Anton Stolwijk schreef een boek over het laatste jaar van de Alkmaarse Josephkerk, de parochiekerk van zijn jeugd. Een portret van de neergang van rooms-katholiek Nederland en een ode aan de trouwe kerkganger.
Eens in de zoveel tijd worden er cijfers bekend gemaakt over de staat van het katholiek geloof in ons land. Die cijfers stemmen vaak weinig vrolijk. Weer minder kerkgangers, weer minder inkomsten, weer zoveel kerken dicht in de komende jaren. Achter al die tabellen van neergang en gebrek aan groei, staan gebouwen waarvan is gehouden en gelovigen die daar hun hart en vaak ook hun ziel aan hebben verpand.
Neem nou Hanny, een van de hoofdrolspelers uit Buiten dienst, het prachtige relaas van Anton Stolwijk over het laatste jaar van de Alkmaarse Josephkerk. Hanny kijkt niet meer op van een kerksluiting meer of minder. Ooit was zij vaste bezoekster van de Dominicuskerk in Alkmaar, tot die in 1985 werd gesloopt. Ze moest naar de Don Boscokerk in het zuiden van de stad, maar die werd in 2006 ook afgebroken en nu moet ze ook nog toekijken hoe de Josephkerk dichtgaat. Nog even en ze wordt zelf aan de eredienst onttrokken. “Mijn boek is echt een monument voor trouwe parochianen als Hanny”, zegt Anton Stolwijk.
Op een dag fietst Stolwijk toevallig langs de Josephkerk, waar hij in zijn jeugd onder zachte dwang van zijn vader naartoe ging. Stolwijk (42) heeft de kerk op zijn vijftiende de rug toegekeerd en is er jaren niet meer geweest. Hij blijft staan in de miezerige regen en hoort hoe binnen de organist weifelend U zij de glorie inzet. Zijn interesse is gewekt. Als hij later teruggaat blijkt dat de Josephkerk op haar laatste benen loopt en op het punt staat te worden verkocht aan een projectontwikkelaar die er een exclusief appartementencomplex van wil maken. Stolwijk besluit het laatste deel uit het rijke leven van de Josephkerk te gaan volgen. “Ik wilde vooral weten wat die sluiting van de Josephkerk met mij deed. Of het allemaal inderdaad zo erg is. Ik hoopte iets dichterbij mijn eigen dubbelzinnige gevoelens te komen en uit te vinden wat ik nog met het katholiek geloof heb.”
Grote drukte in de vorige eeuw
De Josephkerk dateert uit 1909 en werd ontworpen door architect Albert Margry. De kerk werd ‘bediend’ door paters dominicanen. “Het lof wordt zo druk bezocht, dat op de eerste zondag van de maand velen geen plaats meer kunnen vinden”, schrijft een opgetogen pater in 1919. Begin jaren dertig van de vorige eeuw telt de parochie maar liefst zestienhonderd leden. “De hoogtepunten volgen elkaar snel op”, schrijft Stolwijk onheilspellend. Nog geen veertig jaar later begint de aftakeling. Op een gemiddelde zondagochtend in 2004 zijn nog maar 72 van de 1140 plaatsen bezet. In 2006 wordt de kerk voor veel geld grondig gerenoveerd en multifunctioneel gemaakt om zo nog een tijdje mee te kunnen. Tevergeefs: op 1 juli 2019 sluit de Josephkerk.
Stolwijk staat in de voormalige kerkruimte en kijkt om zich heen. Het is een woensdagmiddag. De makelaar die de verkoop van de exclusieve appartementen begeleidt, heeft de kerk voor ons opengemaakt en uw verslaggever een prachtig vierkant boek in handen gedrukt: de verkoopbrochure. Daarin onder meer een artist impression van de negen appartementen die in de Josephkerk gebouwd zullen worden en Latijnse citaten als privata domus valet aurum, eigen haard is goud waard. Een herinnering aan de taal die hier zo lang werd gesproken.
Anton Stolwijk weet niet goed wat hij van de ontmanteling van ‘zijn’ Josephkerk moet denken. “Dat spreekt ook uit mijn boek. Als ik naar de foto’s in de brochure kijk denk ik: het zijn wel mooie appartementen. Dat het een aflopende zaak was met de kerk, was mij wel duidelijk. Maar het voelt ook ongemakkelijk.” Hij wijst op de plek waar de doopvont stond. “En daar stond het beeld van Jozef zelf.”
Koper poetsen
Voor de research van zijn boek ging Stolwijk grondig te werk. Hij werd lid van het kerkkoor, ging mee met een fietspelgrimage naar het heiligdom van Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo en bezocht het jaarlijkse vrijwilligersfeest in de tuin van de pastorie. Hij heeft zelfs koper gepoetst. “Ik heb zoveel mogelijk aan alles meegedaan om de sfeer in de parochie maar zoveel mogelijk te kunnen opsnuiven.” De vaste vrijwilligers van de Josephkerk verwelkomden hem warm. “Daar was ik van tevoren een beetje zenuwachtig voor, maar ze waren heel aardig. Ze waren ook blij dat zich weer eens een jong iemand meldde.”
Die vaste kern van volhouders, die de kerk waaraan ze jarenlang verknocht zijn geweest uit hun handen zien glippen, zijn de sterren van het boek. Bea, Hanny, Hans en Fred. Stolwijk anonimiseerde hen, in werkelijkheid heten ze anders. “Ik heb het idee dat het mensen zijn waar niet heel vaak naar geluisterd werd, terwijl ze altijd voor anderen klaar staan. Alles speelde zich boven hun hoofden af, zeker als het gaat over de beslissing om de kerk te sluiten. Het feit dat ik vooral in hen geïnteresseerd was, vonden ze fijn. Ze konden eindelijk hun verhaal kwijt. Gewone gelovigen worden nauwelijks begeleid bij zo’n kerksluiting. De gelovigen van de Josephkerk werden door het bisdom überhaupt nergens echt bij betrokken. Een paar jaar geleden kregen ze op een dag twee Argentijnse paters op hun dak die het voor het zeggen kregen in hun kerk. Zomaar, uit het niets.”
Hulp uit Argentinië
Die twee paters, in het boek Francisco en Manuel geheten, spreken matig Nederlands en zijn naar Nederland gekomen om een nieuw begin te maken, zeggen ze. Ons land heeft volgens hen veel hulp nodig op het gebied van het geloof. De kloof met de volwassen, moderne gelovigen van de Josephkerk wordt nooit gedicht.
Er is nog een andere hoofdrolspeler in het boek: de vader van Anton Stolwijk. Hij werkte lang bij het bisdom Haarlem, hielp namens de kerk mensen die in de verdrukking zaten en ging tot het einde van zijn leven trouw naar de Josephkerk. “In het boek is hij constant op de achtergrond aanwezig. Ik hoopte dichter bij mijn vader te komen. Mijn broers en ik hebben zich nooit echt voor zijn werk geïnteresseerd. Achteraf voel ik me daar wel schuldig over. Daarnaast is het natuurlijk tragisch dat hij het geloof dat zoveel voor hem betekende en de idealen waar hij voor stond, niet aan ons heeft kunnen doorgeven.”
Voor de Josephkerk staat nog altijd het immense Christus Koningbeeld, met zijn rug naar de gevel van de kerk waarop uitgebreid reclame wordt gemaakt voor de nog te bouwen exclusieve appartementen. “Kijk, er zit een barst in”, zegt Stolwijk als hij ervoor staat. Wie Buiten Dienst goed leest kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de sluiting van de kerk uit zijn jeugd hem wel degelijk veel doet. “Veel van mijn generatiegenoten vinden de kerk iets volstrekt belachelijks. Je gelooft toch ook niet in sprookjes, zeggen ze dan. Daar word ik dan weer recalcitrant van. En daarnaast: al die kerken die nu dichtgaan, dat is de grote geschiedenis die zich voor onze ogen afspeelt. Een mijlpaal, en niemand neemt het serieus. Ik heb met mijn boek duidelijk willen maken dat het geloof meer is dan achterhaalde onzin waarvan het fijn is dat het in ons land zijn langste tijd heeft gehad.”
Terugkeer naar de kerk
Op de achterkant van zijn boek staat bij de auteursfoto van Stolwijk: ‘Hij heeft het nog niet over zijn hart kunnen verkrijgen zich uit te schrijven bij de katholieke kerk’. Dat is nog altijd niet gebeurd, verzekert Stolwijk lachend. Maar zit een echte terugkeer naar de Moeder- en in zijn geval vooral zijn vaderkerk, erin? “Niet echt”, zegt Stolwijk. Er volgt een dubbelzinnigheid die hem zo eigen is. “Wat het geloof nu precies inhoudt, is mij nog altijd niet helemaal duidelijk. Ook niet nu het boek er is. Maar meer dan ooit leeft bij mij het besef dat mijn vader het antwoord op die vraag heeft proberen te geven: gewoon mensen helpen. Om niets.”
Er is nog een aantal exclusieve appartementen vrij in ‘Joseph’, zoals de Josephkerk voortaan door het leven moet gaan. “Ik kan het niet betalen, vrees ik. Maar daar gaan wonen, is ondanks alles toch een aantrekkelijke gedachte.”
Anton Stolwijk
Buiten dienst. Toen God kleiner moest gaan wonen en ik meekeek
De Geus;
304 blz. € 21,50
Beluister ook de aflevering van podcast De Roomse Loper over het boek van Stolwijk via onderstaande speler, of via kanalen als Omny, iTunes, Spotify en Google Podcasts.
Lees ook:
Er werd nog maar weinig getrouwd in de Josephkerk, nu komen er luxe appartementen
De katholieken in Alkmaar hadden te maken met krimp en teruglopende inkomsten. Daarom moest er een kerk afvallen. De Josephkerk – waarvoor parochianen ruim tien jaar eerder nog flink hadden ingezameld – is verkocht en wordt verbouwd tot luxe appartementen.
Kerken worden verkocht, verbouwd of gesloopt, maar is het kerkgebouw niet van ons allemaal?
Steeds meer kerken worden verkocht en krijgen een nieuwe functie. Dat leidt niet zelden tot protest van de geloofsgemeenschap, of van omwonenden. Van wie zijn de kerken?