ColumnWelmoed Vlieger
De zwakte van het geloof is juist zijn grootste kracht
Is geloof een teken van zwakte? Absoluut, zo zegt de overtuigde atheïst. Laten we toch eens stoppen met die vrome huichelarij en gaan staan voor onze eigen verantwoordelijkheid! Natuurlijk, zo zeggen ook de nietzscheanen. Weg met dat ergerlijk lafhartige zondebesef, dat leunen op een almachtige God in plaats van op de oorspronkelijke, vitale moraal!
Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat christelijk geloof een teken van zwakte is. Sterker nog: juist dat zie ik persoonlijk als zijn grootste kracht.
Toegegeven, het heeft ook wel iets ergerlijks: een mens van vlees en bloed die alles en iedereen achter zich laat, zichzelf de Zoon van God noemt en allen tot zich roept die ‘vermoeid en belast zijn’. Een jongeman nog, nota bene in de bloei van zijn leven, die zich vervolgens vrijwillig laat oppakken, aftuigen en aan het kruis laat nagelen. Hoe zou zo iemand een voorbeeld, ja zelfs een Verlosser voor mensen kunnen zijn? En dan die Vader die altijd maar klaarstaat en ieder mens vergeeft, wat hij ook gedaan heeft. Voltaire zei al over God: “Vergeven is zijn beroep”.
Ik kan er niet naar kijken
Dan zijn er natuurlijk nog de talrijke ergerlijke beelden van de televisie- of internetdominee die als een heuse showmaster, vol glimmende trots, de jonge vrouw of man presenteert die zich van de drugs en criminaliteit heeft afgewend en nu ‘in de Heer’ is. Ik kan er niet naar kijken. Ergerlijk zijn ook die mensen die om het hardst roepen dat ze christen zijn en bij elke noemenswaardige gelegenheid met de Bijbel zwaaien en die toch geen kans voorbij laten gaan hun buren te veroordelen om hun handelwijze of taalgebruik, hun armetierige uiterlijk of rommelige tuin.
Wat mensen van het christelijk geloof maken kent vele bezwaren, te veel om op te noemen zelfs. Kracht in zwakheid, wat een opgave. En toch. Geloof is een teken van zwakte, omdat je bent opgehouden te denken dat je het allemaal op eigen kracht wel weet en kan en redt.
Ook de coronacrisis laat weer zien dat die zelfredzaamheid uiterst kwetsbaar is. Juist in tijden van crisis, waarin mensen bruut op zichzelf worden teruggeworpen, nemen groeps- en identiteitsdenken navenant toe, zoals ook onderzoeken uitwijzen. Ook nu. Aan alle kanten verharden de ‘kampen’ en bubbels zich. Niet alleen tussen politiek links en rechts, maar ook rond de vraag wat nu de waarheid rond Covid-19 is en in het mondiale racismedebat. Niet het individu-zijn, maar het vóór alles lid-zijn van een groep – het wij/zij-denken – bepaalt steeds meer het publieke debat.
Op een andere manier kijken
Juist dat maakt het geloof, mét alle ergernissen en bezwaren, voor mij zo waardevol: het leert je op een andere manier kijken. Geloof is: mensen hebben mensen nodig die hen verder helpen in levensvragen.
Geloof is daarom vooral: mensen hebben God nodig.
Geloof is: kijken naar een wereld verloren in schuld – niet met cynisme maar vanuit bewogenheid, en juist daarom niet afzijdig kunnen en willen blijven.
Geloof is: groot zijn door klein te zijn, door dienend te zijn, door ook de ander het licht te gunnen. Met vallen en opstaan.
Geloof is: zich niet mee laten nemen in collectieve neurose, in het verstikkende harnas van groepsdenken, maar enkeling durven zijn, dwars door het verlies van houvast heen. Voor de gelovige is dit niet zonder de geest van Christus mogelijk.
Welmoed Vlieger (1976) studeerde wetenschap van godsdienst en levensbeschouwing, en ook wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. Lees haar columns hier terug.