ColumnMarli Huijer
Een Russische tank op het Leidseplein, hoe smakeloos is dat?
Er reist een Russische legertank door Europa. Na Warschau, Berlijn, Praag en in Nederland Groesbeek komt hij donderdag aan op het Leidseplein in Amsterdam. Daar begint enkele dagen later een bijeenkomst van denkers, activisten, kunstenaars en schrijvers over de democratie en de cultuur in Europa. Debatcentrum De Balie, dat de bijeenkomst organiseert, exposeert de zwaar beschadigde tank omdat deze symbool staat ‘voor de fragiliteit en weerbaarheid van de democratie.’
Een weinig smaakvol gebaar, was mijn eerste reactie. Tanks in de openbare ruimte zijn meestal een teken van overwinning. Denk aan de Russische tank die na de Tweede Wereldoorlog in Praag stond. Of aan de tank van de geallieerden op Omaha Beach, die de landing in Normandië en de overwinning op de Duitsers symboliseert. Maar hier gaat het om een oorlogstrofee − het is een tank die vorig jaar mei in Boetsja door Oekraïense soldaten werd vernietigd.
Bij tanks van overwinnaars weet je vrijwel zeker dat de inzittenden het overleefden. Bij een buitgemaakte tank weet je vrijwel zeker dat de mannen die erin zaten, zijn gesneuveld. De Russische tank, die ‘de onoverwinnelijke’ wordt genoemd, drijft daar de spot mee: dit wapen en de soldaten die hem bedienden, waren allesbehalve onoverwinnelijk.
Rode rozen op de tank
Het smakeloze zit hem in de ontmenselijking van de vijand. Die verdient het kennelijk niet om na de dood respectvol te worden behandeld. Lang geleden liet Sophocles in de tragedie Antigone al zien dat daar gedonder van komt. Antigones allesoverheersende verlangen om haar broer Polyneikes, die sneuvelde in de oorlog die hij tegen haar andere broer voerde, te begraven, eindigde in conflicten en geweld.
Dat gebeurde ook in Berlijn, waar Russen die in Duitsland wonen rode rozen op de tank legden. Dat leidde tot woede onder andere burgers, die de bloemen probeerden te verwijderen. De spanning liep zo hoog op, dat de tank voortijdig werd weggehaald.
Die voorgeschiedenis is voor De Balie geen reden om van de expositie af te zien. Dat kan terecht zijn, als er hogere doelen in het spel zijn. De tank kan bijvoorbeeld de realiteit van de oorlog laten zien en zo de steun voor wapenleveranties aan Oekraïne vergroten. Of burgers ervan bewust maken hoe kwetsbaar de democratie in Europa is.
Primitieve reacties
Misschien kan de bijeenkomst die De Balie organiseert, die doelen dichterbij brengen. Maar geldt dat ook voor de tank? Ik vrees dat de bezoekers van het Leidseplein, veelal toeristen, het ding vooral als oorlogstrofee zullen zien. Primitieve reacties over de slechtheid van de Russen, of de slechtheid van de Oekraïners, kunnen daardoor de overhand krijgen.
Pas als daarop wordt gereflecteerd, kan dat een gesprek over oorlog, vrede en democratie in gang zetten. Maar dan moet de bijeenkomst in De Balie zich niet beperken tot de binnenruimte van het gebouw. De grote denkers en kunstenaars moeten de straat op om naast de tank met passanten in gesprek te gaan.
Dat zou meteen een goede toets zijn voor de houdbaarheid van hun ideeën: houdt de democratie ook stand als emoties het politieke en publieke domein overnemen? Of deze pr-stunt van De Balie goed uitpakt, staat of valt met de bereidheid van het centrum om daadwerkelijk te investeren in de democratie en cultuur. En om de mooie opvattingen die binnen te horen zullen zijn, en plein public, op het plein, in de praktijk te brengen.
Marli Huijer (1955) was arts, maar maakte de overstap naar de filosofie. Ze is emeritus hoogleraar publieksfilosofie. In 2015 en 2016 was ze Denker des Vaderlands. Lees haar columns hier terug.