null Beeld
Beeld

ColumnMarli Huijer

De onzichtbare gast in de hogesnelheidstrein naar Parijs deed me denken aan Sartres gluurder

Marli Huijer

In Rotterdam stapt een man in de hogesnelheidstrein naar Parijs. Hij draagt een flinke tas over zijn schouder. Bij ons zitje voor vier wijst hij naar het raam: “Vindt u het niet gezelliger om naast elkaar te zitten? Die stoel is voor mij.” Mijn reisgenoot, die tegenover me zit, slaat de krant dicht en wurmt zich uit zijn stoel.

Kort na Antwerpen haalt de man een grote videocamera met microfoon uit zijn tas en legt hem op het tafeltje tussen ons. Hij zet het lijf van een bruin speelgoedhondje ernaast en plaatst daar een losse kop in. Het hondje komt tot leven, zijn kopje beweegt op het ritme van de trein.

Vanachter mijn boek bespied ik de man, die zijn hondje begint te filmen. Nu kijkt hij naar het boek dat ik lees: To the River. Daarin loopt de schrijfster, Olivia Laing, langs de rivier de Ouse, benieuwd hoe rivieren mensenlevens kunnen beïnvloeden. Langzaam draait de man zijn apparaat naar buiten, op hoge snelheid schieten er dorpen en rivieren voorbij.

Gluren door het sleutelgat

Vlak voor Brussel zwenkt de camera naar het gangpad, waar passagiers samendrommen om uit te stappen. Als de trein zich weer in beweging zet, stopt hij met filmen en kijkt ons een voor een aan: “Mag ik de beelden die ik net van jullie heb gemaakt, voor mijn programma gebruiken?” Hij werkt voor een omroep die klachten van vakantiegangers onderzoekt. Iedereen klaagt tegenwoordig maar, maar hij controleert of die klachten terecht zijn. Anoniem natuurlijk, want anders werkt het niet.

De man doet me denken aan de gluurder die Jean-Paul Sartre opvoert in het boek Het zijn en het niet. Deze gaat zo op in wat hij door het sleutelgat van een hotelkamer ziet dat hij zichzelf vergeet.

Het werk van de cameraman fascineert me: “Doet u dit al lang?”
“Het begon ooit als een experiment, maar het werd zo’n succes dat ik er niet meer mee kan ophouden.”
“Daar zit een roman in: De onzichtbare gast.”
“Ik trek inderdaad van stad naar stad, en zie alles in mijn hotelkamers, zonder dat iemand mij ziet.”
“Maar ik zie u wel.”

De man knikt.
“En ik schrijf columns. Mag ik hier een column over schijven?”
“Als ik hem eerst mag lezen.”
“Geef uw adres maar.”
De man neemt me aandachtig op en schudt dan zijn hoofd: “Dat kan niet, dan weet u mijn naam”.

Van observator naar object in de blik van de ander

Weer moet ik denken aan de gluurder van Sartre. Wanneer deze voetstappen op de gang hoort en zich realiseert dat hij wordt gezien, voelt hij zich betrapt. Zijn aandacht voor wat er achter de deur gebeurt, verdwijnt en richt zich op zichzelf. Na de mensen in de kamer ziet hij opeens zichzelf. Dat maakt hem beschaamd. Waar hij als observator de situatie meester was, ziet hij nu zichzelf als een object in de blik van de ander.

Aangekomen op Gare du Nord stappen mijn reisgenoot en ik als eersten uit. De man tegenover ons maakt geen aanstalten om te vertrekken. Als we langs zijn raam lopen, is hij verdwenen.

Marli Huijer (1955) was arts, maar maakte de overstap naar de filosofie. Ze is emeritus hoogleraar publieksfilosofie. In 2015 en 2016 was ze Denker des Vaderlands. Lees haar columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden