ColumnEva Meijer
Geld weggeven is een morele plicht, geen liefdadigheid
Steeds meer mensen kiezen voor een cadeauvrije Kerst, las ik op internet, die onuitputtelijke bron van informatie waar je niet naar op zoek bent maar die soms toch nuttig is. Het is in deze tijd van ecologische crisis niet erg feestelijk om bij te dragen aan de consumptiemaatschappij die ons vernietigt, en dus kun je beter de nadruk leggen op samen zijn.
Het deed me denken aan een van mijn lievelingsartikelen, ‘Famine, affluence, and morality’, van de Australische filosoof Peter Singer. In 1971, als Singer zijn stuk schrijft, is er een hongersnood in Oost-Bengalen, het huidige Bangladesh. Een groot aantal mensen sterft door gebrek aan voedsel, onderdak en medicijnen. Het is niet noodzakelijk dat ze sterven, betoogt Singer. Wanneer degenen die het kunnen missen geld doneren, kan de crisis worden gekeerd. Geld geven is daarom geen liefdadigheid, maar een morele plicht. Dat werkt als volgt.
Honger lijden en als gevolg daarvan sterven is slecht, schrijft Singer. Ook moeten we als we iets kunnen voorkomen, dat voorkomen, zelfs als dat ongemak met zich meebrengt. Als een kind in een vijver dreigt te verdrinken moet je dat kind redden – ook als je nieuwe schoenen, waar je een jaar voor gespaard hebt, dan vies worden of kapotgaan. Dit geldt niet alleen voor kinderen in de vijver om de hoek, maar ook voor degenen verder weg. Die hebben net zo goed waarde; de afstand vermindert jouw plicht om te helpen niet.
Als iedereen 5 euro zou geven
We kunnen natuurlijk niet naar elke crisis afreizen, maar wel financieel steun bieden. Veel mensen doen dat al. Ze geven volgens Singer alleen te weinig. Als iedereen 5 euro zou geven, zou dat genoeg zijn. Maar niet iedereen doet dat, dus het lijden wordt niet opgeheven. Wanneer je meer kunt geven, is er minder lijden, dat is beter, en dus moet je, als je kunt, meer geven. Er is natuurlijk een grens – je kunt niet alles weggeven. Maar wel veel, voordat je op het niveau uitkomt van degenen die je zou moeten helpen.
Dit heeft verstrekkende gevolgen voor onze manier van leven. Als je oude jas nog bruikbaar is, zou je geen nieuwe moeten kopen: dat geld kun je beter weggeven. Naar de bioscoop gaan is een luxe waar je best zonder kunt, je hoeft niet uit eten om in leven te blijven, maar je kunt zelf koken en wat je daardoor bespaart weggeven. Hoho, denkt u nu misschien, wacht even. Dit gaat wel ver. Maar doodgaan gaat ook ver.
Singer bespreekt de plicht van regeringen maar kort, en is te weinig kritisch over de ideologie van economische groei, maar hij heeft gelijk als hij schrijft dat we meer kunnen en moeten doen.
Die cadeauvrije Kerst is een goed begin. De eindejaarsuitkering kan over het algemeen ook naar iemand die het harder nodig heeft (zoals honden in een Roemeens asiel, kippen in Nederland of vluchtelingen op een Grieks eiland). Dat heeft als bonus dat we de consumptiemaatschappij niet langer in stand houden, die ons toch maar vervreemdt van wie we zouden kunnen zijn.
Lees ook:
Goeddoen met het hoogste rendement
De Australische bio-ethicus Peter Singer vindt dat we de wereld moeten verbeteren op een effectievere manier. Rijke hedgefunds-jongens pikten zijn boodschap op.
Lees ook:
Effectief altruïsme: Geld verdienen om het weg te geven
In zijn boek uit 2017 zette Peter Singer zijn denken over altruïsme nog eens uiteen. Onze recensent was er zeer enthousiast over.