null

Essay#nietmijnantroposofie

Désanne van Brederode is verbijsterd: corona drijft antroposofen in extreemrechtse armen

Désanne van Brederode vraagt zich af wat er met ‘haar’ antroposofie aan de hand is. Het wantrouwen over Covid-19 en overheidsmaatregelen is in antroposofische kringen uitgegroeid tot stemmingmakerij.

Désanne van Brederode

Om te beginnen: het is in antroposofische kringen niet ongebruikelijk om te reflecteren op actuele maatschappelijke onderwerpen en verschijnselen en op de vraag hoe er mee om te gaan.

Anders dan in veel andere spirituele, new age-achtige kringen, wordt denken er niet ondergeschikt gemaakt aan het volgen van je gevoel en heet wetenschap er niet al meteen verdacht: hooguit betreurt men de eenzijdigheid ervan en tracht die aan te vullen met een meer holistische benadering.

Bij een zienswijze blijft het niet: de visie wordt ook praktisch vormgegeven en dat al een eeuw lang, op zoveel terreinen, van landbouw tot geneeskunde, van onderwijs tot kunst, van ondernemerschap tot het bankwezen, zoals de Triodos Bank bewijst. Voor mij maakt dit antroposofie geloofwaardig. De praktische gerichtheid voorkomt bovendien dat alle aandacht alleen nog maar uitgaat naar de eigen spirituele ontwikkeling.

null Beeld Irwan Droog
Beeld Irwan Droog

Désanne van Brederode is filosofe en schrijfster. Ze schreef onder andere de romans Ave verum corpus, Hart in hart, Vallende vorst, Wonderlamp en de essaybundel De ziel onder de arm.

Wel betreft het dan vaak reflectie op onderwerpen die grondlegger Rudolf Steiner ook al onderzocht, zoals de voortschrijdende techniek en een door en door verwetenschappelijkt, materialistisch mens- en wereldbeeld, de omgang met de levende natuur, de ontwikkelingsfasen van het kind, de betekenis van de schone kunsten en alles wat samenhangt met ziekte, gezondheid, sterven en het leven tussen dood en geboorte, uitgaande van het geloof in reïncarnatie.

Zodra zich iets aandient waarbij zijn werken en voordrachten niet zijn te raadplegen, wordt het lastiger, viel mij als Vrije School-leerling al geregeld op. Helemaal glad ijs wordt het, wanneer een nieuwe situatie erom vraagt in de spiegel te kijken en jezelf, waar nodig, kritisch tot eigen inspiratiebronnen te verhouden. Je zou er het onzichtbare ‘waarachtige, loyale antroposoof’-keurmerk mee kunnen mislopen of verspelen.

Rudolf Steiner heeft racistische uitspraken gedaan en, hoewel die er zeker waren, niet elke antroposoof zat in de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Er waren zelfs ronduit ambitieuze fascistische antroposofen.

Antroposofen stonden gebroederlijk naast extreemrechtse groeperingen

Terwijl ik werkte aan een nog te schrijven boek, verdiepte ik me in de verbindingen tussen esoterie en nazisme. Helaas. In precies diezelfde tijd zag ik op sociale media beelden van de grote demonstraties in Duitsland tegen de coronamaatregelen aldaar. Antroposofen gebroederlijk naast nationalistische en extreemrechtse groeperingen. Zingend, dansend, juichend en applaudisserend voor speeches waarin de woorden en vrijheid en autonomie centraal stonden en echt Duitse verworvenheden heetten.

Het leek bij de demonstaties meer te gaan over de vrijheid van het eigen lichaam dan over Geistesfreiheit. Het dragen van een mondkapje was een vreselijker vooruitzicht dan aangeraakt te worden door de wuivende banieren van openlijke ‘foute’ en agressieve groeperingen. Een Duitse, notoire antroposofie-basher, Olivier Rautenberg, publiceerde foto’s, speeches en namen van de antroposofische voorhoede in deze ‘vrijheidsstrijd’ op zijn blog en hij deed onderzoek naar de artikelen over corona die op sommige Duitse Waldorfscholen onder docenten en ouders werden verspreid.

Ik was verbijsterd. Niet alleen over dit (hernieuwde) samengaan van extreemrechts en antroposofie, maar minstens zo zeer over de felheid waarmee ook enkele Nederlandse antroposofen de demonstraties toejuichten én de kritiek op het samengaan afwimpelden als overtrokken nepnieuws. Curieus.

De boodschapper mocht dan misschien een zelfverklaarde vijand van de antroposofie zijn, dat deed aan zijn bevindingen toch niets af? De artikelen en YouTube-video’s die hij toonde waren echt, want eveneens te vinden op websites van de betreffende personen, en er was geen woordje in veranderd. De enig passende reactie op dit schokkende samengaan leek mij: je er op persoonlijke titel van distantiëren. Desnoods met een hashtag #nietmijnantroposofie, of korter nog: #nietinmijnnaam.

Aanvankelijk viel het me niet zo op

In eigen kring beleefde ik het toen nog anders. In de eerste lockdown voerde ik veel meer telefoongesprekken met antroposofisch geïnspireerde vrienden en vriendinnen dan met anderen. Al viel me dat aanvankelijk nog niet zo op. Ieder van hen stelde andere vragen aangaande het virus en de omgang ermee: zo heel anders dan een uitwisseling van meningen, oordelen en persoonlijke emoties, zoals in actualiteitenrubrieken en aan talkshowtafels, en dat trof me.

De nuance, de beweeglijkheid om de fenomenen vanuit vele perspectieven te bekijken, zonder ook maar de intentie om tot een eenduidig antwoord te komen. Soms betrapte ik mezelf op de enigszins aanmatigende gedachte dat de antroposofie eindelijk begon te lijken op het ideaal dat Steiner voor ogen stond: een levendige, zich blijvend ontwikkelende, lerende beweging van mensen die hetzelfde spirituele verlangen delen.

Terwijl ik dit bedacht, bereikte me zo vanaf de zomer nu en dan per email een brandbrief, rondgestuurd door een antroposofische vriend(in) en afkomstig van iemand die hij of zij niet persoonlijke kende, maar die hoopte dat zoveel mogelijk antroposofen kennis zouden nemen van de inhoud.

Dergelijke brieven waren doorgaans omvangrijker dan dit artikel en werden gekenmerkt door een paar wonderlijke verschuivingen in zowel inhoud als toon en stijl. In het eerste deel uitte de auteur zijn of haar persoonlijke bezorgdheid om de tijd waarin we leefden en waarin vrijheid, broederschap en liefde voor de aarde, de natuur, de toekomst, meer en meer in het gedrang raakten. Werden mensen opzettelijk angstig en onzeker gemaakt en gehouden, omdat ze hierdoor makkelijker te manipuleren zijn? Kon je met een spirituele, bewuste, meditatieve blik achter de verschijnselen en de maatregelen kijken, om zo iets groters op het spoor te komen?

Dan moduleerde de toon naar die van een onderzoeksjournalist die hoogst objectief zijn bevindingen deelde en veel berichten uit de ‘mainstream media’ ontmantelde als je reinste propaganda. Die uitspraken, statistieken en prognoses van deskundigen moeiteloos kon weerleggen met uitspraken van andere deskundigen, die opzettelijk uit het nieuws werden geweerd. Dit gedeelte ging vergezeld van de mededeling dat de auteur dit nu al weken achtereen bestudeerde en steeds dieper in de materie was doorgedrongen: hij of zij wist waarover hij het had.

Ten slotte volgde het gedeelte met de conclusies, dat zich, door de bondigheid en de resolute toon, (“Dit is wat er echt aan de hand is!”) liet lezen als een pamflet. En dat niet alleen: met een paar gebundelde opstellen en redevoeringen van Joseph Goebbels en het eclectisch esoterische boek De mythe van de 20e eeuw van de nationaalsocialistische partijideoloog Alfred Rosenberg binnen handbereik, beleefde ik meer dan slechts een vage déjà vu. Zeker waar in één schrijven opeens, als uit het niets, het taalgebruik van Franklin D. Roosevelt werd aangevallen en waar de woorden joods en socialistisch een paar maal in één adem werden genoemd, in negatieve zin.

Wat was hier aan de hand?

Het zogenaamd eigen onderzoek bleek bij nadere beschouwing helemaal niet zo eigen en origineel: het bestond vooral uit het aanklikken en bestuderen van filmpjes en teksten die al door anderen waren samengesteld of geselecteerd en algoritmen deden de rest.

Een verschrikkelijke strijd om de macht, die nu in de oorlogsfase was. Pardon?

Mijn verbijstering groeide. Juist degenen die nu de achterban inlichtten over het huiveringwekkende masterplan achter de coronapandemie, had ik, ondanks hun zorg om de aarde en de toekomst van de mensheid, nooit eerder op diepgaande interesse voor wereldpolitiek, oorlogen en mensenrechten(schendingen) betrapt. Door mijn vriendschap met veel politieke en oorlogsvluchtelingen, sommigen in gevangenschap verschrikkelijk gemarteld, vond ik het nogal wat dat deze bezorgde antroposofen Nederland nu opeens met een dictatuur vergeleken en in hun retoriek de schijn wekten dat er al tijden een verschrikkelijke strijd om macht over de gehele mensheid gaande was, die nu, door corona, openlijk de oorlogsfase was ingegaan. Pardon?

Even pijnlijk was het dedain waarmee er werd gesproken over al diegenen die niet durfden of wilden zien wat er ‘echt’ gaande was en is. Voorwaar, de eerste stap naar polarisatie binnen de eigen gelederen, door het scheppen van een schijntegenstelling: antroposofen die na lezing nog steeds niet geloofden in de uitkomsten van het zo doorwrochte onderzoek, werden impliciet terzijde geschoven als onkritische kuddedieren die hun herders in blinde gehoorzaamheid volgden.

Extra zorgelijk werd het, waar aan uitspraken van Steiner werd gerefereerd, ter ondersteuning van dit grote, noodzakelijke verzet tegen het grote kwaad. Jammer genoeg leent het werk zich daar uitstekend voor. Dat wil zeggen, als je het snel leest en over alles en nog wat voordrachten van ‘kenners’ volgt, spiritueel gulzig en vanuit de wens voortaan door het leven te kunnen als iemand die inziet hoe alles met alles samenhangt, die op ieder terrein een spirituele deskundige is, die uiteraard niets meer van medemensen of het leven zelf hoeft te leren. Precies die instelling wreekte zich nu.

Ik kreeg de indruk dat eerdere teleurstellingen in de politiek, in de wetenschap, in de media en/of het bedrijfsleven opeens werden geprojecteerd op deze crisis. “Jullie hebben nooit naar ons geluisterd, en aha, eindelijk snappen we waarom dat was!”

Misschien ben ik geen ‘echte’ antroposoof

Ik begrijp dat die frustratie zo sterk kan zijn, dat je blij bent dat alternatieve media je bevestigen in je vermoeden dat de onwil om naar jou te luisteren geen onverschilligheid of minachting was, maar onderdeel van een plan – en daarvoor bewijzen aandragen. Ik begrijp dat je, in een mengeling van geschoktheid en enthousiasme, je geestverwanten deelgenoot wilt maken van de ‘waarheid’ en ook hen dit ontwaken ‘gunt’. En ze wilt oproepen om samen met jou ten strijde te trekken. Ik begrijp dat antroposofen dit zelfs verbinden met wat in onze kringen ‘de missie van Michaël’ wordt genoemd.

Maar wat ik niet kan begrijpen, is dat mensen in één en dezelfde zwier extreemrechtse en nationalistische partijen en groeperingen omarmen. Niet alleen in demonstraties zij aan zij staan, zonder daar later uitdrukkelijk afstand van te nemen, maar alwéér dezelfde ideeën en formuleringen overnemen. Of deze op z’n minst het voordeel van de twijfel gunnen, door te grossieren in vage abstracties die buiten elke verdenking vallen.

Ik heb weinig recht van spreken. Ik ben misschien geen ‘echte’ antroposoof. Ik heb niet het gehele oeuvre van Steiner gelezen: soms wil ik heel lang rondlopen met één voordracht en die de kans geven om zich in mij te ontvouwen. (Dat heb ik geleerd van het periodeonderwijs op de Vrije School). Ik doe niet dagelijks de aanbevolen meditaties en houd er geen consequent antroposofische levensstijl op na. Het was nooit mijn doel om een ‘echte’ antroposoof te worden: ik zie antroposofie en haar bewegingskunst euritmie als hulp om zo goed mogelijk een echte naaste en een echte, belangstellende, open, lerende wereldburger te worden.

Nee, ik wil de antroposofie niet terzijde schuiven

Kan ik de antroposofie dan niet gewoon terzijde schuiven, nu blijkt dat sommige antroposofen zo makkelijk te verleiden zijn tot extreemrechts gedachtegoed? Nee, dat kan en wil ik niet. Juist omdat ik in deze coronacrisis ook heb mogen zien, en nog zie, hoe prachtig antroposofie zich blijft ontwikkelen in de Antroposofische Vereniging en in individuele mensen, en meer en meer met de wereld en haar vragen en noden samengroeit.

Nooit zal ik pretenderen dat ik Steiner ken, maar ik weet één ding wel: hij reikte mij inzichten aan zonder welke ik nu niet deze persoon was, die met actieve hoop midden in het leven wil staan en kan wakker liggen van de grootste gruwelijkheden, zonder antwoorden, maar ook zonder moed te verliezen en bitter te worden. Iemand die idealen koestert en gelooft in onbewijsbare zaken – louter omdat eigen ervaringen met het bovenzinnelijke sterker bleken dan mijn sceptische en cynische pogingen tot weerlegging ervan – en die regelmatig faalt, tekortschiet, en niettemin wil doorgaan, met wie en wat er ook op mijn weg komt, met zelfrelativering en humor en verbeeldingskracht. Vragend. Verwonderd. Lerend. Zoals dat past bij bezielde, geestelijke wezens.

Een ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. En laat het nou net antroposofie zijn, die ervan uit gaat dat mensen meer zijn dan een diersoort en dat er van eerder gemaakte fouten niet slechts valt te leren, nee, ze kunnen, mogen worden hersteld.

Karma noemen ze dat bij ons. Maar wie zijn wij?

Lees ook:

Op Rudolf Steiner valt niets aan te merken: ‘Hij is de grote meester die we in deze tijd nodig hebben’

Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, is ‘de grote meester die we nodig hebben in deze tijd’, vindt zijn biograaf Hans Stolp. Daar doen de beschuldigingen van racisme aan Steiners adres niets aan af, betoogt hij.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden