InterviewPomovendus Herman Kaiser
Hoe Augustinus de stikstofcrisis en de toeslagenaffaire zou aanpakken
Oud-burgemeester Herman Kaiser promoveert woensdag op een proefschrift over Augustinus. Het gedachtegoed van deze vijfde-eeuwse kerkvader zou in deze tijd van globalisering en gebrek aan vertrouwen in de overheid wel eens van dienst kunnen zijn.
Op een zonnige maar koude januari-ochtend in 2017 rijdt Herman Kaiser de Waalbrug bij Nijmegen over in de richting van Arnhem, waar hij op dat moment burgemeester is. Hij heeft net in het Radboudumc van een neuroloog gehoord dat hij niet meer verder kan als burgemeester. Het is een enorme klap voor Kaiser die dan drie en een half jaar in Arnhem werkt. Daarvoor is hij onder meer burgemeester van Doetinchem en Roermond geweest.
Terwijl hij daar enigszins bedrukt rijdt, beseft hij dat het juist die dag precies veertig jaar geleden is dat hij aan de Nijmeegse universiteit afstudeerde. Tijdens zijn studie politicologie hield hij zich bezig met oer-katholieke begrippen als subsidiariteit en solidariteit. Daar wilde hij misschien nog wel eens een proefschrift over schrijven, dacht hij toen. Maar ja, het heeft hem altijd aan tijd ontbroken.
Eenmaal weg uit Arnhem, de cadeaus van de afscheidsreceptie opgeborgen, gaat hij met zijn vrouw een paar dagen naar Oxford. In een boekwinkel daar loopt hij een tijd op de afdeling politicologie en theologie rond. Hij zag wat hij jarenlang gemist had. Het was een prikkel om zijn oude wens te vervullen.
Subsidiariteitsbeginsel
Woensdag promoveert Herman Kaiser (69) bij de faculteit theologie van Tilburg University op een proefschrift van maar liefst 625 pagina’s over – inderdaad – het subsidiariteitsbeginsel, een onderdeel van het Katholiek Sociaal Denken.
Dat subsidiariteitsbeginsel houdt in dat verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau worden neergelegd, zo dicht mogelijk bij de mensen die het aangaat. Alleen als een probleem niet door burgers zelf kan worden opgelost mag de hogere instantie, bijvoorbeeld de staat, de Europese Unie of de Verenigde Naties, interveniëren.
Kaiser ziet tot zijn leedwezen dat het subsidiariteitsprincipe is verworden tot een soort non-interventiebeginsel, zeg maar angst voor staatsingrijpen. Het heeft een impuls nodig, een nieuwe filosofische fundering. Die vindt hij, met hulp van de hoogleraren Paul van Geest en Sylvester Eijffinger, uiteindelijk bij kerkvader Augustinus (354-430) en door de verbinding te leggen met de hele breedte van de samenleving.
De oud-burgemeester begint met het lezen van De Stad van God, Augustinus’ meesterwerk over de strijd tussen twee steden: de aardse stad, waar eigenliefde en macht centraal staan, en de stad van God, waar de macht van de Liefde het voor het zeggen heeft. De aanleiding voor Augustinus was feitelijk een verdediging van het christendom na de val van Rome in 410. Kaiser: “Het is een geweldig boek, zo goed geschreven. Het is alsof Augustinus bij je in de kamer zit.”
Augustinus stelt in De stad van God dat de liefde voor onszelf, de naastenliefde en onze liefde tot God alleen tot bloei komen als ze onderling verbonden zijn. In die onderlinge verbondenheid speelt een besef van orde een centrale rol. Dat was de sleutel voor Kaiser. “Het was voor mij een authentieke ontdekking dat onze samenleving geordend moet zijn volgens een bepaalde bedoeling, gebaseerd op deugden, of zoals Augustinus het noemt de orde van de liefde, de ordo amoris. Alles moet daarvan worden afgeleid.”
Joe Biden
“Om samen te leven is een sociale vrede nodig. Je kunt als volk slechts samenleven als je met elkaar een deelgenootschap hebt over de dingen die belangrijk zijn. Wat de bedoeling van alles is. Een geordende eendracht. Zo kwam ik op een nieuwe fundering van het subsidiariteitsbeginsel, mede op basis van inzichten uit de breedte van de samenleving.”
Dat hij op de goede weg is, blijkt als Kaiser op 20 januari 2021 op tv ziet hoe Joe Biden wordt beëdigd als president van een verdeeld Amerika. Biden citeert bij die gelegenheid die ene kerkvader: “Lang geleden, schreef Augustinus, een heilige van mijn kerk, dat een volk een menigte was, gedefinieerd door de gemeenschappelijke objecten van hun liefde.”
Kaiser kan er nog steeds niet over uit. “Biden zei dit twee weken na de chaos van de Capitool-bestorming. Ik was flabbergasted. Eigenlijk zei hij dat we de ootmoed moeten hebben om te weten waarvoor we zijn bedoeld. Ook met elkaar. Dat gaat over het ik, het jij en het wij. Dan gaat het over de liefde.”
“Subsidiariteit moet die liefde beschermen. Als wij te veel doorschieten naar het ik, dan vervalt de samenleving in wanorde. Als wij doorschieten naar het wij, dan krijg je een samenleving die benauwend is, zonder dat er rekening wordt gehouden met jouw unieke waarde als persoon.”
Stikstofcrisis
Augustinus leefde in een onoverzichtelijke tijd. De antieke wereld was aan het instorten en een nieuwe was er nog niet. “Er zijn parallellen met de huidige tijd”, vertelt Kaiser, “ook nu is er angst voor chaos. Ook in Nederland.”
Kan Augustinus ons niet helpen na te denken hoe we in deze tijd de sociale vrede kunnen bevorderen en bijvoorbeeld de stikstofcrisis kunnen aanpakken? Kaiser, enigszins verontschuldigend: “Augustinus zegt niets over stikstof, maar wel over het overstijgen van tegenstellingen en maat kunnen houden.”
Hij neemt een slok koffie. “Als je op een heuvel staat en je ziet de stad. Ken je de stad dan? Nee, want je bent nooit in de kelders van die mensen geweest. Vervolgens ga je naar de stad en je bezoekt de krochten van die huizen. Je praat met de mensen. Daarna ga je weer terug naar die heuvel, kijkt naar datzelfde panorama, dat nu anders is dan toen je er eerst stond. Die beweging moet je continu maken.”
“Dat geldt ook in het stikstofdossier. De regering kijkt onvoldoende in de stallen en de boeren denken vaak alleen maar vanuit hun stal.”
Kaisers proefschrift eindigt met een hartstochtelijk pleidooi om bruggen te slaan en samen op zoek te gaan naar oplossingen voor oude en nieuwe problemen, dichtbij en veraf, geïnspireerd door een kerkvader uit de vijfde eeuw. ”Ik heb het altijd voor onmogelijk gehouden wat er is gebeurd met de toeslagenaffaire. Het is te veel bureaucratie. Die is zo ingewikkeld geworden dat niemand meer weet hoe die in elkaar zit. De liefde is eruit, zou Augustinus zeggen.”
Lees ook:
Als viereenheid vertaalde deze groep het werk van Augustinus, een kwarteeuw lang
Een kwarteeuw bogen ze zich over de Latijnse preken van Augustinus. Nu gaan de vertalers ‘met pensioen’. Hun laatste bundel handelt over Pasen. ‘De boodschap blijft even uitdagend als altijd: je eigen egoïsme en vijandigheid bestrijden.’