Dominee, dat bén je, en niet alleen op zondag
Predikant is een zijnsberoep. In 'Preektijgers, pastores, pioniers' leggen dominees van diverse pluimage uit wat dat betekent.
Ze komen allemaal langs: de jonge predikant, de emeritus, de parttimer, de pionier, de poolpredikant. Het zijn evenzoveel varianten van hetzelfde beroep. En dat heeft een overstijgend kenmerk. Predikant is een zijnsberoep.
Wat dat is? In de bundel 'Preektijgers, pastores, pioniers' die gisteren verscheen ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Bond van Nederlandse Predikanten (BNP), geven verschillende dominees een omschrijving. "Het gaat erom er te zijn voor mensen, in goede en kwade dagen, zoals ook zij er voor mij kunnen zijn", zegt emeritus Renze Yetsenga. "Je bent je eigen instrument. We hebben geen dokterstas of lesmethode bij ons", leert vrijzinnig predikant Alke Liebich. Gerard van Zanden, een jonge dominee op Urk, zegt het zo: "Ik ben het gewoon, altijd".
Deze orthodoxe dominee waarschuwt ook dat de kerk niets heeft aan 'wereldlijke predikanten'. Maar juist 'de wereld' was de inspiratiebron voor de oprichting van de predikantenbond, honderd jaar geleden. Onder voorgangers was er aan het eind van de Eerste Wereldoorlog veel armoede, veel dominees hadden extra bijverdiensten nodig naast hun schaarse traktement, vertelt BNP-directeur Sjaak Verwijs. Vakbonden waren net opgericht.
"Arbeiders, organiseert u", sprak de Friese dominee en vermaard theoloog Oepke Noordmans in 1920 tot geestelijk werkers. Dankzij de BNP werd de financiële positie van dominees en van hun weduwes verbeterd. Naast collectieve belangenbehartiging, zet de bond zich ook nu nog in voor de individuele belangen van de circa 3000 leden, en ze bevordert de professionaliteit van de predikant.
Vooruitblik
De jubileumbundel is geen historische schets van het predikantschap, maar blikt vooruit, met bespiegelingen van dominees over hun positie in het veranderende kerkelijke landschap. Niettemin is wel duidelijk dat het ambt - of beroep - van karakter is veranderd. De dominee die met de 'meewerkende' domineesvrouw in de pastorie woont en in dorp of stad een notabele is, is er nog wel, maar die figuur is een uitzondering aan het worden. De moderne dominee is in een op de drie gevallen een vrouw, werkt vaker parttime dan fulltime en is niet zelden verbonden aan meerdere gemeentes tegelijk.
Ook komt het voor dat de dominee er een andere baan naast heeft. Onderzoeker bijvoorbeeld, zoals Jan Scheele-Goedhart. Hij werkt bij een onderzoeksbureau in Amsterdam, woont daar ook, en via de mobiliteitspool van de PKN werd hij voor twintig uur per week predikant in Zeist. Dat gaat best, al is het lastig op zijn bureau iets over te brengen van het evangelie. "Dat vind ik het confronterende, het ongemakkelijke zoeken naar de betekenis van woorden die op zondag zo vertrouwd klinken, maar van alle zin ontdaan lijken in de context van het gewone leven."
Die buitenwereld heeft in toenemende mate geen idee wat het predikantschap inhoudt. 'Kunt u daarvan leven? U werkt toch alleen op zondag? En zo'n preek haalt u zo van internet', kreeg Pieter Huiser, voorzitter van de BNP, ooit bij een barbecue met jongeren te horen. Zijn verweer wat hij allemaal doet kost een halve pagina, het loopt van ziekenbezoek tot stukjes schrijven voor het kerkblad. Als het tegenzit moet dat ook nog allemaal worden bijgehouden - in het boek wordt verhaald van een kerkenraad die tot op een half uur nauwkeurig wil weten waar de dominee zijn tijd aan besteedt.
Het predikantschap past niet in de hedendaagse cultuur van protocollen, beleidsplannen en effectiviteitsmetingen, schrijft Huiser. De BNP-voorzitter wil strijden voor een open plek waarin plaats is voor een gesprek over levensvragen. Met een dominee die een zijnsberoep heeft: die er ís, niet meteen met oplossingen, maar wel met tijd.
'Preektijgers, pastores, pioniers - predikantschap in de 21e eeuw', onder redactie van Liuwe Westra, is verschenen bij uitgeverij Boekencentrum (224 blz., € 15,99)
'Ik wil niet werken waar mijn vrouw niet welkom is'
Marie Hansen-Couturier (27)
Utrecht, laatste jaar masteropleiding gemeentepredikant Amsterdam aan de Protestantse Theologische Universiteit.
"Ik wilde nooit theologie studeren en ook geen dominee worden. Maar de studie bleef me trekken. Ik wil eerst promoveren, en dan predikant worden. Ik ben geen model-gelovige, ik twijfel ook. Ik vind het mooi om samen op te trekken met mensen, met wat hen in beweging houdt en hen inspireert, wat hen zin geeft in het leven. Ik wil er voor hen zijn op belangrijke momenten in hun leven.
Ik zou wel fulltime willen werken. Zo'n pioniersplek, waar met nieuwe vormen van kerkzijn wordt geëxperimenteerd, spreekt me aan, maar een klassieke gemeente ook. Ik zie mezelf nog niet in een klein dorpje op het platteland staan. Ik ben getrouwd met een vrouw, het is de vraag of ze me daar willen hebben. Ik wil niet werken waar mijn vrouw niet welkom is. Dat beperkt mijn keuze."
'God zal aangeven waar ik naartoe ga'
Yorick Breemes (25)
Rijssen, laatste jaar masteropleiding Protestantse Theologische Universiteit, locatie Groningen
"Ons vak is een roeping. Je mag God dienen, en namens Hem dienstbaar zijn aan de mensen, de kerk en de wereld. De eredienst op zondag vind ik geweldig, ik vind het mooi om een preek te houden. Ook het bezoekwerk aan gemeenteleden spreekt me aan.
Het ambt heeft ook moeilijke aspecten, dat je iets met je vriendin hebt gepland maar dat er een overlijden tussendoor komt. Dat laatste gaat voor, dat weet je. Ik vind het nu lastig te overzien waar ik na mijn studie terecht ga komen. Ik ben in kerken in het midden inzetbaar, en rechts daarvan.
Ik zou een fulltime aanstelling mooi vinden, in één gemeente, of twee. Ik hoop mij in de herfst beroepbaar te stellen. Ik zal dan luisteren naar de roepstem van God, Hij zal aangeven waar ik naartoe ga."
Lees ook: wie is de dominee?
Er zijn er meer dan drieduizend van, maar het archetype voldoet aan het volgende signalement: blanke man, rond de 55 jaar, gehuwd, met uitwonende kinderen. Hij is ietwat introvert aangelegd, werkt niet om aanzien te verwerven maar is wel trots op zijn werk.