De zin vanJoram Rookmaaker
De zin van rabbijn Joram Rookmaaker: Waar gaat het voor jou werkelijk over?
Meer en minder bekende Nederlanders vertellen over hun persoonlijke leefregel of inspirerende zin. Vandaag: rabbijn Joram Rookmaaker van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam.
“Ik stel me voortdurend, bij alle dingen die gebeuren, de vraag: ‘Waar gaat dit nu werkelijk over?’ Bij elk contact, bij elke verbinding, bij mooie dingen of juist bij conflicten en nare situaties. Wat is de laag die eronder zit, dieper, persoonlijk, voor de mens met wie ik te maken heb?
“Als rabbijn komen er geregeld mensen naar mij toe die ergens mee worstelen, of die bijvoorbeeld een conflict met elkaar hebben. Soms lijkt het dan te gaan over geld, of over ‘toen zei die dat en deed-ie dat’. Maar in werkelijkheid gaat het nooit over die dingen aan de oppervlakte. Het gaat ten diepste over erkenning: je wilt gezien worden, of er wordt voorbijgegaan aan iemands pijn.
“Wil je een stap verder met elkaar komen, dan moet je altijd die vraag stellen. Ik ben ook minder geïnteresseerd in die bovenste laag, heb het geduld niet voor die dingen. Mijn streven is altijd meteen om daaronder te kijken. Doe je dat niet, dan loop je het risico om bezig te zijn met gevolgen van gevolgen van gevolgen, dan wordt het zo complex dat het geheid leidt tot misverstanden, onvrede en ruzie. Super verdrietig is dat.
Journalist, psycholoog of rabbijn
“Toen ik ooit een beroepskeuzetest deed, kwam daar uit dat ik journalist, psycholoog of rabbijn wilde worden. Allemaal beroepen die zich met precies diezelfde vraag bezighouden: wat ligt eronder? De wereld zou een stukje beter en harmonieuzer zijn op het moment dat we die vraag meer ruimte zouden geven. Want álles gaat uiteindelijk over hoe mensen onderling met elkaar omgaan. Ook politiek.
“Er zijn mensen die liever van deze vraag weg blijven. Doorgaans omdat daar pijn onder zit. Zoals je liever niet naar een ontstoken wond kijkt, omdat dat op zich al pijn doet. Ik begrijp dat wel. Alleen leidt dat niet tot genezing. Een heleboel mensen zijn ook helemaal niet gewend om het met elkaar te hebben over wat er in hen omgaat, omdat het soms comfortabeler is om aan de oppervlakte te blijven.
“Dat mijn ‘inspirerende zin’ een vraag is, is kenmerkend voor de joodse traditie. Wij zijn gewend elkaar te bevragen, de werkelijkheid te bevragen, discussie te voeren. Daarom vullen de rabbijnse teksten en commentaren ook zoveel boekenkasten, dat is hoe het werkt. Je start vanuit de verhalen, de Tenach, de voorschriften, maar hoe je dat betekenis geeft in het dagelijks leven, daar komen heel veel vragen aan te pas. Elk antwoord levert namelijk weer een nieuwe vraag op. En zorgt voor veel discussies. De ene rabbijn vroeg zich af hoe iets zit, en schrijft dan op hoe hij ernaar kijkt. De andere rabbijn komt dan met vragen: ‘Heb je dit meegewogen?’, om maar iets te noemen. Het doel van die discussies is te komen tot de essentie van de tekst. De bedoeling kunnen bevatten; waarom wordt iets zo geformuleerd?
“Om deze reden hanteer ik als jood de term ‘geloof’ niet graag. Het jodendom kun je zien als een religie, een traditie, een volk, een levenswijze. Maar niet slechts als ‘geloven’, want dat gaat juist niet over vragen stellen. Dat stopt het debat, en dan is het niet interessant meer.
“Neem nu koosjer eten. Natuurlijk is dat een belangrijk voorschrift. Maar ik zou hier ook weer vragen naar waar het hier werkelijk over gaat: het streven je bewust te zijn van wat je in je mond steekt. Want wat je tot je neemt heeft invloed op wie je bent.”
Lees ook:
De zin van Jonge Theoloog des Vaderlands Tabitha van Krimpen
Veranderen wat kan, accepteren wat niet kan