Tjerk. “Bij Navigators is er een plan van hogerhand. De basis ervan ligt in Amerika.” Hidde van der Kolk, lid van Navigators Amsterdam, bevestigt dat: “Als het gaat over bestuurlijke posities in de vereniging, bepaalt de organisatie Navigators min of meer wat wij als vereniging doen. Daar mogen wij heus wel kritisch op zijn, maar het geeft wel een kader.”
Tegen het homohuwelijk
Het landelijke bestuur van Navigators spreekt zich expliciet uit tegen het homohuwelijk en tegen seks voor het huwelijk, en verbindt daar consequenties aan. Wie zich niet in dat standpunt herkent, kan geen leidinggevende functie bekleden binnen de vereniging. Deze centrale invloed bestaat niet binnen de gereformeerde studentenverenigingen die elk hun eigen keuzes maken.
In dat opzicht lijkt het patroon dat christelijke studentenverenigingen al zo’n honderd jaar kenmerkt, zich opnieuw te herhalen: waar ruimte ontstaat voor andere ideeën, ontstaat pardoes een nieuwe christelijke vereniging die de orthodoxe teugels weer aanhaalt.
Navigator-lid Hidde van der Kolk: “Toen ik lid werd, dacht ik: ik kom hier voor mezelf. Ik ga nu zelf nadenken. Ik was niet direct bezig met discipelschap of met het motto van Navigators: Jezus kennen en hem bekendmaken. Maar dat is ook wat Navigators is. Navigators is overgewaaid uit Amerika. Dat is daar gewoon onderdeel van en daar zijn de Navigators ook heel duidelijk in.”
Inbreng van bovenaf
Alexandra Matz heeft dat als lid iets anders ervaren. “Lang niet iedereen heeft een leiderschapsfunctie, dus lang niet iedereen heeft last van de inbreng van de Navigators-organisatie”, zegt ze. “Maar ik vraag me weleens af wat die inbreng van bovenaf doet met de vereniging.”
Ook Roel Kuiper, rector van de gereformeerd vrijgemaakte theologische universiteit in Kampen, is als student lid geweest van de Amsterdamse gereformeerde studentenvereniging. Als voorzitter van de raad van advies die gereformeerde studentenverenigingen wil bijstaan, herleidt hij het verschil tussen de gereformeerde verenigingen en de Navigator-verenigingen tot theologische wortels. “Van oudsher hebben de gereformeerde studentenverenigingen zich de zogeheten christelijke wetenschappelijke vorming ten doel gesteld”, vertelt hij. “Daar spreekt openheid voor cultuur, wetenschap en hoger onderwijs uit en de behoefte aan bezinning op de vragen van de eigen tijd. In deze Kuyperiaanse traditie is er een positieve waardering voor wetenschap.”
Tjerk Oosterhuis beaamt de woorden van Kuiper: “Bij de gereformeerde studentenvereniging in Leiden leeft sterk de behoefte tot academische ontplooiing. Bij de Navigators draait het om iets anders: Jezus kennen en hem bekendmaken. De afgelopen jaren is dit bij ons vaak onderwerp van gesprek geweest. Moeten we, net als de Navigators, ook meer evangeliserend naar buiten treden? Of is het belangrijker dat we voor onszelf antwoorden krijgen op geloofsvragen en onze plek als christen in de maatschappij?”
Onderlinge steun
Roel Kuiper zegt het zo: “De gereformeerde verenigingen zijn niet evangeliserend van opzet, maar gericht op onderlinge steun, studie en toerusting. Vervolgens kun je uitdragen wat je hebt geleerd, maar ik denk dat je van een studentenvereniging niet opzettelijk moet vragen missionair te zijn.”
Tiemen Verbree, stafwerker van de Navigators in Groningen, ziet de tegenstelling niet. “Een orthodox christelijke studentenvereniging belijdt: Jezus is Heer. En Jezus bekend maken, dat is daar onderdeel van. Het leren kennen van Jezus, volgeling blijven en worden, dat is ook ‘hem bekend maken’.”
Het opheffingsbesluit van de laatste gereformeerde studentenvereniging in Amsterdam viel niet bij iedereen in goede aarde. Voorzitter Jerien Bonte kreeg een emotionele brief van een aantal reünisten. ‘Opheffen kan niet’, stond erin. De amicitia, de vriendschap, zou toch eeuwig bloeien? Maar de meeste andere reünisten konden er wel begrip voor opbrengen. Ze namen de uitnodiging aan om nog één keer samen feest te vieren. Het werd een gala als nooit tevoren.
Lees ook
Studentbestuurders zijn toch trots op hun versoberde introweek
Het is niet wat ze een halfjaar geleden voor ogen hadden. Maar in Leiden, Amsterdam en Utrecht klinkt vooral trots door als organisatoren het over hun introductieweken hebben.
Geen geld voor studentenvereniging die ‘geloofsverkondiging’ in statuten heeft
Hoe expliciet religieus mag een organisatie zijn als ze aanspraak wil maken op subsidie? Een studentenvereniging die in haar statuten heeft staan dat ze het christelijk geloof verkondigt, voelt dat nu in haar portemonnee. Een van haar afdelingen loopt financiële overheidssteun mis.