PKN
De pastor doet zijn intrede in de Protestantse Kerk
De Protestantse Kerk in Nederland introduceert mogelijk een nieuwe functie: die van pastor. Deze krijgt net als de predikant de bevoegdheid om te preken, te dopen, het avondmaal te leiden, huwelijken te sluiten, de zegen uit te spreken.
Het voorstel om een pastor te introduceren doet het dagelijks bestuur van de PKN aan het algemeen bestuur. Deze synode beslist daar zaterdag 12 juni over. Dat besluit moet een einde maken aan een slepende discussie in de PKN over de positie en opleiding van de ‘dienaren des Woords’ in de krimpende kerk, die druk experimenteert met nieuwe vormen.
Veel gemeenten hebben nu naast een academisch opgeleide predikant een kerkelijk werker in dienst, die over het algemeen een hbo-opleiding heeft gedaan. Kerkelijk werkers hebben niet automatisch de bevoegdheid om te preken en de sacramenten te bedienen. Zij kunnen daar wel om vragen, en naar schatting van de werkgroep die het algemeen bestuur adviseert, leidt zo’n zestig procent van de kerkelijk werkers vieringen met alles erop en eraan.
Die praktijk wil het dagelijks bestuur van de PKN nu formaliseren en van een nieuwe naam voorzien. De functie van kerkelijk werker blijft bestaan, maar de kerkelijk werker die voorgaat en de sacramenten bedient, wordt pastor. Die pastor mag in het hele land diensten gaan leiden en sacramenten bedienen. De bevoegdheid is nu in principe beperkt tot de eigen gemeente. Voor de nieuwe functie komt wat het dagelijks bestuur betreft een nieuwe master aan de Protestantse Theologische Universiteit. Daarvoor wordt een adequate hbo-opleiding vereist.
Kennis van Hebreeuws en Grieks
Met name de opleiding van de voorganger ligt in de PKN heel gevoelig. Predikanten krijgen in hun academische opleiding les in Hebreeuws en Grieks, zodat zij de Bijbel kunnen lezen in de taal waarin die is geschreven. Dat is noodzakelijk voor een goede preek, schreef bijvoorbeeld de Haagse predikant Ad van Nieuwpoort in Trouw: “Je niet laten leiden door een oppervlakkig zondagsschoolgeloof maar zelfstandig die teksten kunnen lezen, dat is het eigene van het predikantswerk.” Het getuigt volgens hem van minachting van het vak van predikant om beheersing van de grondtalen niet langer te vereisen van een voorganger.
De dagelijkse leiding van de PKN nuanceert die noodzaak. Ze neemt het advies van de werkgroep over voor een master voor de pastor, zonder Hebreeuws en Grieks. Dat kan, schrijft de werkgroep. De eisen voor een voorganger zijn afhankelijk van tijd en plaats. Tegenwoordig is veel informatie over de teksten makkelijk verkrijgbaar. Collega’s kunnen pastores helpen, aldus de opstellers van dit rapport. Bovendien: de preek is niet het enige dat telt, het ‘gezicht’ van de kerk moet van veel meer markten thuis zijn.
In eerdere discussierondes heeft de synode gesproken over een nieuwe parttime-opleiding voor ouderlingen en diakenen die willen voorgaan. Dat zou met name een uitkomst zijn voor de zogenoemde pioniersplekken, moderne, vaak kleinschalige kerkelijke initiatieven. Deze variant komt in de huidige voorstellen niet terug.
Lees ook:
Doe de dominee niet in de uitverkoop
Een onzalig plan, om predikanten met een hbo-opleiding toe te laten, vindt Ad van Nieuwpoort , predikant te Bloemendaal en Overveen. Dat is pure minachting voor het vak van predikant, vindt hij.
PKN-kerken moeten vernieuwen, maar hoe ver willen ze gaan?
De Protestantse Kerk in Nederland experimenteert volop met nieuwe vormen van kerk-zijn en dat roept nieuwe vragen op. Bijvoorbeeld: is er per se een academisch geschoolde predikant nodig om te preken en te dopen?