Filosofisch EfltalOorlog in Syrië

Hoe blijf je betrokken bij leed dat voortduurt?

Activist Nedal al-Amari heeft de datum van de eerste protestmars (in 2011) tegen het Syrische regime van Assad op zijn arm laten tatoeëren.  Beeld AP
Activist Nedal al-Amari heeft de datum van de eerste protestmars (in 2011) tegen het Syrische regime van Assad op zijn arm laten tatoeëren.Beeld AP

De oorlog in Syrië duurt al tien jaar. Hoe kun je je verhouden tot leed van deze omvang en duur? Hoe weet je dat je hulpvaardigheid niet dient om jezelf beter te voelen?

Redactie Trouw

Maandag was het tien jaar geleden dat in Syrië de volksopstand begon. Mensen gingen massaal de straat op om tegen het regime van Assad te demonstreren. Maar Assad zit nog steeds in het zadel en de revolutie is veranderd in een slepende burgeroorlog, die honderdduizenden slachtoffers heeft geëist. Toch horen we in de media niet meer zo vaak iets over Syrië. Zoals meer leed in de wereld is het een constante geworden, een schrijnend probleem van enorme omvang, waartoe het lastig is je te verhouden. Hoe zorg je dat je betrokken blijft?

“De gruwelijkheden in Syrië duren nu al zo lang, dat we eraan gewend zijn geraakt”, zegt schrijver en filosoof Désanne van Brederode. Ze is sinds negen jaar betrokken bij Het Syrische Comité, een vereniging die zich inzet voor een vrij en democratisch Syrië.

“Om betrokken te blijven, moet je ervoor kiezen om jezelf telkens opnieuw te laten raken. Betrokkenheid is geen staat die je bereikt, maar een beweging die je telkens weer moet maken. En daarmee ben je er nog niet. Een paar tranen plengen voor de televisie en je daarna eventueel verdiepen staat heel betrokken, maar zolang de betrokkenen er niks van merken, vind ik het tamelijk onzinnig. Het feit dat je geraakt bent, moet ook doordringen in je handelen.”

“Betrokkenheid vergt werkelijke interesse”, reageert politiek filosoof Ivana Ivkovic. “Anders is het sentiment waar je niks voor koopt. Maar er is zoveel ellende in de wereld, dat we machteloos staan: we kunnen niet bij alles wat misgaat werkelijk betrokken zijn. Daarnaast is er een andere moeilijkheid: leed laat zich niet met elkaar vergelijken. Je kunt niet zeggen: de oorlog in Syrië is erger dan de oorlog in Oekraïne, nee, het is moreel even erg en verwerpelijk.”

Van Brederode: “Als ik op Facebook iets post over Syrië, bekruipt me om die reden altijd een schuldgevoel. Er zijn andere verschrikkelijke regimes waar ik veel minder van af weet. In die zin schiet je altijd tekort. Tegelijkertijd heeft iedereen ook recht op zijn eigen ellende. Je moet oppassen voor de gedachte ‘in Syrië is het allemaal nog veel erger’. Dat is meestal wel waar, maar het is nog geen reden om je eigen moeilijkheden te bagatelliseren.”

Ivkovic: “De filosoof Emmanuel Levinas stelt dat het lijden van een ander een ethisch appel op ons doet: het stelt ons verantwoordelijk om de ander te helpen. Het probleem is dat dit appèl op onze morele verantwoordelijkheid oneindig is, terwijl wij slechts eindige wezens zijn. Wij schieten daardoor inderdaad altijd tekort. Je kunt een inzamelingsactie starten, geld geven aan een goed doel, maar er is altijd nog meer dat je zou kunnen doen.”

Van Brederode: “Bij het beantwoorden van dat appèl moet je jezelf altijd afvragen: gebruik ik de ander als middel, om mijzelf het gevoel te geven dat ik bijdraag aan een betere wereld, of is die ander voor mij het doel? Immanuel Kant wees er al op dat je een mens nooit als middel mag gebruiken. Toch gebeurt het nog vaak. Maar betrokken zijn bij andermans leed is geen projectje om je ’s avonds in bed goed over te kunnen voelen, noch een manier om bonuspunten bij God te verdienen. Het moet je werkelijk om de ander gaan, waarbij jij jezelf moet dwingen te kijken vanuit de ander.”

Ivkovic: “Dat sluit precies aan bij Levinas; hij beschrijft hoe het appèl van de ander van jou vraagt om jezelf niet voorop te stellen. Dat is helemaal niet eenvoudig. Ons leven draait in zekere zin toch altijd om onszelf, en daarnaast willen we ook nog wel wat voor een ander doen. Levinas stelt: je moet denken vanuit de ander. Hij gaat daarmee nog een stap verder dan Kant. Kant laat zien dat de mens altijd een ‘doel-op-zichzelf’ is.

“Vanuit dat idee hebben we universele regels opgesteld over wat dat inhoudt, namelijk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: waar heeft elk mens recht op? In de voetsporen van Levinas kun je de vraag stellen hoe je onze oneindige morele verantwoordelijkheid naar zo’n concreet kader kunt vertalen. Het zou een interessant experiment zijn om een Universele Verklaring van de Plichten van de Mens op te stellen. Wat ben ik een ander minimaal verplicht? Waar heeft de ander, juist als ander, recht op? Waar het appèl van de ander een onmogelijke bovengrens is, zijn deze plichten juist de ondergrens. Daar zouden we collectief over na moeten denken. Dan schieten we nog steeds te kort, maar hebben we tenminste wel een houvast.”

Van Brederode: “Toch beleef ik mijn betrokkenheid bij Syrië niet als plicht, maar als een wederzijdse vriendschap verbonden door dezelfde idealen. In de spirituele hoek vind je types die zeggen: aan het duister kun je niets veranderen, het is beter voor de wereld als ik me op het positieve richt. Maar het is een schijntegenstelling dat als jij je openstelt voor lijden, je minder van het leven kunt genieten. Ik kan juist omdat ik me bewust ben van de diepste menselijke duisternis intenser genieten van ontwaken met vogelgefluit op de achtergrond.”

Ivkovic: “Jezelf opsluiten in je eigen positieve bubbel is nooit een oplossing. Het is bovendien een defensieve strategie: het is hard werken om niets je bubbel te laten verstoren. En die strategie bestaat enkel op basis van het appèl, dat ons dreigt onderuit te halen. Anders was die bubbel niet eens nodig. Levinas laat daarmee zien: dat de ander ons overhoop haalt, is wat ons tot mens maakt.”

Lees ook:

Na 10 jaar burgeroorlog in Syrië heeft Assad zelfs de hulporganisaties aan een touwtje

Fernande van Tets verhuisde in 2018 naar Damascus om te werken voor de Verenigde Naties, en zag wat zoveel jaar oorlog met een land doet. Ze schreef er het boek ‘Vier Seizoenen in Damascus’ over. Ze blikt aan de hand van haar ervaringen terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden