Ketikoti
Het gesprek over slavernij komt in de kerk moeizaam op gang. ‘Mensen zeggen: dat is iets van Amsterdam’
De gezamenlijke kerken hebben tien jaar geleden wel excuses gemaakt voor hun rol bij de slavernij, maar sindsdien is het stil gebleven. Te stil, vinden ze in Zwolle en in Amsterdam. ‘Dit geluid móet in de kerk klinken.’
Jeroen Sytsma, predikant in Zwolle, hoefde geen moment na te denken toen hem werd gevraagd of hij in zijn kerk gastheer wilde zijn bij een symposium over kerk en slavernij. “Ik voelde meteen aan: dit moeten we doen”, zegt Sytsma. “De slavernij is zo omvangrijk geweest, die heeft zo lang geduurd en de rol van de kerk was zo groot dat dat geluid in de kerk móet klinken.”
Het scheelde dat de predikant twee jaar geleden al had meegedaan aan een preekwedstrijd van Liberaal Christendom, over ongemakkelijke teksten in de Bijbel. Hij schreef een voordracht over Cham, de zoon van Noach die werd vervloekt, waarmee racisme en slavernij vanuit de Bijbel goed werden gekeurd.
“Ik ben een racist en een slavenhouder”, waren de eerste woorden van die preek, die hij met succes indiende – hij drong door tot de top drie. Dat verhaal over het ‘onwaarschijnlijk grote kwaad dat we ook als kerk in stand hebben gehouden’ hield hij ook in zijn eigen gemeente, tot 1 mei vrijgemaakt-gereformeerd, nu behorend bij de Nederlandse gereformeerde kerken.
Uitbuiting
De predikant omschrijft zijn Koningskerk als ‘een ontzettend witte kerk, in een ontzettend wit kerkverband, in een ontzettend witte wijk van Zwolle’. Op die plek werd half april een symposium gehouden over de rol van de kerk in de slavernij. De kerk had historicus Alex van Stipriaan erbij gehaald voor geschiedenis, en het Ketikoti-comité uit Zwolle voor de hedendaagse doorwerking van die geschiedenis.
Er werden ook lijnen getrokken met de huidige samenleving, met de uitbuiting van werknemers aan de onderkant van de maatschappelijke ladder, die Sytsma onomwonden moderne slavernij noemt. “Het is”, zegt hij, “confronterend hoe dit verhaal over de slavernij op geen enkele manier het verhaal van het verleden is. Het gaat ook over nu, over uitbuiting, en over discriminatie en racisme.”
Met dit symposium, dat zo’n 300 mensen trok van wie 70 uit de kerkelijke gemeente, is de Koningskerk één van de eerste geloofsgemeenschappen die actief en publiekelijk werk maakt van de bewustwording in hedendaagse kerken van de slavernij, en de eigen rol daarin.
Veluwe
Voortrekkers zijn de Evangelisch-Lutherische gemeente en de Evangelische Broedergemeente in Amsterdam, van waaruit de werkgroep Heilzame Verwerking van het Slavernijverleden ontstond. Die bracht in 2020 al een boek uit, organiseerde een symposium en een essaywedstrijd. Ze heeft ook een reizende expositie, qua omvang past die net in een personenauto. Dinsdag staat er een debatavond op het programma, in het Luthermuseum in Amsterdam.
Naast die activiteiten, is de werkgroep druk met het stimuleren van het debat in eigen, kerkelijke kringen. Dat vindt de werkgroep hard nodig; nog te vaak hoort ze buiten steden met een duidelijk slavernijverleden en in witte kerken ‘dat het probleem hier niet bestaat’.
“Mensen zeggen: dat is iets van Amsterdam, of het is iets van het westen. Maar op de Veluwe doen mensen ook suiker in de koffie, waarmee je heel makkelijk een link kan leggen naar het verleden. En racisme is ook niet beperkt tot de Randstad”, verwoordt werkgroeplid Marten Douma dit gevoel.
Landelijk wordt wel erkend dat kerken met de Bijbel in de hand de slavernij hebben goedgepraat en dat slavenhouders op de voorste kerkbanken zaten.
Herdenkingsdienst
In 2013, tien jaar geleden, heeft de Raad van Kerken verantwoording afgelegd voor het verleden. De formulering van dit verband van circa 25 kerken met zes miljoen leden luidde toen: ‘Als kerken weten we ons deel van dit schuldig verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om de slavernij te rechtvaardigen.’ In een toelichting daarbij zei toenmalig secretaris Klaas van der Kamp dat dit meer is dan excuses. “We zijn aanspreekbaar, nu en in de toekomst.”
Sindsdien is het in kerken stil geworden. “De boodschap van de Raad van Kerken uit 2013 staat nog recht overeind”, zegt Hugo Bulk, woordvoerder van de Protestantse Kerk in Nederland. “Het gaat erom dat inzichtelijk wordt dat er onrecht is gedaan en onrecht is zonde, in Bijbels perspectief. In plaatselijke kerken gaat het ook om bewustwording van en kennis over institutioneel racisme. Maar het klopt, sinds 2013 hebben we er niet meer veel van gehoord.”
Dit jaar moet daar verandering in komen. Op 1 juli, Ketikoti, is het 160 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft. De Raad van Kerken heeft in aanloop naar Ketikoti een aantal activiteiten op het programma staan, onder andere een internationaal symposium met sprekers uit Suriname en de Cariben op 1 juni en een nationale herdenkingsdienst in de Nieuwe Kerk in Amsterdam op 30 juni.
De PKN komt met een aanvulling op dat programma. Op 1 juni verschijnt een essay van PKN-scriba René de Reuver. Hij zal, zo kondigt zijn woordvoerder aan, het onrecht benoemen dat heeft plaatsgevonden en dat nog steeds zichtbaar is. Ook zal hij ingaan op moderne slavernij en institutioneel racisme.
Koplopers
Voor dominees die op 2 juli hun dienst in het teken willen zetten van Ketikoti, heeft de stichting Micha materiaal voor de viering, met schetsen van preken, bijbehorende liederen en een programma voor kinderen en tieners. Eind maart hadden zich daarvoor 60 voorgangers gemeld, nu zijn dat er 130, voornamelijk afkomstig uit kleinere kerkgenootschappen.
Vergeleken met de 1500 die er jaarlijks meedoen met de Micha-zondag rond armoede en onrecht zijn dat er nog niet zo veel. “De meeste aanvragen komen normaal gesproken de laatste drie weken voor de viering en de communicatie moet nog op gang komen”, relativeert directeur Harmen Niemeijer. “Maar het kan zeker meer. Ketikoti zit nog niet zo in het hoofd. Dit zijn de koplopers, de mensen die dit thema heel erg belangrijk vinden voor hun gemeente.”
In Amsterdam is dat bij voorbeeld het geval met Herman Koetsveld, lid van de werkgroep Heilzame Verwerking Slavernijverleden en predikant van de Westerkerk, een kerk in Amsterdam met wel twintig grafstenen van slavenhouders.
Witte kerk
In die vrijwel witte kerk is onlangs mede-werkgroeplid Clifton Walker voorgegaan, dominee in de Amsterdamse Evangelische Broedergemeente. “Hij was de eerste zwarte predikant bij ons. Hij heeft ons de oren gewassen met een vlammend betoog, hij heeft ons wakker geschud”, zegt Koetsveld.
Walker zelf spreekt van een bijzondere ervaring. “Als zwarte kom je niet zomaar in de Westerkerk, zeiden mensen tegen me. Het betekent wel wat als je daar wordt gevraagd. Onze voorouders hebben veel meegemaakt. Ik vond het heel speciaal om met de mensen in de Westerkerk te delen wat wij hebben gevoeld als nazaten van tot slaaf gemaakten.”
Centraal staat voor deze dominee dat beide partijen, zowel de nazaten van tot slaaf gemaakten als van slavenhouders, met elkaar in gesprek blijven. “Op een gegeven moment zeg je: we hebben elkaar gesproken, we hebben emoties gedeeld. We willen uit de slachtofferpositie en zien elkaar als gelijken. We bouwen samen aan een doel, als burgers van dit land.”
Koetsveld vat dat samen als ‘we moeten achterom kijken om naar voren te kunnen kijken’. En dat moet, vindt de werkgroep, niet alleen in steden met een aanwijsbaar slavernijverleden, dat moet ook in kleinere plaatsen en in witte kerken.
Eerste beginnetje
Hoe? Dat laat de Koningskerk in Zwolle zien, vindt Shirley Kambel, voorzitter van het Zwolse Ketikoti-comité. “Ik ben heel blij dat deze kerk een begin heeft gemaakt”, zegt zij. “Het is een eerste beginnetje, net als in de maatschappij is er nog veel te leren en te doen.”
Zelf denkt ze dat de kwestie voor kerken misschien nog moeilijker is dan voor de rest van de samenleving. “Het is voor kerken lastig dit onderwerp toe te laten zonder dat mensen zich meteen schuldig voelen. Maar er is een verschil tussen verantwoordelijkheid nemen en schuldig voelen.”
Ze zou graag zien dat andere kerken de Koningskerk volgen. “Ze hebben zich heel kwetsbaar opgesteld, ze hebben geen praatje voor de mooiigheid gehouden. Het is supermooi dat ze dit gedaan hebben. We hopen dat het niet stilvalt, maar dat er ook in kerken meer beweging komt.”
Is de Bijbel een bondgenoot of een struikelblok?
Wat zegt de Bijbel over slavernij? Wat zijn de teksten over vrijheid en bevrijding? Is de Bijbel, met andere woorden, een bondgenoot of een struikelblok bij de afwijzing van slavernij, in bijbelse tijden heel normaal? In de bundel Geroepen om vrij te zijn laat het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap een divers gezelschap van bijbelwetenschappers en voorgangers uit binnen- en buitenland aan het woord over deze kwesties. Ze analyseren teksten en reflecteren op de context, ze hebben bijbelstudies gemaakt en een leesplan, er zit materiaal in voor kinderen. Het toegankelijk geschreven boekje is bedoeld voor zowel groepen als voor mensen thuis.
Lees ook:
Groot onderzoek naar met slavernij besmet kerkelijk verleden
Nu de keerzijde van het koloniale verleden steeds meer wordt gezien, komt er een onderzoek naar de rol van de protestantse kerken hierin.
Dordtse kerk worstelt met slavernijverleden. ‘We moeten dit verhaal vertellen, en samen een nieuwe start maken’
Het avondmaalservies uit de Grote Kerk van Dordrecht is bekostigd met opbrengsten uit de slavernij, zo blijkt uit onderzoek. ‘Dit verhaal maakt ons historische besef evenwichtiger’, zegt Aaike Kamsteeg van het Platform Dordtse Kerken.