BoekrecensieReligie
De duizelingwekkende gegevens uit de moderne kosmologie
Uit sterrenstof gemaakt; moderne kosmologie en het religieuze wereldbeeld
Wil van den Bercken
KokBoekencentrum, 128 blz., € 16,99.
★★★☆☆
De auteur
Wil van den Bercken is emeritus hoogleraar Russisch christendom, en was jarenlang docent Russische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Dat is niet direct de achtergrond die je verwacht van een auteur die het beste theologische boek uit 2015 schreef (‘Geloven tegen beter weten in’). In dat boek vroeg Van den Bercken zich af in hoeverre het natuurwetenschappelijke denken ruimte bood voor religieuze vragen.
De thematiek
In feite stelt Van den Bercken in dit boek die vraag opnieuw. Hij richt zich nu expliciet op de moderne kosmologie. Is het nog mogelijk om in God te geloven, als we ondertussen weten hoe het heelal uit een oerknal is ontstaan? Volgens Van den Bercken raakt de moderne kosmologie feitelijk niet aan godsgeloof, al zijn er allerlei raakvlakken tussen beide. Dat laat hij op een interessante manier zien door een historische studie. Hij richt zich met name op het werk van vroegmoderne kosmologen als Copernicus, Galilei, Kepler en Newton. Hun kosmologische werken, toont hij overtuigend, zijn bij ieder op een eigen wijze toch vaak sterk religieus geladen. Die vroeg-moderne kosmologie gaat op een goed moment botsen met de kerkelijke leer, maar ook dan is die botsing eigenlijk meer theologisch van aard: sommige moderne kosmologen hangen pantheïstische ideeën aan en precies die worden veroordeeld. Dat moderne kosmologen zelf a- of anti-religieus worden, vindt pas vanaf de achttiende eeuw plaats, als de kosmologie gaat ‘seculariseren’. Toch is volgens Van den Bercken tot op de dag van vandaag de kosmologie nog steeds doordrenkt van een religieuze lading, inclusief de vraag naar God. Vaak negatief benaderd, zoals in Stephen Hawkings boeken vol religiekritiek, maar zelfs daarmee wordt Van den Berckens stelling bevestigd. Van den Bercken besluit met een conclusie waarin hij zijn eigen visie uiteenzet: de vraag naar God is een existentiële en persoonlijke vraag die niet te beantwoorden is met natuurwetenschap.
Opvallende stelling
Volgens Van den Bercken was Copernicus helemaal niet in conflict met de kerkelijke gezagsdragers, zoals wij vaak denken. Integendeel: zijn observatorium werd betaald door zijn bisschop, en de toenmalige paus maakte dankbaar gebruik van zijn nieuwe inzichten voor herberekeningen van de kerkelijke kalender. Copernicus wilde zelf zijn ontdekkingen niet openbaar maken, en pas na aandringen van zijn bisschop en een bevriende kardinaal bracht hij toch zijn boek ‘De revolutionibus’ uit. Pas een ruime eeuw later in de tijd van Galilei werd de nieuwe kosmologie verdacht in kerkelijke kring, toen Rome de natuurwetenschap steeds meer wantrouwde.
Kenmerkend citaat
“De aanvaarding of verwerping van de godsidee is niet afhankelijk van kosmologie, maar van existentiële basiservaringen van de mens en zijn filosofische levensbeschouwing. Er is geen sluitend kosmologisch argument voor of tegen God, de mens moet kiezen, geloof en ongeloof zijn keuzes van de denkende mens.”
Reden om dit boek niet te lezen
Vaak stelt Van den Bercken meer dan dat hij beargumenteert. Dan geeft hij alinea na alinea steeds weer een nieuwe stelling, als een verzameling aforismen. Of zijn dit de notities van iemand die te weinig tijd heeft gehad om deze om te werken tot een goed lopend betoog? Ook overtuigt zijn conclusie mij nog niet. Hij stelt dat godsgeloof en kosmologie prima naast elkaar kunnen bestaan, maar hij neemt ontegenzeggelijk wel afscheid van godsbeelden die volgens hem toch níet te verenigen zijn met met onze kennis van natuurwetten. Ik bleef me afvragen of die conclusie wel te trekken was op basis van wat hij daarvoor schreef.
Reden om dit boek wel te lezen
Dit boek bevat weinig pagina’s en geen moeilijke woorden. En toch raakt Van den Bercken complexe thema’s aan. Hij laat de lezer delen in zijn fascinatie voor de duizelingwekkende gegevens uit de moderne kosmologie, en neemt deze vervolgens bij de hand om na te denken over de vraag, wat dit nu betekent voor een christelijke visie op de wereld. Een goed leesbaar boek met boeiende inzichten voor wie geïnteresseerd is in de verhouding tussen geloof en natuurwetenschap.
Lees ook:
‘Ik heb veel boeken radicaal weggedaan’
Ik heb dit boek geschreven vanuit de min of meer natuurlijke menselijke neiging om aan het eind van je leven terug te kijken op de zin van wat je gedaan hebt. Het is deels autobiografisch, maar vooral bedoeld als een algemene, licht filosofische beschouwing over de rol van het toeval in het leven.