null Beeld

BoekrecensieFilosofie

Het proefschrift van Hannah Arendt is even ontoegankelijk als virtuoos

Hannah Arendt
Het liefdesbegrip bij Augustinus
Vertaling Mark Wildschut, voorwoord Marli Huijer
Ten Have/De Nieuwe Wereld; 208 blz. € 24,99
★★★★

Maurice van Turnhout

De auteur

De Duits-Joodse denker Hannah Arendt (1906–1975) studeerde filosofie en theologie in Berlijn, Marburg en Heidelberg. Ze ontvluchtte nazi-Duitsland in 1933. In haar nieuwe thuisland, de Verenigde Staten, wijdde ze zich onder andere aan het doordenken van totalitaire systemen. Haar theorie over de banaliteit van het kwaad werkte ze uit in Eichmann in Jeruzalem (1963). Het liefdesbegrip bij Augustinus is Arendts eerste grote werk: haar proefschrift uit 1929.

Opzet van het boek

Arendt onderzoekt drie opvattingen van liefde zoals die zijn uitgewerkt door kerkvader Augustinus. Als twintigste-eeuwse filosoof kan je niet zomaar met Augustinus uit het jaar 400 aan de haal gaan, verduidelijkt Arendt in haar inleiding: ze wil hem dan ook ‘geen systematiek en logische correctheid opdringen, die hij nooit heeft gehad’.

Evengoed stuit Arendt bij haar uitleg van Augustinus’ liefdesbegrip op tegenspraken waar ze niet mee uit de voeten kan. Augustinus hechtte veel belang aan de naastenliefde, maar zijn denken erover is contradictoir. Bij Augustinus ‘wordt de mens enerzijds ervaren als geïsoleerd en toevallig in de wereld gekomen, anderzijds weer begrepen als van generatie op generatie bij de mensen en daarmee tot deze wereld behorend,’ schrijft Arendt.

‘Caritas’ is de term die Augustinus gebruikte voor een op God gerichte naastenliefde. De ander is daarbij een aanleiding om lief te hebben, zonder dat je die ander hoeft te beschouwen als een persoon die op grond van zijn of haar eigenheid het liefhebben waard is. Want wie op een dergelijke manier liefheeft, klampt zich te veel vast aan een tijdelijke, zondige wereld. Als zodanig bestaat de gemeenschap bij Augustinus slechts als een ‘gezamenlijk in-de-zonde-zijn’, waarbinnen de enkeling geen rol van betekenis speelt, verklaart Arendt.

De hoofdvraag

‘Bestaat er misschien nog een andere ervaringswereld, die daar in haar oorsprong volstrekt los van staat, waarin de naaste juist een specifieke relevantie heeft, die weliswaar theoretisch door de voorafgaande uiteenzettingen lijkt opgeheven, maar die de facto bij Augustinus doorwerkt en van waaruit zijn eigen interesse juist in dit stuk van de christelijke traditie verklaard zou kunnen worden?’

Reden om dit boek niet te lezen

Bovenstaande vraag wordt door Arendt pas in het derde deel van haar proefschrift geformuleerd. Toegankelijk is dit boek allerminst, en dat was natuurlijk ook nooit de opzet: het is een academisch werk van bijna een eeuw oud, geschreven met een promotor als hoofdpubliek (de Zwitserse filosoof en psychiater Karl Jaspers), en doorspekt met citaten in het Latijn. Voor de hedendaagse lekenlezer zal dit boek dan ook een hele kluif zijn. Enige voorkennis van Augustinus is geen overbodige luxe, want vaak is het lastig om te markeren waar Augustinus ophoudt en Arendt begint.

Reden om dit boek wel te lezen

Het strenge, dogmatische denken van Augustinus lijkt ver van ons af te staan, maar Arendt herkent dat de kerkvader met dezelfde vragen over de spanning tussen gemeenschap en enkeling worstelde als hedendaagse denkers. Zijn ‘ongerijmdheden’ kunnen daardoor nog altijd vruchtbaar worden gemaakt, zoals Arendt hier op virtuoze wijze demonstreert.

De vernieuwing zit onder andere in de richting waarin de antwoorden op de vragen worden gezocht: met haar interpretatie gebruikt Arendt het verticale, op God gerichte denken van Augustinus als een springplank voor haar eigen horizontale, op de wereld gerichte denken. Filosofische concepten van Arendt vinden hier hun oorsprong. Zoals de nataliteit, het idee dat we als mensen het vermogen bezitten om telkens een nieuw begin te maken, en amor mundi, de bereidheid om de wereld met anderen te delen.

De laatste jaren wint de filosofie van Hannah Arendt aan populariteit. Zodra het gaat over politieke polarisatie, verdeeldheid en het democratisch tekort is de link met Arendt in het debat snel gelegd. Vreemd is dat niet: voor Arendt ligt de toekomst nooit exclusief in handen van autoriteiten, die toekomst begint met een gezamenlijke poging om de wereld bewoonbaar te maken. En zonder amor mundi kun je het dan wel schudden.

null Beeld

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden