Kerk en slavernij

Groot onderzoek naar met slavernij besmet kerkelijk verleden

De Eerstelingen van Johann Valentin Haidt, 1747. Het schilderij hangt in de kapel van de Evangelische broedergemeente in Zeist. Beeld
De Eerstelingen van Johann Valentin Haidt, 1747. Het schilderij hangt in de kapel van de Evangelische broedergemeente in Zeist.

Nu de keerzijde van het koloniale verleden steeds meer wordt gezien, komt er een onderzoek naar de rol van de protestantse kerken hierin.

Marije van Beek

Kerkhistorici, kunsthistorici en theologen van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en de Vrije Universiteit gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de betrokkenheid van protestantse kerken bij de slavernij en het kolonialisme. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) werkt daaraan mee, om zo in het reine te komen met het verleden.

Zichtbaar en onzichtbaar heeft dit verleden sporen nagelaten in de kerkelijke geschiedenis. Slavenhandelaren hebben bijvoorbeeld praalgraven in Nederlandse kerken. ‘Uit nobele bewondering’, staat er op het marmeren grafmonument van Witte de With in de Rotterdamse Laurenskerk. Zogenoemde ‘morenkoppen’, zwarte mensen die vaak op karikaturale wijze afgebeeld zijn, komen terug op schilderijen, grafzerken en glas-in-loodramen.

Goedgepraat

Lange tijd zijn slavenhandel en slavernij met de Bijbel in de hand goedgepraat. De leiders van de kerken die opgegaan zijn in de PKN, zoals de hervormde kerk, waren bepaald geen voorlopers in de discussie over afschaffing van de slavernij, vertelt theoloog Heleen Zorgdrager van de PThU, die het onderzoek leidt. Ze gaat ook in kaart brengen hoe het denken over slavernij en racisme binnen de protestantse kerken is ontwikkeld. “Daarvoor gaan we de theologische denklijnen reconstrueren, en omslagmomenten aanwijzen. Kerk en theologie moeten verantwoording afleggen over hun aandeel in deze geschiedenis. Ik hoop dat ons onderzoek een eerste stap kan zijn in een bezinning hierop.”

Aangezien betrokkenheid op zo’n grote schaal voorkwam, moet het onderzoek steekproefsgewijs worden uitgevoerd. De kerken hebben enorm geprofiteerd van de slavenhandel en het kolonialisme, bijvoorbeeld omdat er grote donaties gedaan werden door slavenhandelaren en plantagehouders. Zo werden predikanten die in Suriname voor ‘zending’ waren soms uitbetaald in slaven, en waren zij ook plantagehouder.

In de Sint Nicolaaskerk in Denekamp staat op een glas in loodraam, Zwarte Piet afgebeeld.   Beeld Herman Engbers
In de Sint Nicolaaskerk in Denekamp staat op een glas in loodraam, Zwarte Piet afgebeeld.Beeld Herman Engbers

Sterk nationalisme

Dienke Hondius, die als historicus gespecialiseerd is in het slavernijverleden, neemt het deel van het onderzoek naar materieel kerkelijk erfgoed voor haar rekening. Een van de dingen die zij wil nagaan, is welke betrokkenen bij slavenhandel en slavernij allemaal zijn begraven in en om de kerken, en wie er praalgraven of grafmonumenten hebben gekregen. “Die grafmonumenten zijn vaak in de negentiende eeuw pas gemaakt, een tijd van sterk cultureel nationalisme. In heel Europa zag je toen een explosie aan monumenten. Op dat moment werden zij tot helden gemaakt.”

Met 2023 op komst, het herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij, hoopt scriba René de Reuver van de PKN lessen uit het verleden te trekken. “We willen het verleden een spiegel voor nu laten zijn. Dus is het voor ons van groot belang om scherp te hebben wat er precies is gebeurd uit naam van de kerk. Ik denk dat heel veel mensen in toenemende mate een dubbel gevoel hebben bij de praalgraven. We staan nog aan het begin van de discussie, maar de verlegenheid ermee groeit.”

De geschiedenis zit in de weg

Onder De Reuvers leiding haalde de PKN de banden aan met migrantenkerken. “Zij legden de vraag op tafel: zullen we het ook nog even over het verleden hebben?”. Volgens Heleen Zorgdrager gaat het de migrantenkerken erom dat er ‘nog geen gelijkwaardige relatie is’ met de PKN. “Dit deel van de geschiedenis is één van de vragen die volgens hen niet onder ogen gezien wordt, en dus nog in de weg zit.”

Het zijn vooral de protestantse kerken die verbonden zijn met het koloniale verleden. Destijds was de hervormde kerk de Nederlandse staatskerk. Katholieken werden als tweederangsburgers gezien, zij konden geen positie bemachtigen bij de protestantse elite waar de VOC uit bestond.

Toch zijn er in de katholieke kerk wel restanten te zien van een verleden waarin ongelijke raciale verhoudingen nog vanzelfsprekend waren. In Tilburg staat bijvoorbeeld het standbeeld van Peerke Donders ter discussie, die in Suriname als missionairs werkte. Aan zijn voeten, tegen hem op kijkend, zitten tot slaaf gemaakte mensen. En in de Sint Nicolaaskerk in Denekamp is een Zwarte Piet in het glas-in-loodraam afgebeeld. De Nederlandse bisschoppenconferentie zegt in een reactie zich niet te willen mengen in deze discussies. Die laat ze over aan de lokale gemeenschap.

Dat erfgoed met een racistische expressie of koloniaal verleden geproblematiseerd wordt, betekent overigens niet dat alles maar meteen verwijderd moet worden, zegt Heleen Zorgdrager. “Sommige kerken in Duitsland laten antisemitische symbolen bewust hangen, maar zetten er een bordje bij. Daar vertellen ze het verhaal over hun aandeel in de Holocaust, als waarschuwing uit het verleden. Dat zou je ook kunnen doen bij problematische elementen van het kerkelijk erfgoed in Nederland.”

Lees ook:

Archieven over de slavernij: iedereen kan ze nu inzien

Vanaf april kan iedere geïnteresseerde 1,9 miljoen originele historische documenten inzien over slavernij en slavenhandel.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden