De christelijke rocker kan nu uit de kast komen, maar niet ongestraft
Op hetzelfde geslacht vallen, uit de kast komen: in conservatief christelijk Amerika wordt het langzaam maar zeker bespreekbaar. Van volledige acceptatie is nog lang niet altijd sprake, ontdekt de christelijke rocker Trey Pearson. Hij zet zijn omgeving nu voor het blok: moeten ze een openlijke homo een podium bieden?
Hij heeft een vrouw, twee kinderen en een succesvolle christelijke rockband: Everyday Sunday. Hij trad op in 20 landen, verkocht ruim 250 duizend albums en maakte in 2007 het meest gedraaide christelijke rocknummer van het jaar. En, zo vertelde Pearson drie maanden in een tijdschrift in zijn thuisstaat Ohio, hij viel op mannen.
In het grootste deel van de muziekwereld zou zo'n onthulling uiteraard weinig stof doen opwaaien. Maar christelijke rock als die van Pearson is vooral populair in christelijke kringen, en daar was het groot nieuws. In de relipop-scene zijn homo's zeldzame verschijningen. "Een flink aantal grotere namen uit de christelijke muziekindustrie heeft me deze week ge-sms't", liet hij weten aan de nieuwssite Billboard. "Om te laten weten dat ze trots op me zijn en hoeveel ze van me houden."
Maar Pearson is niet overal meer welkom, blijkt nu. Aan datzelfde Billboard vertelt hij deze week hoe een christelijk festival in Californië hem heeft geschrapt van het programma. Joshua Fest, dat vorig weekend plaatsvond, zou net als voorgaande jaren uitpakken met Everyday Sunday. Daags voor het optreden kwam het personeel echter in opstand. Elf van de veertien leden van het productieteam zeiden te vertrekken als Pearson het podium zou betreden.
"Onze productiemanager heeft echt zijn best gedaan om hen op andere gedachten te brengen", vertelt festivalbaas Aaron Diello. "Maar we stonden echt met onze rug tegen de muur." Ander personeel regelen ging niet, daarvoor was het te kortdag. Een band die wél mocht optreden, Five Iron Frenzy, nodigde Pearson uit om een nummertje mee te zingen. Fantastisch natuurlijk, zegt hij tegen Billboard. Al had ik natuurlijk liever mijn eigen optreden gedaan.
Eén been in de kerk, één in de gay pride
Of de personeelsleden gekant waren tegen diens geaardheid of tegen het feit dat hij homo-emancipatie verkondigt, is niet bekend. Pearson staat in ieder geval in een interessante spagaat: hij begeeft zich niet alleen meer in christelijke kringen, maar trad vorige maand ook op tijdens een gay pride-bijeenkomst in North Carolina.
Een wereld van verschil met zijn vorige bestaan, geeft hij toe. Pearson groeide op in Ohio, in de Amerikaanse midwest, in een naar eigen zeggen 'superchristelijk' gezin. Een omgeving waarin hij leerde dat 'hetero zijn een keuze is'.
Als puber kwam hij erachter dat hij niets voor meisjes voelde en wel iets voor jongens - een gevoel dat hij probeerde weg te drukken. "Homo zijn was gewoon geen optie voor me." Voordat hij trouwde, had hij 'nog nooit iets met een meisje gedaan', vertelde hij in het interview waarin hij uit de kast kwam. "Ik dacht dat het gewoon zou werken, als iets magisch." Uiteindelijk moest hij tegenover zichzelf en zijn vrouw toegeven dat zijn warme gevoelens voor mannen meer waren dan ongewenste gevoelens: hij had echt een andere geaardheid. Zijn vrouw begreep dat, zegt hij. Ze zijn nu uit elkaar, maar gaan op goede voet verder en zorgen samen voor de kinderen.
Zou het Pearson lukken om volop homo en volop christelijke artiest te blijven?
Pearsons 'zonde' is steeds minder een probleem
Zijn publiek heeft in ieder geval steeds minder moeite met homoseksualiteit. Vond in 2007 nog 26 procent van de evangelicals (blanke conservatieve protestanten) dat het maatschappelijk geaccepteerd moest zijn, in 2014 was dat volgens onderzoeksbureau Pew 36 procent. Scepsis overheerst dus, maar tegelijk is die scepsis wel rap aan het slinken.
Belangrijker: jonge evangelicals hebben veel minder moeite met homoseksualiteit. Van de millennial-generatie, jongeren geboren tussen 1981 en 1996, was twee jaar geleden een krappe meerderheid van 51 procent vóór acceptatie.
Of Pearson welkom blijft op festivals en christelijke radio, hangt ongetwijfeld ook af van de christelijke muziekbobo's. Die kunnen zelf wel tegen een beetje gay pride, zeggen enkelen van hen anoniem tegen Billboard. Maar ze vragen zich sterk af of de rest van de industrie daar net zo makkelijk over denkt. Christelijke artiesten zijn bovendien rolmodellen - het reli-circuit is mede ontstaan uit de behoefte voor een kuis alternatief voor seculiere pop.
Zangeres Beeching
Het lot van een andere reli-artiest die onlangs uit de kast kwam, de Britse aanbiddingsleidster Vicky Beeching, zal Pearson niet geruststellen. Beeching was tot twee jaar geleden een van de bekendste christelijke artiesten van het Verenigd Koninkrijk en een graag geziene zangeres in Amerikaanse megakerken. Sinds haar coming-out heeft ze niet meer opgetreden, vertelde ze laatst aan de New York Times. "Ik heb mijn gitaren verkocht. Het loont gewoon niet meer." Ze werkt nu aan haar memoires.
Veelzeggend was het commentaar dat Russell Moore van de Southern Baptist Convention, het grootste Amerikaanse protestantse kerkgenootschap, schreef na Beechings coming-out. 'Moeten we stoppen met het zingen van Beeching-nummers?', vroeg hij zich hardop af op zijn blog. Het antwoord: nee, want we moeten onderscheid maken tussen het oeuvre en de auteur. Een hymne kan ook godsvrucht dragen als de schrijver daarvan wandelt in zonde.
Pearson maakt zich niet zo'n zorgen, zei hij al in het interview waar het allemaal mee begon. "Ik ben niet zo bezig met de gevolgen ervan. Maar ik weet wel dat er eerder al artiesten van de christelijke radio zijn verdwenen omdat ze homorechten steunden, en dat vind ik gewoon zo raar. Als de poortwachters van de industrie zouden weten dat de meeste artiesten dat ook steunen, zouden ze er wel anders mee omgaan. Ze gaan de grootste christelijke artiesten niet zo maar schrappen."