Eelco Musho van der Meulen werkte jaren als buschauffeur én is boeddhist. Hij schreef een boek over de inzichten die hij opdeed achter het stuur.

InterviewBoeddhisme

Boeddhist Eelco van der Meulen was buschauffeur. ‘Voor andere chauffeurs was ik een rare snaak’

Eelco Musho van der Meulen werkte jaren als buschauffeur én is boeddhist. Hij schreef een boek over de inzichten die hij opdeed achter het stuur.Beeld Bram Petraeus

Hij werkte jaren als buschauffeur én is boeddhist. Eelco Musho van der Meulen schreef een boek over de inzichten die hij opdeed achter het stuur.

Peter Henk Steenhuis

Als buschauffeur ontmoette Eelco Musho van der Meulen dagelijks talloze passagiers. Het overgrote deel van die ontmoetingen duurde slechts luttele seconden. Het zijn van die ontmoetingen, zonder verleden en zonder toekomst, waar bijna niemand acht op slaat. Van der Meulen wel, vertelt hij: voor hem zijn dit ook relaties, hoe kort ook.

Juist omdat dit soort relaties zonder verwachting zijn, geen ballast hebben. Een aantal van die ontmoetingen, en andere ervaringen met de bus, heeft Van der Meulen nu beschreven in het boek Halte Hertenkamp. Aantekeningen van Boeddha’s buschauffeur.

Die ontmoetingen beginnen meestal bij het instappen, zegt Van der Meulen, als de chauffeur de passagier aankijkt. Dan vindt ‘het wonder’ plaats. “Er is niets wat ons scheidt. Geen herinnering of teleurstelling, geen hoop of verlangen. Er is eenvoudigweg niets.” En dat ‘niets’ verschijnt dan bijvoorbeeld in de vorm van een glimlach. Van der Meulen: “Op dat moment kijk ik recht in de ogen van de Boeddha”.

Een nogal pretentieuze naam

Eelco van der Meulen (1954) zoekt al vanaf zijn 25ste inspiratie in de woorden van de Boeddha. Een aantal jaar geleden besloot hij officieel boeddhist te worden en ontving tijdens een zogeheten jukai-ceremonie de boeddhistische geloften. Sindsdien draagt Van der Meulen ook een boeddhistische naam: Musho, dat ‘de verlichte’ betekent.

“Een nogal pretentieuze naam”, erkent hij, “maar ik heb hem niet zelf bedacht. Mijn lerares, aan wie ik mijn boek ook opdraag, gaf mij die. Sindsdien hanteer ik de naam Musho.”

Musho van der Meulen begon zijn loopbaan ooit als opbouwwerker, werkte daarna 25 jaar als projectleider automatisering bij grote banken en werd vervolgens docent bij Hogeschool Windesheim in Zwolle. “Aan het einde van mijn loopbaan wilde ik iets doen dat minder stressvol zou zijn: buschauffeur, ook omdat ik al van kinds af aan droomde met zo’n groot ding te rijden.”

Stress op de bus

Buschauffeur, minder stressvol? De laatste jaren hoor je constant verhalen over gestegen werkdruk, kortere pauzes, zo kort dat chauffeurs niet eens meer fatsoenlijk naar de wc kunnen. “De oudere chauffeurs hebben een achteruitgang meegemaakt, ze hebben een veel efficiëntere indeling van de roosters moeten accepteren, en leren omgaan met de verharding van de samenleving. Voor mij was het altijd redelijk relaxt.”

Is er iets boeddhistisch aan een bus besturen? “Nee, niet meer dan aan brood bakken. Ik vond het leuk om te leren rijden met zo’n groot voertuig. Het gaf me een machtig gevoel om zo’n twaalf-tonner uit de remise te draaien en op weg te gaan naar de eerste verwachtingsvolle passagiers. Het ging me – op een enkele schade hier en daar na – goed af om door nauwe straten en dorpjes te manoeuvreren. Soms ontmoette ik in een van de koffieruimtes een zij-instromer zoals ikzelf, maar de meeste chauffeurs zaten al tientallen jaren in het vak en voor een aantal van hen was ik een vreemde eend in de bijt, een rare snaak met soms maar vreemde praatjes.”

Ook de omgang met passagiers leverde Van der Meulen weinig stress op. Van de verharding in de samenleving merkte hij weinig. “Soms had ik wel moeite met andere weggebruikers. Een bus is een traag voertuig, als ik een rotonde opdraaide, duurde dat vrij lang. Mensen met een kort lontje staken dan een middelvinger op.”

Van der Meulen kon die ervaringen eenvoudig loslaten. “Ik weet dat mijn intentie goed was. En het is een boeddhistische wijsheid, dat wanneer je intentie goed is, je jezelf niets kunt verwijten. Daarin vond ik rust. De woorden van de Boeddha helpen mij me te verhouden tot de werkelijkheid, waar en wanneer ook.”

null Beeld Bram Petraeus
Beeld Bram Petraeus

Het verhaal van de giftige pijl

Bijvoorbeeld toen er een ouder echtpaar de bus instapte, dat duidelijk geïrriteerd was door de slechte dienstverlening van de NS. Treinen waren uitgevallen, er was slecht gecommuniceerd, eigenlijk wisten ze niet eens waarom de trein niet reed. De chauffeur probeerde ze op te monteren, tevergeefs. Plots schoot hem een verhaal te binnen van de man met de giftige pijl. Van der Meulen schrijft: ‘De Boeddha sprak: ‘Als een man geraakt is door een giftige pijl en zegt: ‘Haal deze pijl niet weg voordat je precies uitvindt door wie en van waar en hoe hij was afgeschoten’, dan zal zijn dood onafwendbaar zijn. Als je zijn familie bent, neem je de pijl zeker weg en breng je hem meteen naar de dokter.’”

Van der Meulen vertelde het echtpaar niet over dit verhaal van de Boeddha, maar zei: ‘Nou ja, als we het dan toch allemaal niet weten, laten we er dan in ieder geval een leuke busrit van maken!’ Het ijs brak, de vrouw ontdooide als eerste, ze glimlachte. Van der Meulen, met een knipoog: “In haar open handen lag een pijl.”

De anekdote is een van de verhalen in Halte Hertenkamp. Vanwaar de titel? Bevond die halte zich op zijn route? “Nee. Er is de historische Boeddha, een man die lang geleden in Nepal en India leefde, verlicht raakte en woorden vond voor de inzichten die hij opdeed. In het Hertenpark in Sarnath deelde hij deze woorden met anderen die erdoor werden geraakt. Zijn woorden zijn door de eeuwen overgedragen door mensen over de hele wereld en op onderdelen verschillend begrepen, maar de kern wordt alom gedeeld.”

Een kotsend meisje in de bus

“Die kern gaat over het menselijk lijden. Dit lijden komt neer op: of je wil iets dat je niet hebt, of je wil iets niet dat je wel hebt. En het erge is: je weet dit niet, maar het overkomt je. Maar er is een weg uit dat lijden, dat noemt Boeddha ‘het achtvoudige pad’, dat zijn eenvoudige leefregels, die je helpen het lijden te verlichten.

“Sommigen vergelijken dit pad met de Tien Geboden uit het christendom. Het verschil: als je je aan de Tien Geboden houdt, doe je dit voor God. Als je je committeert aan de regels van Boeddha, spreek je dit alleen met jezelf af. Het zijn heel praktische regels, zoals: niet liegen. Ik heb er zelf last van als ik lieg, dan schaam ik me of heb ik berouw. Dat is lijden.

“Voor mij zijn de woorden van de Boeddha nooit ver weg. Dagelijks, vaak ook ’s nachts, vind ik rust in het inzicht dat begeerte en weerzin de basis vormen van het lijden. En dat er een weg uit het lijden is. Die weg is niet moeilijk te begrijpen, maar evenmin licht te gaan. Ik struikel bij voortduring op dat achtvoudige pad. Op dat pad ervaar ik uitdaging, boosheid, verleiding, zelfingenomenheid, basale onzekerheid, liefde en haat. Zowel bij mensen om me heen als bij mezelf.”

Zoals toen een klein meisje wagenziek geworden was, en de bus had ondergekotst. De moeder had het meeste opgevangen in een plastic tas, waarin ze ook de kleren van haar dochter had gepropt. Maar een deel van de ‘drek’ lag nog op de bodem van de bus. Van der Meulen: “Ik zei nogal dwingend tegen die moeder, terwijl ze daar met een ziek kind stond: ‘Dit moet ook nog weg’. Natuurlijk was het niet de intentie van het meisje de bus vies te maken. Ik liet me leiden door mijn walging, en daardoor verbond ik me niet met mijn omgeving. Ik was even ver afgedwaald van mijn achtvoudige pad.”

Kijken als liefhebben

Door het schrijven over zijn ervaringen op de bus heeft Van der Meulen vooral beter leren kijken. “Ik heb geleerd dat kijken zelfonderzoek is. Kijken gaat over je onzelfzuchtig verbinden met je omgeving. Kijken is liefhebben, je bewust zijn dat je niet een op zichzelf staand attribuut bent, maar dat je samenvalt met iedereen en alles om je heen.”

Toch is Van der Meulen gestopt als buschauffeur, alweer een paar jaar geleden. “Het lukte me steeds moeilijker de noodzakelijke concentratie op te brengen om bijvoorbeeld elke beweging van een fietser in mijn dode hoek te zien. Ik voelde me niet alleen verbonden met en verantwoordelijk voor de passagiers, maar ook met andere weggebruikers, vooral met kwetsbare fietsers. Daardoor besloot ik op een dag te stoppen met sturen, maar verder te gaan met schrijven. Over Halte Hertenkamp, omdat ook ik de woorden en de gedachtes van de Boeddha iets verder hoop te brengen.”

Eelco Musho van der Meulen: Halte Hertenkamp. Aantekeningen van Boeddha’s buschauffeur, Uitgeverij Asoka, 111 blz., € 19,95

Lees ook:
Diana is christen én boeddhist. ‘Over dogma’s maak ik me niet druk’

Op de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt onderzocht hoe religie aan het veranderen en transformeren is. ‘Mensen halen steeds vaker inspiratie uit meerdere geloven en lijken steeds minder behoefte te hebben aan religieuze identificatie.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden