Welk verhaal geeft uw leven zin? Trouw-lezers vertellen hun verhaal. In deze aflevering: Stanley Baars (1970). ‘Ik probeer een rolmodel te zijn voor jongens die niet zo’n liefdevol gezin hebben.’
“’Sensei ni Re’, zeggen twee kinderen, één jongen heeft het syndroom van Down, de ander is autistisch. ‘Otoka ni Re’, antwoord ik. Voor we beginnen met de kickboksles brengen zij een groet aan de leraar, en ik groet de leerling. Vandaag staat de Amsterdamse combinatie op het programma: eerst een linker jab, daarna een rechtse directe, dan een linker hoek, gevolgd door een rechter low kick.
In mijn vrije tijd geef ik boks- en kickboksles bij een sportclub voor kinderen en jongeren met een beperking. Het is prachtig om te zien hoe ze na een paar lessen zelfvertrouwen krijgen. Dat zelfvertrouwen wil ik ook overbrengen op scholieren van basisscholen en middelbare scholen.
Angst ontstaat al op de basisschool
Groot probleem op middelbare scholen is dat er zoveel scholieren wapens dragen. Het aantal incidenten stijgt spectaculair, en het aantal scholieren dat geschorst wordt ook. Ik denk dat hun agressie gevoed wordt door angst.
Die angst ontstaat al op de basisschool, bijvoorbeeld door de Citotoets. Maar ook doordat ze verkeerde rolmodellen krijgen aangereikt. Vroeger hadden wij een gymleraar, met mijn meester van de lagere school heb ik nog contact. Ik droeg dezelfde gympen als die man, ik bewonderde hem, hij was een voorbeeldfiguur.
Nu is de gymjuf vaak de juf waar een scholier ook de andere lessen van krijgt. Jongens hebben vooral vrouwen om zich heen. Wat is het ideale jongetje? Een meisje. Als een jongetje met klei bezig is, gaat hij ermee gooien. Een meisje maakt mooie dingen.
Op een dag neem je het keukenmes mee
De overgang naar de middelbare school is te groot geworden. Daar word je voor de haaien gegooid. Wat doe je dan? Bescherming zoeken in een groep, waardoor je met groepsdruk te maken krijgt. Veel jongens zijn niet weerbaar genoeg om daarmee om te gaan. Doe jij niet wat de groep je vraagt, dan filmen ze je en plaatsen dat op social media. Om dat te voorkomen, zet je telkens een stapje verder. Op een dag word je uitgedaagd en neem je het keukenmes van je moeder mee. Dit zijn geen boeven, dit zijn jongens die niet weerbaar zijn.
De kinderen met wie ik nu train, hebben de Amsterdamse combinatie natuurlijk niet onmiddellijk door. Ik doe het voor: als je linker vuist moet slaan, staat je rechterbeen achter. Je hebt allemaal verschillende ritmes, verschillende houdingen.
Even later ga ik op mijn knieën zitten, tegenover me zit een jongen in een rolstoel. Hij is spastisch, maar verstandelijk heel goed, hij doet vwo. We doen een combinatie met onze handen.
Ik kom uit een Surinaams-Nederlands gezin, ik heb een oudere broer en oudere zusters. Maar ik was straat, ik was heel erg straat. Thuis ontving ik veel liefde. Veel van mijn vrienden hadden problemen met hun ouders. Ik was hun baken, ik nam ze mee naar huis. Ik ging met al die boeven om, maar ik bleef net aan de goede kant.
‘Ik probeer een rolmodel te zijn’
Het percentage gescheiden ouders is hoog. Veel jongens zien hun vader maar één of twee dagen in de week. Het grootste deel van de week missen ze een rolmodel. Ik probeer een rolmodel te zijn voor jongens die niet zo’n liefdevol gezin hebben.
Ik heb een weerbaarheidstraining ontworpen voor basisschool en middelbare school, waardoor ze de kracht opbouwen ‘nee’ te zeggen. Mijn training heet ‘trots en vaardig’: je bent trots op de vaardigheden die je geleerd hebt.
Ik werk met boksspelletjes. Eerst vertel ik de kinderen wat over boksen, dat de sport een metafoor is voor het leven. Daarna zet ik ze tegenover elkaar, dan wordt het incasseren en uitdelen. Vriendschappelijk natuurlijk, sommige kinderen hebben niet geleerd te slaan, anderen kunnen niet incasseren.
In stilte leer je mensen goed kennen
Ik leer ze een bepaalde serie slaan, bijvoorbeeld deze Amsterdamse combinatie. Na tien slagen is de ander. Je moet ervoor zorgen dat er synchroniciteit is: als jij niet goed meedoet met het opvangen van mijn slagen, heb ik geen leuke oefening. Na verloop van tijd durven ze elkaar weer aan te raken.
In september start een pilot van mijn training op de IJdoornschool in Amsterdam-Noord. Als de bokstraining erop zit, gaan we even zitten. Wat hebben we gedaan? Zo zorg ik ervoor dat het gedachtegoed verankert. Dat is een beetje mindfulness. Ook vertel ik wat over voeding. En we praten wat over houding: hoe sta je, waarom sta je zo, waarom kijk je zo?
Met mindfulness ben ik in contact gekomen door een stilteretraite. Toen ik er voor het eerst heen ging, dacht ik: wat is dit nou? Maar het was heerlijk, een week lang stil. Tijdens het eten stil, telefoon weg, laptop weg. Toen ben ik erachter gekomen dat je in stilte mensen beter leert kennen, dankzij non-verbale communicatie. Door de stilte ontbreekt de façade die wij opzetten met onze mond. Ieder is gelijk – als hij niet praat. We leren ons mooier praten dan we zijn.
‘De jongens voelen zich net Mohammed Ali’
Bij de kinderen die ik lesgeef, verbetert hun houding, hun non-verbale communicatie. Door de boksoefeningen maak je nieuwe verbindingen aan in je hersenen: stoten links, rechts hoek, duiken. Na een maand doe ik met de kinderen de hele serie, en ineens valt op wat ze achter elkaar kunnen doen. Dan voelen de jongens zich net Mohammed Ali. Ze zijn trots. Dat geeft mij zoveel voldoening.
Ik begin met mijn nieuwe weerbaarheidstraining in Amsterdam, daarna hoop ik de training uit te rollen naar de andere grote steden. Ik heb een pool van specialisten, van wie sommigen een ggz-opleiding hebben.
Plotseling voel ik een aai over mijn schouder. Achter me staat de jongen met syndroom van Down. Hij geniet, de ouders langs de kant genieten. Ik geniet. Met dit soort trainingen hoop ik de wereld ietsje vriendelijker te maken.”
Heeft u ook een zingevingsverhaal te vertellen en wilt u dat delen? Mail dan naar: zingeving@trouw.nl.
Lees ook:
Zin in het alledaagse
In de verhalenreeks Zin in het alledaagse vertellen Trouw-lezers hoe ze zin geven aan hun bestaan. Eerdere afleveringen uit de reeks zijn hier terug te lezen. Bij de reeks hoort ook een podcast. Klik hier om de podcast te beluisteren.