Jongeren in de kerk
Deze kerk weet jongeren juist heel goed aan zich te binden
Het is pittig voor kerken om jongeren aan zich te binden. De verwachtingen moeten niet te hooggespannen zijn, maar theologen zien wel mogelijkheden. De Nieuwe Kerk in Utrecht is een voorbeeld, met een ‘theologisch sausje’.
Een protestantse gemeente met vooral jonge mensen, dat is al vrij bijzonder. Een kerk van twintigers en dertigers die uit haar voegen barst, dat is helemaal zeldzaam in de protestantse kerk in Nederland.
Maar het bestaat, in Utrecht. De Nieuwe Kerk daar met haar 1600 leden – meest twintigers en dertigers – groeit zo hard dat deze PKN-gemeente in november is uitgebreid met een tweede locatie in een gebouw van een gemeente die vergrijst.
Hoe kan dat? Die vraag is van belang, nu de Protestantse Kerk Nederland (PKN) heeft aangekondigd de komende jaren in te gaan zetten op jongeren – en dat neemt ze ruim: tussen de 15 tot 45.
Verwachtingsvol bidden
De predikant van de Nieuwe Kerk, de 42-jarige Dirk de Bree, draagt zelf de meest nuchtere verklaring aan voor de aantrekkingskracht van zijn kerk op jongeren: een kerk met jonge mensen trekt andere jonge mensen. Maar hij is ervan overtuigd dat die bloei is begonnen omdat oudere gemeenteleden zich dertig jaar geleden niet neerlegden bij hun krimpende kerk, maar ‘verwachtingsvol zijn gaan bidden’.
De dominee ziet ook andere factoren. Zoals de sterke gerichtheid op het dagelijks leven. Het team duurzaamheid organiseert bijvoorbeeld regelmatig acties. Rond het verminderen van plastic, of het kopen van duurzame kleren. “Duurzaamheid is een belangrijk ding onder jonge mensen”, weet De Bree. Dat willen zij terugzien in hun kerk.
Hij noemt ook de ruimte voor het eigen initiatief. “Als iemand een idee heeft, dan kan dat al snel.” Voordeel voor zijn kerk is natuurlijk ook dat Utrecht een studentenstad is. De banden met de christelijke studentenverenigingen zijn goed.
Er is meer. Van nieuwe leden hoort de predikant dat de kerk een thuisgevoel geeft, ook al is zij groot. Dat komt met name doordat de leden ‘worden uitgedaagd’ mee te doen in kleine kringen van zes tot acht mensen die door de week bij elkaar komen. Dat zijn vaak hechte groepjes. “Ze worden centraal aangestuurd door het thema waarover op zondag wordt gepreekt.”
Huwelijkscursussen
Los van die kringen zijn er huwelijkscursussen, trainingen in gebed en een scala aan andere mogelijkheden voor verdieping. “Ons DNA komt daaruit voort”, zegt De Bree.
Maar bovenal telt: dat DNA heeft een heel heldere identiteit. Uit onderzoek blijkt dat een duidelijk profiel het allerbelangrijkste kenmerk is van bloeiende kerken. De Bree is zelf huiverig voor labels, maar hij weet dat er over zijn kerk gesproken wordt als ‘gewoon PKN met een evangelisch sausje’. Affiniteit met de evangelische hoek is er zeker, zegt de predikant van de voormalige midden-orthodoxe kerk. “We hebben een duidelijke kern. Bijbeluitleg, aandacht voor het werk van de Heilige Geest, gericht op een persoonlijke relatie met God.” In de dienst worden evangelische en traditionelere liederen gezongen – zowel band al orgel hebben een plaats. “En in de preken zit een vrij orthodox geluid.”
De PKN waar de Nieuwe Kerk bij hoort, verliest landelijk jaar na jaar zo’n zestigduizend leden. In de organisatie is lang gedacht dat dat vooral komt doordat oude leden overlijden. Uit een nadere analyse van de cijfers van 2019 blijkt dat dat inderdaad voor veertig procent opgaat. Maar die andere zestig procent neemt uit zichzelf afscheid van de kerk, op betrekkelijk jonge leeftijd. “Als dat zo is, dan gaat er iets fundamenteel fout”, zei directeur Jurjen de Groot van de dienstenorganisatie, geschrokken door het gegeven dat als deze lijn zich doorzet, er over 25 jaar geen jongere meer in de kerk zit. Daarom wil de PKN het tij keren, door de komende jaren alle kaarten te zetten op het binnenhouden van de jongeren die er nog zijn, en het binnenhalen van jonge mensen met zingevings- en geloofsvragen.
‘Snelle antwoorden zijn er niet’
Is de Nieuwe Kerk in Utrecht de PKN-kerk van de toekomst, heeft zij de sleutel in handen voor een groeiende kerk vol met jonge mensen? “Het is heel goed dat de Protestantse Kerk inzet op jongeren, ik ben blij dat dit thema zo hoog op de agenda staat”, reageert Ronelle Sonnenberg (40), universitair docent praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, gespecialiseerd in jeugd en geloof. “Maar snelle antwoorden zijn er niet. Dit vraagstuk is zo complex dat je er niet met eenduidige antwoorden uitkomt.”
De complexiteit zit allereerst in de cijfers. Jongeren haken massaal af, maar niet bij elke kerk in gelijke mate. Sonnenberg wijst op onderzoek van de PKN zelf, dat sommige kerken ‘jonger’ zijn dan andere: “Twintig procent van de kerken heeft vijftig procent van de jongeren. En die kerken zitten iets meer rechts van het midden dan in het midden of links daarvan.”
De evangelische kant
Dan lijkt de keuze snel gemaakt: kerken moeten orthodoxer worden, of evangelischer – ook buiten de PKN trekken nieuwe evangelische gemeenschappen veel jonge mensen. Deze conclusie is Sonnenberg te eenvoudig: “Ik zie wel dat een grote groep naar de evangelische kant gaat, maar ik vind het te eenzijdig om te zeggen dat alleen evangelische gemeenten het dus goed doen. Er zijn ook grote groepen jongeren die naar Taizé gaan. Die kloostergemeenschap in Frankrijk put uit andere bronnen, er is andere muziek. Het evangelische spreekt een deel van de mensen aan, andere gemeenten sluiten aan bij andere mensen.”
Eén model is er niet, zegt Sonnenberg. Maar ze ziet wél een overeenkomst tussen Taizé en de evangelische kerken: bij beide gaat het om een ‘geleefd geloof’, om ‘mensen die bewust het geloof handen en voeten geven’. En het gaat om ervaringen en het duiden daarvan. Dat geldt voor jongeren die in de kerk zitten, maar ook voor jonge mensen buiten de kerk met zingevingsvragen. “In de kerk denken mensen na over wie we zijn, daarover kunnen we het gesprek aangaan, en we kunnen helpen met het duiden van ervaringen, bijvoorbeeld van gebrokenheid”, denkt Sonnenberg. “Geloof hoeft daarbij geen hindernis te zijn, het kan juist heel authentiek zijn als ik zelf zeg waarom geloof belangrijk is voor mij.”
Ervaringen en relaties zijn voor jonge mensen belangrijk, veel belangrijker dan de traditionele indeling naar geloofsopvatting – vrijzinnig, orthodox, evangelisch. Dat zegt hen niets, zo meldt Sonnenberg. Daarom ook weet ze dat kerken met een mix aan theologische visies en een duidelijk accent op jongeren óók aantrekkelijk kunnen zijn. De PKN-kerk in een nieuwbouwwijk in Alphen aan den Rijn is er een voorbeeld van. Maar omdat ze daar zelf dominee is geweest, wil ze daar niet al te zeer naar verwijzen.
Verlegenheid in gezinnen
Uit die tijd én uit de literatuur weet de theoloog ook hoe belangrijk de ouders zijn voor het doorgeven van het geloof. “Alle onderzoek bevestigt dat de geloofsoverdracht in eerste instantie thuis gebeurt. Maar ouders krijgen minder steun van de samenleving. Gelovigen zijn in de minderheid, er zijn meer gemengde huwelijken. En iedereen heeft het druk. Dat levert in gezinnen verlegenheid op. Hoe doen we het bijvoorbeeld met het gebed, hoe geef je dat vorm als steeds minder mensen om hen heen dat ook doen?”
Om die reden is Sonnenberg blij dat de PKN de groep jongeren ruim definieert, tot 45. “Gelukkig pakken ze die middengeneratie ook mee.”
Want die generatie zit niet meer in de kerk, vult religieus trendwatcher Corjan Matsinger (44) aan. Hij ziet dat veel jongeren die nog wel naar de jeugdclub gaan van de kerk, afhaken als ze gaan studeren. Zelf organiseert hij popquizzen, waarbij muziek en spiritualiteit worden gecombineerd. Hij staat soms versteld van de grote argwaan richting het instituut kerk. “Ze willen daar absoluut niet mee geassocieerd worden. Terwijl er wel behoefte is aan zingeving, aan stilte, aan vertraging.”
Praten als Brugman
Gegeven al die lastige omstandigheden, vindt Matsinger het dapper dat de PKN gaat proberen weer aantrekkelijk te worden voor jonge mensen. “Je moet praten als Brugman om de beeldvorming rond kerk en spiritualiteit te overwinnen. Het getuigt van lef dat de PKN de jongeren op de agenda zet. Ze durft zichzelf recht in de ogen te kijken. Misschien hadden ze het twintig jaar eerder moeten doen, maar ze doen het wel.”
Kansen zijn er, denkt Matsinger. Hij ziet wel wat in de kringen die de Nieuwe Kerk heeft door de week, die komen tegemoet aan de behoefte aan framily bij jonge mensen, een combinatie van familie en vrienden. “Ze willen niet in twintig subgroepen, maar zijn op zoek naar een kleine, overzichtelijke gemeenschap. De kerk moet in die framily zitten, en dat kan misschien met zo’n kring.”
Ook zou de reli-ondernemer en godsdienstleraar aan een middelbare school adviseren door te gaan met pioniersplekken, waar wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van kerk-zijn. Kunst en muziek kunnen een insteek zijn, suggereert Matsinger, net als de beweging van groene kerken en de alternatieve leefgemeenschappen die jonge gelovigen opzetten.
Matsinger ziet mogelijkheden, maar hooggespannen verwachtingen heeft hij niet. “De kerk zit in de marge van de maatschappij. Dat is de harde conclusie, en dat gaat nog wel even door.”
De ‘fixatie op getallen’ moet eraf, vindt theoloog Sonnenberg. “Kwantiteit is een factor, maar kwaliteit weegt zwaarder.” Daarom plaatst ze een kanttekening bij de relatie die er gelegd wordt tussen leeftijd en vitaliteit. “Als je de vitaliteit van de kerk uitdrukt in het aantal jonge leden, doe je het niet goed. Vitaliteit gaat om de mate waarin het geloof richtinggevend is en je daarnaar handelt. In die zin kunnen kerken met oudere leden ook heel vitaal zijn. Ik ben wel realistisch, maar niet somber.”
Lees ook:
Protestantse kerk zoekt manieren om jonge mensen aan zich te binden: ‘Er gaat iets fundamenteels fout’
De protestantse kerk wil jongeren weer aan zich binden. Velen verlaten de kerk. ‘Er is een mismatch, we missen de aansluiting.’
Is het wel zo erg als jongeren niet meer in de kerk komen?
Het landelijk bestuur van de Protestantse Kerk in Nederland buigt zich over een hoofdpijndossier: de kerk krimpt al jaren, en uit een nieuwe analyse blijkt dat zo’n 60 procent van de krimp veroorzaakt wordt door jongeren die zich uitschrijven. Hoe erg is dat?