Het is niet goed 24 uur per dag bezig te zijn met corona, vorige week waarschuwde een psycholoog in deze krant nog dat zorgpersoneel maar ook journalisten ’s avonds echt wat anders moeten gaan doen dan de hele tijd corona-nieuws kijken. Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, trok zich dat aan. Nadat ze haar buurt had horen en zien klappen voor het zorgpersoneel, was het voor haar ‘even geen corona’ en keek ze naar de eerste aflevering van Jeroen Krabbé’s zoektocht naar de schilder Chagall, die in de Tweede Wereldoorlog van Frankrijk naar Amerika vluchtte. “Wat had, zo vroeg Krabbé zich af, Chagall in zijn schilderijen gezocht? Het antwoord was: troost”, noteert Voet. “En ineens zag ik zijn werk in een ander licht. Troost kan op veel manieren worden gevonden. In de kunst, en bij elkaar, ook als dat op afstand is.”
Toch weer een beetje corona. Het is dan ook, zei premier Rutte vorige week, een verschrikkelijke crisis. Hiervoor hadden we het probleem met de stikstof, maar dat valt volgens Rutte in het niet bij wat zich nu voltrekt. Ondertussen zijn die milieuproblemen natuurlijk niet verdwenen.
In het Ouderlingenblad schrijft theoloog en docent Sandra Hermanus-Schröder over de Vegan Church, een platform voor iedereen die ‘het verlangen heeft om goed te zijn voor Gods aarde en voor Gods schepselen’. Die veganistische kerk is geen nieuwe godheid, noch een nieuwe religie: “Het is een concrete, praktische keuze voor een compassievolle leefwijze ten aanzien van Gods hele schepping. Hoe? We kiezen voor een vegan lifestyle voor onze gezondheid, de dieren, de aarde, medemensen en vooral vanuit ons geloof. In een plantaardige leefstijl zien we mogelijkheden om het huidige lijden van Gods aarde en al Zijn schepselen te verkleinen. Gewoon, door zelf het lijden niet te willen vergroten.” Moeilijk is het niet, vindt ze: alle supermarkten hebben veganistische producten. Haar conclusie: “Kiezen was nog nooit zo eenvoudig als nu!”
Een onbalans in relaties
Christelijk opinietijdschrift De nieuwe koers stelt zijn lezers een vraag die een andere maatschappelijke kwestie aankaart: bent u racist? Binnenin een gesprek met Thandi Soko de Jong en Folkert de Jong uit Aalten. Hij is er dominee in de Protestantse Kerk in Nederland, zij is assistent in opleiding aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen. Thandi, afkomstig uit Malawi, gaat niet makkelijk naar een kerk waar zij mensen niet persoonlijk kent. “In sommige kerken gaat de kennis over Afrika niet verder dan de zendings- en liefdadigheidsprojecten die ze steunen. Dan voel ik dat ik niet echt meetel en geacht word de rol van ontvanger op me te nemen. Deze onbalans in relaties holt het wereldwijde lichaam van Christus uit. Hoe kunnen we één lichaam zijn als sommigen je niet anders kunnen zien dan als iemand die zijn hand op moet houden?”
Haar Friese man roept de PKN op veel meer na te denken over het feit dat het vooral een witte kerk is. Hij maakt zich met name zorgen over uitlatingen van ‘collega-predikanten die een witte kerk lijken na te streven’. “Als er termen als ‘onze cultuur’ en ‘bloed en bodem’ worden gebruikt, dan zijn dat voor mij rode vlaggen. Hoe kunnen we kerk zijn voor heel Nederland? Dat is de vraag die gesteld moet worden.” Zo zien zij het: Zij: “Laten we streven naar een gezond begrip voor elkaar. Angst maakt daar geen deel van uit.” Hij: Racisme is aangeleerd. Als racisme een begin heeft, dan heeft het ook een einde. Het overleeft Jezus niet.”