Memphis Depay doet wat hij altijd doet na een goal voor Oranje: 'Het is mijn manier om God te bedanken en te laten zien dat ik blind en doof ben voor de wereld, voor de mening van mensen'.

Religie en sport

Geloven op de grasmat is tegenwoordig heel gewoon

Memphis Depay doet wat hij altijd doet na een goal voor Oranje: 'Het is mijn manier om God te bedanken en te laten zien dat ik blind en doof ben voor de wereld, voor de mening van mensen'.Beeld Stanley Gontha, Pro Shots

Op het (mannen)voetbalveld heeft zich de afgelopen jaren een heuse coming-out voltrokken, van profspelers die nadrukkelijk uiting geven aan hun geloof in God, Allah of Jahweh. Waar komt dat vandaan, en hoe diep zit het?

John Graat

Het is sluipenderwijs heel normaal geworden: spelers van Ajax en PSV als Antony, Brian Brobbey, Ibrahim Sangaré en Eran Zahavi die openlijk en op allerlei manieren hun geloof tonen, voor tijdens en na de wedstrijd. Joshua Brenet van FC Twente doet hetzelfde, en ook Orkun Kökcü van Feyenoord bidt op het veld. Zijn ploeggenoot Lutsharel Geertruida betreedt altijd met de armen gespreid en de vingers omhoog biddend om steun het veld. Het bekendste voorbeeld is Memphis Depay. Hij steekt na een doelpunt standaard zijn vingers in beide oren en sluit zijn ogen.

Ook opvallend: onlangs bracht De Blauwe Moskee in Amsterdam de bekering van Clarence Seedorf tot de islam naar buiten als een ware voetbaltransfer.

De heuse coming-out van hedendaagse profvoetballers die in het openbaar nadrukkelijk laten zien dat ze geloven in God, Allah of Jahweh, waar komt die vandaan?

Niet op zondag

Dat ging een paar decennia terug nog heel anders. Spakenburger Jaan de Graaf (1955) was veel te goed voor IJsselmeervogels, maar vanwege zijn geloof weigerde hij principieel op zondag te voetballen. Het kostte hem misschien wel een grote carrière, destijds in de jaren zeventig. Iedereen wist dat hij gelovig was en dat vond hij geen probleem. Maar op het voetbalveld droeg De Graaf dat nooit uit. “Ik deed voor de wedstrijd weleens een schietgebedje op de wc, als niemand het zag, niet eens altijd hoor. Op het veld heb ik nooit iets van mijn geloof laten zien. Als je bepaalde principes hebt, hoef je dat niet te uiten. Man, ik scoorde zoveel, dan had ik de hele dag met mijn vingers omhoog gestaan! Nu lopen ze allemaal maar te wijzen.”

Bij Feyenoord was de onlangs overleden Christian Gyan (1978) vanaf eind jaren negentig min of meer baanbrekend. Hij stond voor en tijdens wedstrijden met gespreide armen en gesloten ogen te bidden op het veld. Anno 2022 is het vrijwel elke profwedstrijd wel te zien: spelers die kruisjes slaan, die voor de aftrap met open­gevouwen handen of de vingers in elkaar en gesloten ogen bidden, die naar boven wijzen bij het juichen na een doelpunt.

De toename van het aantal buitenlandse spelers en meer diversiteit bij de Nederlanders is zeker een aanjager geweest, denkt hoogleraar Marjet Derks van de Radboud Universiteit, expert in sport- én religie­geschiedenis. Zij wijst op de invloed van bijvoorbeeld Zuid-Amerikanen en Afrikanen die hun geloof vaak al veel extraverter dan Nederlandse christenen beleven.

Derks: “In het verleden waren er een paar marathonschaatsers en wat voetballers. Die waren ook heel getuigend, in interviews, ze bespraken met elkaar in een soort biblebelt-groepje wat geloof voor hen betekende of hoe ze op zondag spelen voor zichzelf konden verantwoorden. Maar die zag je helemaal niet demonstratief op de baan of het veld hun geloof uiten.”

Ajacied Antony Matheus dos Santos. Beeld Maurice van Steen, ANP
Ajacied Antony Matheus dos Santos.Beeld Maurice van Steen, ANP

Bert Konterman (51) was zo’n gelovige voetballer. “Maar nee, ik heb nooit de neiging gehad dat ook op het veld te laten zien”, beaamt de oud-speler van onder meer Willem II, Feyenoord, Glasgow Rangers en het Nederlands elftal. “Dat zat niet in mijn calvinistische opvoeding. Ik ben van de PKN en daar moet je normaal doen en je nederig ge­dragen. Ik droeg mijn geloof alleen uit in interviews. Tegenwoordig zie je veel voetballers met een evangelische of baptistische achtergrond en die zijn veel vrijer in hun uitingen.”

Behalve die andere geloofsculturen speelt ook de tijdgeest een rol, denkt Derks. Ze wijst erop dat vorige generaties – vanaf de jaren zeventig – voetbalden in een tijd van secularisering met een anti-religieus sentiment in de samenleving. Dat is er amper nog. “Nieuwe generaties staan er veel neutraler tegenover en dat biedt ruimte aan spelers om zich te uiten.”

Joshua Brenet (28), speler van FC Twente: ‘Ik heb Psalm 23, vers 4 op mijn arm laten tatoeëren’

“Ik denk dat voetballers eerder dan anderen ­geneigd zijn te geloven. Als voetballer kom je soms in onverwachte situaties terecht waar je nooit eerder in terecht bent gekomen, terwijl je bij God altijd terechtkunt. Het geloof biedt veiligheid in het hectische bestaan dat we hebben. Als kind leerde ik al wat het geloof betekende. Mijn vader was voorganger en we gingen elke zondag naar de kerk. Ik bid nog steeds elke dag en lees mijn kinderen voor uit de Bijbel voordat ze gaan slapen.

Vroeger was het als voetballer misschien nog taboe om te laten zien dat je geloofde en werd er ook nauwelijks over gesproken, maar tegenwoordig zie je dat mensen hun geloof steeds meer durven te uiten. Dat heeft niet zozeer met het geloof te maken als wel met een algemene ontwikkeling, denk ik. Mensen laten, mede door de invloed van social media, steeds meer van hun privéleven zien. Dat is anders dan vroeger, toen het geloof als iets persoonlijks werd gezien, iets wat je voor jezelf bewaarde.

Voordat ik het veld op ga, bid ik uit dankbaarheid en voor bescherming, zodat alles goed verloopt voor mij, mijn teamgenoten en de tegenpartij, want je gunt niemand een blessure. Ook probeer ik voor de wedstrijd een stukje uit de Bijbel te lezen. Vaak zijn dat psalmen. Bijvoorbeeld Psalm 23, vers 4: ‘Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed’. Die tekst heb ik ook op mijn arm laten tatoeëren. Eigenlijk mag je dat niet doen, maar omdat ik het zo mooi vind, zo krachtig, wilde ik het graag dicht bij mij hebben. Die tekst betekent veel voor mij. Omdat ik weet dat ik, ook al maak ik soms vervelende situaties mee, zoals blessures, altijd kan terugvallen op mijn geloof. Dat houdt mij sterk.”

Jan-Cees Butter

Een ‘aanval op de mannelijkheid’

Bovendien werd religie in een machocultuur als het voetbal vroeger stiekem beschouwd als een ‘aanval op de mannelijkheid’. Dat zegt Mariecke van den Berg, hoogleraar feminisme en religie aan de Radboud Universiteit. “Het werd in de sport gezien als iets softs, zeg maar het idee van iemand anders de wang toekeren. Dat is helemaal veranderd.”

Konterman, profvoetballer tussen 1989 en 2004: “De voetbalwereld was toen nog veel hiërarchischer, jonge spelers werden nederig gehouden. Zelf bleef je stoer en koel. Nu zie je dat spelers zich veel meer durven te uiten, ook hun kwetsbaarheid. Ze doen dat op sociale media. Het zijn echte rolmodellen geworden. Je hebt vloggers, bloggers, Formule 1-sterren, zangeressen én voetballers.”

En net als al die andere rolmodellen laten voetballers ook via hun Instagram- of Twitteraccounts zien wie ze zijn: hun kapsels, hun tatoeages, en niet zelden hun ­geloof. International Arnaut Danjuma, speler bij Villareal in Spanje, heeft als moslim ‘Alhamdulillah’ (godzijdank) in zijn bio op Twitter staan. Op Instagram post hij foto’s van zichzelf in een moskee.

‘Blind en doof voor de wereld’

Memphis Depay was al een bekende voetballer toen hij in de Bijbel ging lezen en in God ging geloven. De vingers in zijn oren zijn daar een uitingsvorm van. In De Telegraaf zei hij in 2018: “Het is mijn manier om God te bedanken en te laten zien dat ik blind en doof ben voor de wereld, voor de mening van mensen. Ik weet dat ik goed doe als ik de Bijbel lees en bid. Het heeft een diepe, krachtige betekenis voor mij.”

De huidige publieke religiositeit doet religiewetenschapper Van den Berg denken aan muscular christianity een beweging eind negentiende eeuw. “Die legde een koppeling tussen de waarde van het christendom en de waarde van sport: als je goed presteert zal het met je christelijk geloof ook wel goed zitten. Die connectie kunnen ze nu ook laten zien en erover praten. Depay zegt: mijn geloof helpt mij, ook om discipline te hebben. De vorm van christendom die ze uitdragen, stemt overeen met hun hun sport.”

Maar geloof is ook imago, en onderdeel van marketing: die vingers zijn onderdeel van het ‘merk’ Depay geworden, zegt Van den Berg. “Hij kan er nooit mee stoppen, tenzij hij van zijn geloof valt. Voetballers van nu hebben in hun hoofd: als ik scoor, moet ik dat en dat doen. Je ziet ze zich nu na een doelpunt losmaken van de groep om daarna nog hun eigen gebaar te laten zien.”

Elton Kabangu (24), speler van Willem II: ‘Door God voel ik als voetballer minder druk’

“Je hoeft je niet te schamen voor je geloof, vind ik. Voordat ik ga trainen of het veld op ga voor een wedstrijd, doe ik een klein gebedje. Voor mij is dat een levensstijl. Ik heb God in mijn hele leven; elke dag, als ik opsta en naar bed ga, bid ik tot Hem. Het liefst zou ik de hele wereld willen laten zien wie God is. Omdat je als voetballer veel op tv bent, kun je veel mensen bereiken. Zo willen we een boodschap meegeven: God is er ook voor jullie – in goede en minder goede momenten.

Met Willem II hebben we niet zo’n succesvol seizoen. Ik haal daarbij veel kracht uit het geloof. Ik blijf altijd positief, ook in de moeilijke momenten. Omdat ik weet dat God er voor mij is. En dat hij zijn kinderen nooit in de steek zal laten. Dat zit in mijn hoofd. En dat geeft mij veel rust. Ik weet dat het ooit weer een keer goed zal gaan.

Het geloof is voor mij het belangrijkste in mijn leven, niet voetbal. Daardoor voel ik als voetballer minder druk. Ik heb God – en God gaat mij helpen bij hetgeen ik doe – maar of het goed of slecht gaat, dat is niet het belangrijkste. Het gaat erom dat ik een goed mens ben.

Er zullen voetballers zijn die elkaar kopiëren en die misschien minder oprecht lijken, maar wat er tussen jou en God is, is een persoonlijk gevoel. Ik probeer het woord van God te volgen. Met een aantal voetballers uit de eredivisie, onder wie mijn ploeggenoten Daniel Crowley en Godfried Roemeratoe maar ook Cody Gakpo, Danilo en Sydney van Hooijdonk, hebben we een groepsapp, waarin we met elkaar praten over het geloof. We proberen ons sterk te houden en het geloof door te geven. Hoewel ik van huis uit protestants ben opgevoed, heb ik mij er pas de laatste twee, drie jaar echt goed in verdiept.

Drie maanden geleden ben ik gedoopt. Daarmee heb ik mijn leven aan Jezus gegeven.”

Jan-Cees Butter

Geloof of bijgeloof

Hoe diep zit het geloof eigenlijk bij de sporters? Ex-IJsselmeervogel Jaan de Graaf heeft zijn twijfels, hij koppelt de hang naar het uitdragen van het geloof vooral aan de behoefte aan een eigen identiteit. “Zelfs als ze een poepie laten in de badkamer wordt het bij wijze van spreken gefilmd en op Facebook of Instagram gezet. Of ze laten een grote leeuw op hun rug zetten. Maar ik heb er weinig gezien die niet op zondag willen voetballen”, zegt De Graaf.

De deskundigen willen hun vingers er niet aan branden hoe diepgevoeld die publieke geloofsovertuigingen zijn. Derks: “Het zou interessant zijn om te kijken hoe die sterk geuite religiositeit na hun carrière verdergaat”.

De geloofsuitingen passen in elk geval in de geritualiseerde wereld die het voetbal is. Socioloog Ruud Stokvis beschreef in 2014 in zijn boek Lege kerken, volle stadions sport als een moderne variant op een religieuze viering. De samenzang, de uitdossingen, de toss bij de aftrap, de vele rituelen, en dat alles in een kathedraal of ‘voetbaltempel’ die ook wel De Kuip of Johan Cruijff Arena heet. Veel voetballers hebben uit bijgeloof altijd al rituelen: de veters op een bepaalde manier strikken, hinkelend het veld in. Is het bidden en God danken op het veld daar slechts een variant op?

Zou kunnen, volgens Christoph Hübenthal, theoloog van de Radboud Universiteit in Nijmegen: “De symbolische taal rond de topsport verandert, net als de gewone taal en gebaren. Mijn vermoeden is dat enkele voetballers ermee zijn begonnen om een kruis te slaan en dat heeft steeds meer navolging gekregen. Ik denk niet dat ze nu vromer zijn.”

Eran Zahavi viert een doelpunt voor PSV. Beeld Olaf Kraak, ANP
Eran Zahavi viert een doelpunt voor PSV.Beeld Olaf Kraak, ANP

Martijn Rutgers, predikant en ‘hoopverlener’ in Amsterdam, vermoedt wel degelijk diepere motieven. Hij schrijft op zijn blog: ‘Voetballers weten meer dan de gemiddelde mens dat ze ‘het’ niet in de hand hebben en ­afhankelijk zijn van een hogere macht. De bal is rond. Het spel is onvoorspelbaar. Een voetballer weet dat hij z’n best kan doen, maar dat vele andere factoren een rol spelen waar hij absoluut geen invloed op heeft. Vandaar de neiging om voor, tijdens en na de wedstrijd gericht te zijn op God die wél alles in Zijn hand heeft.’

Het is een aanlokkelijke verklaring: voetballers zoeken naar houvast omdat ze in een snelkookpan onder hoge druk met veel onzekerheden en grote financiële belangen altijd moeten presteren. Maar Derks gelooft er niet zo in: “Ik ben me er zelf ook constant bewust van dat ik niet alles in de hand heb. Met zo’n theorie maak je van voetballers een aparte groep, die snapt wat hun lot is. Ik kan begrijpen dat een deel van hen houvast vindt in het geloof want de druk is groot. Maar dat zij een hoger godsbesef hebben, is te kort door de bocht.”

Hoe dan ook moet je niet God voor de wedstrijd vragen om succes of bedanken voor een doelpunt, vindt Jaan de Graaf. “Ik denk niet dat God daarvoor is bedoeld.”

Moderne predikers

Zouden ze effect hebben, al die geloofsuitingen, op het publiek, de fans? Dragen de moderne predikers een voetbalshirt? Ze bereiken met hun posts op sociale media, hun interviews, video’s, gebaren en openbare gebeden in elk geval vele tientallen miljoenen mensen, soms wereldwijd. Wekelijks zien zo’n acht miljoen mensen iets van het Nederlandse betaald voetbal. Depay, speler van Barcelona, heeft veertien miljoen volgers op Instagram.

Hübenthal denkt dat het zeker effect heeft als bekende mensen hun geloof zo uiten, zeker als ze dat ook uitdragen in interviews en op sociale media. “Maar ik zie mensen niet in groten getale bekeren.”

Van den Berg: “Deze voetballers worden vaak op het schild gehesen door religieuze gemeenschappen en gezien als een voorbeeldfiguur. De jongerenorganisatie van de EO wijdt artikelen aan Depay. Maar het blijft altijd wat tricky. Naast voetballers zijn het ook grootverdienende sporthelden. Depay is een christen, maar ook een dandy die superdure horloges en auto’s heeft. Dat is weer lastig te rijmen met wat christenen jongeren willen meegeven.”

Danilo Pereira da Silva (22), speler van Ajax: ‘Elke nieuwe dag in dit leven is een gift’

“In Brazilië zijn we erg trots op onze religie. Ik kom uit een katholieke familie, waar mij van kinds af aan is geleerd om elke dag tot God te bidden en uit de Bijbel te lezen. Als mens en als voetballer probeer ik Zijn woord, Zijn boodschap te verspreiden. God is er niet alleen op de moeilijke, maar ook op de mooie momenten.

Als voetballer heb je een gezegend, bevoorrecht leven. Vroeger had ik niets en was het leven niet altijd even makkelijk, waardoor ik nu zeer dankbaar ben dat ik dit leven mag leiden. Voordat ik aan een wedstrijd begin, bid ik om niet geblesseerd te raken. Daarnaast dank ik Hem voor de kracht en het vertrouwen. Elke nieuwe dag in dit leven is een gift.

Het WK van 2014 in Brazilië, waar je spelers als David Luiz en Neymar voor, tijdens en na een wedstrijd zag bidden, was een grote inspiratie voor mij. Zij zijn rolmodellen, voetballers met een kracht die verder reikt dan alleen het voetbalveld. Het heeft mij gestimuleerd om als voetballer te laten zien dat ik ook geloof. In Brazilië, waar veel gelovigen zijn, speelt God een belangrijke rol. Mensen durven dat ook te uiten. In die zin kunnen andere culturen en nationaliteiten helpen om gelovige Nederlandse spelers hun coming-out te laten beleven in de eredivisie. Misschien geeft het ze kracht om te laten zien dat ze Zijn woord geloven en Zijn pad volgen. Dat hoop ik.

Dat voetballers eerder geloven dan andere sporters of beroepen, dat geloof ik niet zo. Alleen God weet hoe eerlijk en oprecht het is als je je geloof uit op het voetbalveld. Het draait om jou en Hem. Die mindset heeft mij ook geholpen als voetballer. Ik leef in het nu, ben alleen bezig met vandaag. Omdat niemand weet wat er morgen kan gebeuren – alleen God weet dat.”

Jan-Cees Butter

De paradox tussen het luxe leventje en het uitgedragen geloof vindt Bert Konterman ook lastig. Zelf was hij introvert. “Ik vond het fijn om wat in de Bijbel staat verder te verkondigen in interviews en dat mis ik af en toe wel bij de huidige generatie. Het is heel veel expressie en extravert gedrag. Maar, dat wat je uit, moet je ook doen in het dagelijks leven. Dat vind ik knetterbelangrijk. Daar gaat het mis, bij sommige sterren. Als je als christen of moslim fout gedrag vertoont, heb je al snel mensen als Johan Derksen klaarstaan om je te veroordelen.”

Niettemin is Konterman blij dat voetballers als gelovige nu uit de kast zijn. Zelf was hij altijd jaloers op ­Afrikaanse teamgenoten die hun religie veel openlijker beleefden, samen gingen bidden en samen op de hotel-­kamer de Bijbel lazen. “Dat was heel puur bij die mannen, geweldig mooi. Maar ik zat daar nooit bij.”

Ook Mariecke van den Berg ziet er wel iets positiefs in. “Het idee ­bestond toch dat religie iets voor oude mensen was, die vergeten zijn dat we geseculariseerd zijn. Als je dan Timber of Depay openlijk gelovig ziet zijn, moet je dat beeld bijstellen. Het haalt het sneue imago van religie af.”

Wat vindt u van die geloofsuitingen op het voetbalveld? Reacties (max. 150 woorden) zijn welkom via tijdgeestreacties@trouw.nl. Graag naam en woonplaats vermelden.

Lees ook:

De column van Henk Hoijtink

Laten we God, de kerk en voetbal vooral blijven scheiden

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden