Interview
De dominee die uit de kast kwam: Homo zijn was het ergst denkbare
Dustin Burggraaf is dominee in de behoudende Hersteld Hervormde Kerk en kwam tweeënhalf jaar geleden uit de kast. Voor het eerst vertelt hij over zijn coming-out en de commotie die in zijn orthodoxe omgeving ontstond.
Het begon allemaal met een ernstig auto-ongeluk op 11 januari 2008. Tot die tijd leidde Dustin Burggraaf (36) een rustig leven als predikant van de Hersteld Hervormde Kerk in Maartensdijk, een behoudend orthodox kerkgenootschap. Het ongeluk zette zijn leven volledig op de kop. Niet alleen verloor hij zijn pastorie, kerkelijke gemeente, goede geheugen en concentratievermogen, hij ontdekte ook zijn homoseksualiteit. "Ik voelde me vaak wel anders dan anderen, maar homo, destijds zo ongeveer het ergst denkbare, was ik sowieso niet."
Toen Burggraaf na een lange weg accepteerde dat hij homo was, hield hij het aanvankelijk voor zichzelf. "Het zou iets tussen God en mij blijven en ooit met mij het graf in gaan." Toch kwam hij tweeënhalf jaar geleden uit de kast: hij schreef een artikel in het Reformatorisch Dagblad waarin hij zijn geaardheid onthulde. Die coming-out zorgde voor veel commotie in orthodox-christelijke kring. Hij besloot niet met de media te praten. Nu blikt hij voor het eerst terug.
Met een gespannen blik zit predikant Burggraaf aan de keukentafel in zijn geboortedorp Wijk en Aalburg. "Al weken kijk ik tegen dit interview op, want ik realiseer me welke impact het kan hebben." Toch wil hij zijn verhaal doen in de hoop dat het bijdraagt aan het bespreekbaar maken van het onderwerp. "Die pastorale intentie, het helpen van mijn worstelende homoseksuele medemens, had ik in 2014 en daar sta ik nog steeds volledig achter."
Met grote zorgvuldigheid kiest Burggraaf zijn woorden, want hij weet hoe gevoelig het thema bij sommigen ligt. "Onnodige controverse wil ik absoluut voorkomen, want daar is niemand mee gediend."
Hoe leidde het ongeluk tot de gewaarwording van uw geaardheid?
"Door het ongeluk werd ik volledig teruggeworpen op mezelf. Dat was heel confronterend, maar achteraf gezien ook heilzaam. Een van de eerste herinneringen die ik van na het ongeluk heb, is dat ik op de brancard lag en mijn zwarte pak verwijderd werd. Dat was een les in zelfrelativering. Natuurlijk wist ik dat een dominee ook maar gewoon een mens is, maar op dat moment werd dat nog eens onderstreept.
"In de loodzware confrontatie met mezelf en in het leren omgaan met de nieuwe situatie, gebeurde er nog iets anders. Ik werd plotseling een soort van verliefd. Op een man. Dat was heel bevreemdend, want zoiets was mij nog nooit overkomen. Dat het mij toen überhaupt overkomen kon, is waarschijnlijk vooral te danken aan de kwetsbare situatie waarin ik na het ongeluk verkeerde. Diverse puzzelstukjes vielen op zijn plaats, zodat ik er niet langer omheen kon en mijn homoseksualiteit als een gegeven moest aanvaarden."
Ruim zes jaar later bracht Burggraaf met een artikel in het Reformatorisch Dagblad zijn geaardheid naar buiten. "In het artikel schreef ik dat ik me tijdens een bezoek aan concentratiekamp Dachau voor het eerst identificeerde met mijn homoseksuele medemens. Ik liep daar aanvankelijk rond met het idee dat ik daar als dominee destijds nog wel privileges zou hebben gehad, maar een grote poster met daarop 'Homosexuelle' liet die gedroomde privileges in rook opgaan. Op de achterkant van die poster stond in een toelichting dat homo's door de SS bijzonder werden tegengewerkt. Weg privileges! In plaats van beschutting vanwege het ambtsgewaad, zou een roze driehoek mijn deel geweest zijn.
"Ook na het bezoek aan Dachau had ik niet de behoefte mijn homoseksualiteit openbaar te maken. Echter, in de maanden daarna hoorde ik verhalen van reformatorische jongeren die worstelden met hun geaardheid. Dat greep me aan, want ik herkende iets van mijn eigen strijd. Voor hen schreef ik het artikel. Ik hoopte iets te kunnen bijdragen aan het doorbreken van het taboe op homoseksualiteit. Ik besefte dat ik niet mocht zwijgen."
Hoe kijkt u terug op alle reacties?
"Voor ik het artikel schreef, heb ik natuurlijk grondig over de consequenties nagedacht. Toen voelde ik dat mijn roeping groter was dan de gevolgen die mijn coming-out zou kunnen hebben. De nood van sommige jongeren was zo groot, dat ze balanceerden op het randje van de afgrond. Ik voelde dat ik de plicht had om niet langer te zwijgen, ook al zou er slechts een iemand mee geholpen zijn.
"Ik had negatieve reacties verwacht en die kwamen ook. Ze waren niet mals en soms diep beneden alle peil, maar bevestigden temeer de noodzaak van mijn boodschap. Wat mij totaal verraste was het grote aantal positieve en steunbetuigende reacties. Ik kreeg veel e-mails van mensen die schreven dat ze dankzij het artikel voor het eerst met iemand hebben gepraat over hun geaardheid. Anderen mocht ik pastoraal bijstaan. Daar ben ik dankbaar voor. Over al het gedoe eromheen, kan ik me daarom nu niet meer zo druk maken. Destijds wel, maar nu blijven vooral de positieve en betekenisvolle reacties hangen."
Wat heeft uw coming-out veranderd aan uw geloofsbeleving?
"De afgelopen acht jaar heb ik gevoeld dat God mijn leven leidt. Dat ik hier nu zit, is gezien de ernst van het auto-ongeluk een wonder. Zoals het vroeger was, wordt het nooit meer, maar ik ben dankbaar dat ik het er levend vanaf heb gebracht.
"Bijzonder ervoer ik Gods leiding in de zomer na mijn coming-out. Alle reacties vergden veel energie en ik had het idee dat alles me boven het hoofd groeide. Dat was echt een dieptepunt. Toen ik op mijn knieën voor mijn bed lag, voelde ik dat het de Heere nooit uit de hand zou lopen, ook als het mij wel uit de hand loopt. Dat gegeven gaf rust. Het troostvolle besef dat God boven alles staat en over alles regeert, is de afgelopen jaren gegroeid."
Ziet u zichzelf als een rolmodel voor reformatorische homoseksuele jongeren?
"Het woord rolmodel zou ik zelf niet gebruiken, want ik kan voor een ander niet de keus maken om uit de kast te komen. Ik raad het iedereen aan, maar uiteindelijk hangt het van de persoonlijke situatie af. Ik kon in mijn familie hier open over zijn, maar dat is lang niet bij iedereen het geval. In veel reformatorische gezinnen valt het namelijk stil als het woord homoseksualiteit genoemd wordt. Soms wordt, helaas ook vanaf de preekstoel, weleens een verbale vuistslag uitgedeeld. Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen, maar dat leed was wel de reden voor mijn coming-out. Ik voelde dat ik als orthodox-christelijke dominee én homo de taak had die groep een stem te geven."
Mogen homo's ook een relatie hebben?
Op die vraag wil hij niet antwoorden. Uit ervaring weet hij hoe gevoelig het homo-zijn op zich kan liggen in reformatorische kringen. "Dit wordt soms onderbelicht. De indruk kan ontstaan dat het debat onder christenen alleen maar gaat over de vraag of homo's een relatie mogen hebben. Het aanvaarden van je geaardheid is voor veel reformatorische homo's al moeilijk genoeg. In dit terugblikkende interview is deze vraag daarom niet aan de orde."
Welke boodschap heeft u voor de reformatorische homoseksuele jongere die nog in de kast zit?
"De psalmregel 'Hoop op God, sla 't oog naar boven' zou ik ze mee willen geven. Mensen kunnen tegenvallen, ook kerkmensen, maar God niet. Kom bij hem met je worsteling, verdriet en vragen. Tegelijkertijd is het van belang om er met iemand over te praten. Ik besef daarbij heel goed dat helaas niet elke ouderling of predikant daarvoor geschikt is, maar kijk in je omgeving en zoek naar een betrouwbaar persoon voor het gesprek van je leven. Het kan helpen bij de aanvaarding van wie je bent."