InterviewFilosoof Bart Leeuwenburgh

Balthasar Bekker (1634-1698) houdt ons nog steeds een spiegel voor: ‘Bijgeloof is allerminst verdwenen’

	
Bart Leeuwenburgh (1960) hertaalde het boek 'De betoverde wereld’ van theoloog Balthasar Bekker.  Beeld RoyBorghouts Fotografie
Bart Leeuwenburgh (1960) hertaalde het boek 'De betoverde wereld’ van theoloog Balthasar Bekker.Beeld RoyBorghouts Fotografie

Historicus en filosoof Bart Leeuwenburgh hertaalde een theologische bestseller uit de zeventiende eeuw. Dat boek, waarin het geloof in de duivel aan de kaak wordt gesteld, is volgens hem nog steeds actueel.

Gerrit-Jan KleinJan

Weleens vage klopgeluiden gehoord op een donkere zolder? Geen reden voor paniek, het is zéker geen spook. Wat het dan wel is? Tja, vermoedelijk is er bij de buren iemand aan het werk of is het de kat.

Vandaag de dag mag dit dan allerminst schokkend klinken, maar in het Nederland van de Gouden Eeuw leidden dit soort uitspraken makkelijk tot tumult. Dat ondervond de predikant en theoloog Balthasar Bekker (1634-1698) toen hij beargumenteerde dat allerlei verhalen over geesten en duivelse praktijken gewoon sprookjes waren.

Portret van Balthasar Bekker, in de zeventiende eeuw gemaakt door Anthony van Zijlvelt.  Beeld Sepia Times
Portret van Balthasar Bekker, in de zeventiende eeuw gemaakt door Anthony van Zijlvelt.Beeld Sepia Times

Wat had hij gedaan? Op grond van zijn eigen interpretatie van de Bijbel brak hij openlijk met het geloof in duivels en engelen, heksen en tovenaars. Verzinsels, aldus Bekker. De betoverde wereld, een reeks geschriften waarin hij zijn opvattingen tot in detail uiteenzette, sloeg eind zeventiende eeuw in als een bom. In binnen- en buitenland werd er over dit boek gesproken.

Bart Leeuwenburgh, historicus en filosoof, hertaalde delen uit deze ooit zo spraakmakende bestseller die talloze malen werd herdrukt.

Wat is de kern van het betoog van deze Balthasar Bekker?

“De rode draad in De betoverde wereld is de bestrijding van het geloof dat de duivel, goede en kwade geesten, heksen en tovenaars invloed hadden op het dagelijkse leven van mensen. Hij ontkracht in zijn boek met rationele argumenten allerlei verhalen over deze zaken. Wie bijvoorbeeld denkt dat het spookt op zolder, schrijft hij ergens, kan beter kijken of er geen kat rondloopt.

“Hij betoogt ook dat mensen die zich afwijkend gedragen niet bezeten zijn door boze geesten. Deze rationele zienswijze was nieuw. Het geloof in boze krachten was in die tijd nog heel gewoon. In Nederland werden mensen die zich afwijkend gedroegen, makkelijk verdacht van hekserij. In de Duitstalige landen belandden heksen nog op de brandstapel.”

Wat dreef deze theoloog?

“Eigenlijk was hij een zeer principiële predikant. Als de duivel rechtstreeks invloed had op het gebeuren hier op aarde, dan tastte dat de almacht van God aan, stelde hij. Volgens Bekker bestond de duivel wel, maar hij was door God geketend in de hel.”

Bekker kreeg heftige kritiek van met name orthodoxe gereformeerden. Hij kreeg uiteindelijk zelfs geen toegang meer tot het heilig avondmaal. Waarom?

“Hij raakte een gevoelige snaar. Hij tastte het gezag van predikanten aan. Zij waarschuwden immers elke zondag voor de macht van de duivel. En nu kwam er opeens iemand die dat tegensprak. Als de duivel geen invloed had op aarde, hoe moesten de mensen dan nog geloven dat alles wat de dominee zei ook waar was?

“Met name veel behoudende theologen vonden het schandalig wat hij schreef. Als de duivel geen macht had, wie was dan de veroorzaker van het kwaad op aarde? Overigens was er ook een kleine groep die vond dat Bekker niet ver genoeg ging.”

Is het toeval dat deze manier van denken zich in ons land ontwikkelde?

“Nee, het past uitstekend bij het protestantisme zoals dat vorm kreeg in de Republiek. De kerken waren decentraal georganiseerd, waardoor er tal van opvattingen naast elkaar bestonden. Dat ging gepaard met ingewikkelde geloofsdiscussies, waar predikanten en theologen allemaal een eigen stem in hadden. Zo stelde de orthodoxe flank het gezag van de Bijbel altijd boven de rede. Bekker probeerde juist een balans te vinden tussen die twee.”

U beschrijft in de inleiding dat René Descartes, een iets oudere tijdgenoot van Bekker, een niet te onderschatten invloed had op dit theologische boekwerk. Hoe zit dat?

“In academische kringen werd er gediscussieerd over de ideeën van Descartes. Hij stelde dat wetenschappelijke experimenten en het beschrijven van die experimenten in wiskundige formules tot ‘zuivere’ en ‘ware’ kennis leidde. Bekker was totaal gefascineerd door deze rationele manier van denken. Euforisch schreef hij dat deze aanpak ‘het menselijk inzicht het meest verlicht en de meeste zekerheid verschaft’. Een vallende ster bijvoorbeeld was geen teken van God, maar een natuurlijk te verklaren fenomeen.

“Descartes zorgde voor een breuk met het zogeheten scholastieke Aristotelische wereldbeeld, een manier van denken die in Europa eeuwenlang dominant was, die vervlochten was met christelijke tradities en geloofswaarheden en die bepalend was voor de wijze waarop de wereld moest worden geïnterpreteerd.”

Wat fascineert u zo aan deze theologische discussie van eeuwen geleden?

“Ik heb een grote interesse in de spanning tussen geloof en wetenschap, geloof en wijsbegeerte. Je ziet bij Bekker hoe een oud en een nieuw wereldbeeld met elkaar botsen. Ik ben zelf atheïst, en sta in die zin ver af van Bekker, maar heb een enorme bewondering voor iemand die zo principieel is. Hij wist tot welke controverse zijn opvattingen zou leiden en toch zag hij het als zijn plicht om zijn waarheid te verkondigen. Hij was een moedig mens.”

Wat leert Bekker ons nu nog?

“Dat het zeer onverstandig is om allerlei beweringen voetstoots aan te nemen. Hij laat bijvoorbeeld zien hoe makkelijk het is om op grond van één valse verklaring iemand te beschuldigen van hekserij. Bekker vindt dat we ons altijd eerst moeten afvragen in hoeverre een getuigenis op grond van de eigen ervaring geloofwaardig is. In zijn ogen moet die vrij zijn van vooroordelen.

“En daar zit de link met onze eigen tijd. Bijgeloof is allerminst verdwenen, al zijn het nu voor de meeste mensen geen spoken en duivels meer. Tegenwoordig doen hoogst bizarre complottheorieën de ronde. Er zijn mensen die de gekste dingen geloven. En op grond van wat? Bekker houdt ons ook nu nog een spiegel voor.”

De betoverde wereld van Balthasar Bekker. Bart Leeuwenburgh; Boom; 355 blz. € 29,90

Bart Leeuwenburgh

Bart Leeuwenburgh (1960) is verbonden aan de faculteit wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder schreef hij een biografie van Adriaan Koerbagh, een vrijdenker uit de zeventiende eeuw. In 2009 verscheen Darwin in domineesland, waarin Leeuwenburgh liet zien hoe Nederland reageerde op de publicatie van Charles Darwins evolutietheorie.

Lees ook:

Beeld Spinoza in Amsterdamse bibliotheek vernield

In een Amsterdamse bibliotheek is het beeld van de Joodse filosoof Spinoza aan diggelen geslagen. Bestuursleden van de Amsterdamse Spinoza Kring denken aan opzet.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden