null Beeld Werry Crone
Beeld Werry Crone

ColumnMarli Huijer

Beatrijs Ritsema trok een belangrijke les uit haar vak

Marli Huijer

Kun je te veel tranen plengen bij een begrafenis? Nee, meende Beatrijs Ritsema toen dit haar een kleine twintig jaar geleden in de rubriek ‘Beste Beatrijs’ werd gevraagd. Elke traan is een eerbewijs aan de overledene of getuigt van medeleven met de achterblijvers. Familieleden huilen vaak minder, of niet, omdat ze zeker willen zijn dat alles goed gaat. Maar schaam je niet als jij wél huilt.

Afgelopen week gaven lezers in Trouw onbeschroomd uitdrukking aan hun verdriet over de dood van Ritsema. Het was een krachtig eerbetoon aan de publieke rol die zij decennialang als sociaal psycholoog heeft gespeeld. Ik zeg ‘sociaal psycholoog’ en niet ‘etiquettedeskundige’, zoals veel media afgelopen week deden. Dat laatste label suggereert dat etiquettes er gewoon zijn en je je er slechts in hoeft te verdiepen om een deskundige te worden. Maar zo simpel is het niet.

De adviezen die Ritsema gaf, zijn niet los te zien van haar expertise op het gebied van de sociale psychologie. Dat vakgebied ontstond eind negentiende eeuw tussen de psychologie en de sociologie. Uitgangspunt van de sociale psychologie is dat de sociale omgeving grote invloed heeft op het gedrag van individuen. Zo gedragen we ons bij een begrafenis anders dan op straat of op het werk.

‘Als er één gelegenheid is waarbij tranen gepast zijn, dan bij begrafenissen of herdenkingsdiensten,’ schreef Ritsema. Dat oordeel ontleende ze niet aan een handboek ethiek, maar aan haar sociaalwetenschappelijke kennis over hoe mensen afscheid nemen van een overledene. De wetten voor hoe op zo’n moment te handelen, worden grotendeels door de situatie gedicteerd.

We zijn acteurs

Een belangrijke inspiratiebron voor dat inzicht is het werk van de socioloog Erving Goffman. In The Presentation of Self in Everyday Life (1956) liet hij zien dat we ons in de ene situatie heel anders gedragen dan in de andere. We zijn acteurs, die verschillende sociale technieken gebruiken om ons nu eens zus dan weer zo aan anderen te presenteren.

Ritsema besprak in essays en boekrecensies die in onder andere NRC, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer verschenen, geregeld sociaalpsychologische publicaties. Het wetenschappelijke gehalte van die studies nam ze kritisch onder de loep. Voldeden ze aan de standaarden zoals die voor de sociale wetenschappen waren ontwikkeld? Pas als ze die toets doorstonden, konden ze in adviezen worden vertaald.

Een belangrijke les die ze uit haar vak trok, was dat vrijwel iedereen het prettig vindt om met mensen om te gaan die vriendelijk zijn en iets voor een ander over hebben. Door op te groeien in sociale verbanden waarin mensen zien dat anderen zich vriendelijk en sociaal gedragen, internaliseren ze dat gedrag en worden ze zelf vriendelijk en sociaal.

Een kundig wetenschapsjournalist

Die les moet haar ertoe hebben aangezet om haar vakkennis om te zetten in adviezen over wat in welke situatie te doen. Ze formuleerde wat vriendelijk of gepast gedrag in de praktijk is en ontwierp zo haar etiquette van kleine deugden, die de alledaagse omgang met elkaar aangenamer en makkelijker maakt.

Beatrijs Ritsema was geen etiquettedeskundige, zo zag ze zichzelf ook niet. Ze was een kundig wetenschapsjournalist die de kennis uit de sociale psychologie knap wist te vertalen naar een groot publiek. Afgelopen zaterdag was ik aanwezig bij haar afscheid. Het was goed te weten dat iedere traan daar een eerbewijs aan de overledene was.

Marli Huijer (1955) was arts, maar maakte de overstap naar de filosofie. Ze is emeritus hoogleraar publieksfilosofie. In 2015 en 2016 was ze Denker des Vaderlands. Lees haar columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden