Stoïcisme

Als een stoïcijn de crisis door, en nee, dat betekent niet onverschillig zijn

De stoïcijnse inzichten ontstonden op het slagveld: om de gemoedsrust te bewaren in extreme situaties.  Beeld Getty
De stoïcijnse inzichten ontstonden op het slagveld: om de gemoedsrust te bewaren in extreme situaties.Beeld Getty

‘We moeten zo goed mogelijk doen wat in onze macht ligt, en voor de rest met de omstandigheden omgaan zoals ze nu eenmaal zijn’, zei de stoïcijnse filosoof Epictetus. Die wijsheid kan ons ook in deze crisis helpen, ziet Florentijn van Rootselaar.

Florentijn van Rootselaar

165 – 180 na Christus. Het Romeinse Rijk wordt geteisterd door de ergste pandemie uit de Oudheid: de pest van Antoninus, vernoemd naar de toenmalige heerser, keizer-filosoof Marcus Aurelius Antoninus Augustus. Deze pest – in werkelijkheid ging het waarschijnlijk om pokken of mazelen – zou vijf miljoen dodelijke slachtoffers maken in de loop van een kwart eeuw. Daar kwam bij dat de filosoof Marcus Aurelius op meerdere fronten oorlogen had te voeren, terwijl hij geen ervaring had als militair bevelhebber en kampte met een zwakke gezondheid.

Op het slagveld, in zijn tent, maakte de stoïcijnse veldheer Marcus filosofische notities – om tot zelfkennis te komen, zichzelf te verbeteren, maar vooral ook om zijn gemoedsrust te bewaren in de extreme situatie. Zijn inzichten, en die van vele andere stoïcijnen, liggen ten grondslag aan het ‘Handboek voor de moderne stoïcijn’ van Massimo Pigliucci en Gregory Lopez, dat een paar maanden geleden verscheen. Centraal daarin staat het stoïcijnse uitgangspunt dat Epictetus, slaaf én stoïcijns filosoof, zo verwoordt: “We moeten zo goed mogelijk doen wat in onze macht ligt, en voor de rest met de omstandigheden omgaan zoals ze nu eenmaal zijn”. Is het een waardevol uitgangspunt in deze tijd, waarin het coronavirus onze levens en onze samenleving ontwricht?

Visie-van-boven-meditatie

Hoe bewaarde Marcus zijn gemoedsrust op het slagveld, terwijl niet alleen de strijd maar vooral ook de pest slachtoffers bleef eisen? Marcus paste vaak de ‘visie-van-boven-meditatie’ toe, schrijven Pigliucci en Lopez. Hij plaatste zijn ontberingen en die van het Romeinse rijk in een groter verband, een kosmisch perspectief zelfs.

Hij vroeg zich af hoe het slagveld eruitzag vanuit de uitgestrektheid van ruimte en tijd; het lijden en de grote militaire uitdagingen zouden steeds kleiner worden naarmate hij zich er meer boven zou verheffen. Zo’n gedachtenexperiment is niet alleen een cerebrale oefening: in een meditatie visualiseerde de veldheer gedetailleerd het ontstaan van het universum, en ook het vergaan ervan. Hoe levendiger de voorstelling, hoe beter het werkt.

Misschien aansprekender, zeker in deze tijd, is te beginnen met je eigen situatie en mogelijke dreigingen door het coronavirus. Vervolgens stel je je voor hoe je vrienden daar ook mee worstelen – maak dat heel concreet. Om alles nog beter in proportie te zien, helpt het om die kring uit te breiden: je landgenoten, de wereldbevolking, misschien onderzoek je ook mensen uit het verleden die kampten met een pandemie, misschien kijk je ook naar de toekomst waarin jij er niet meer zult zijn. Wat gebeurt er als je jouw leven in dat grote perspectief plaatst? De stoïcijnen meenden dat je zo ataraxia of gelijkmoedigheid kunt bereiken.

Kalmte

Nee, die gemoedsrust moet je niet verwarren met onverschilligheid, die leidt niet tot defaitisme, benadrukken Pigliucci en Lopez. Alleen al omdat het onmogelijk is om niet meer betrokken te zijn op jouw problemen, daarvoor zijn ze toch te groot en te opdringerig. Wel zal de oefening – zo merkte Marcus Aurelius op het slagveld ook – je meer kalmte geven. Je verliest de voortdurende loop van gedachten, de angst die zich telkens opnieuw aandient, de beelden in je hoofd die zich blijven herhalen. Die gemoedsrust stelt je in staat om de situatie koelbloedig aan te pakken, om te doen wat in je macht ligt, maar je niet (of waarschijnlijk minder) van streek te laten maken door alles wat buiten je macht ligt. Je voelt je zo niet alleen beter, meenden de stoïcijnen, je handelt ook beter – met betere gevolgen voor jezelf en ook voor anderen.

De stoïcijnen hielden zich zeker niet alleen bezig met de eigen gemoedsrust, ze waren bepaald geen navelstaarders. Sterker nog: de ware stoïcijn was een kosmopoliet, een wereldburger. Die houding was een antwoord op de wereld waarin ze leefden: het uitgestrekte Romeinse rijk, dat een enorme expansie had gekend, worstelde met de vraag hoe iedereen betrokken kon worden bij die nieuwe gemeenschap. Hoe kon je zorgen voor een gemeenschappelijke wereld als je rijk was samengesteld uit zoveel mensen en zoveel volken?

Hoe houd je het vol?

De stoïcijnen zagen dat de mens vaak is gericht op zichzelf, maar vonden dat we onze wereld moeten verruimen – die inzet maakt de stoïcijnse filosofie zo relevant voor onze pandemische tijd. Neem de motivatie die je nodig hebt om rekening te houden met alle Nederlanders en zelfs alle aardbewoners. Hoe houd je het vol om uit naam van de gezondheid van iedereen afstand te houden: hoe kun je die social distancing volhouden, waarom bezwijk je niet voor de verleiding van een lockdownparty, een huisfeestje of gewoon even koffie bij de buren?

Volgens Hiërocles, een stoïcijnse tijdgenoot van Marcus Aurelius, draagt ieder mens de verantwoordelijkheid voor ieder ander mens. Hij schetst een beeld: ieder mens is ingebed in cirkels. De meest nabije cirkel, rondom je lichaam, verbindt je met je naasten. De buitenste en grootse cirkel, die alle andere cirkels in zich bergt, is die van de wereldbevolking. Die laatste cirkel is volgens Hiërocles het ware thuis van de fatsoenlijke mens. De opgave is om je vanuit die meest nabije cirkel te bewegen naar die buitenste, meer abstracte cirkel.

Hoe je dat doet? Hiërocles stelt een oefening voor. Hij vraagt aan zijn lezers om zich voor te stellen dat elke volgende cirkel bestaat uit even concrete mensen als de meest nabije. Je breidt je morele cirkels uit en doet voor jouw opa wat je ook doet voor een opa aan de andere kant van de wereld. Volgens de stoïcijnen is dit een proces van volwassenwording: je begint bij jezelf, je bent pas volwassen als je bent betrokken op de wereld.

Het is eenvoudig voorstelbaar hoe je deze oefening kunt toepassen in deze tijd. Belangrijk is dan wel dat je bedenkt welk gedrag volgt uit die nieuwe voorstelling van de wereld. Wat doe je als de wereld je huis is? Afstand houden waarschijnlijk, maar misschien ook wel op afstand iets organiseren voor die mensen op afstand. Dit soort voornemens schrijf je op en je herleest ze elke dag op hetzelfde moment, om je aan je intentie te herinneren. Want de Griekse en Romeinse denkers van de Stoa wisten dat je je gedrag alleen kunt veranderen door het langzaam in te slijpen. Rome is ook niet in één dag gebouwd.

Meditatieve variant

Er is ook een meer meditatieve variant op deze oefening. Sluit je ogen en denk aan iemand om wie je echt geeft. Wat voel je? Probeer dat gevoel vast te houden als je aan mensen denkt die wat verder van je afstaan, je buren misschien. Ga zo door en betrek het op de hele wereldbevolking.

Levert zo’n meditatie nu echt iets op? Jazeker, zeggen de schrijvers van het Handboek, en ze baseren zich daarbij op modern wetenschappelijk onderzoek: deze meditaties leiden tot minder vooroordelen, tot meer zelfbewustzijn en compassie. Je weet, kortom, hoe jij geneigd bent naar de wereld te kijken en je kunt dat aanpassen door de oefeningen. Compassie kun je leren.

Filosoferen was voor de stoïcijnen veel meer dan denken. Jezelf als mens verbeteren, werken aan je karakter, dat doe je in de praktijk. De oefeningen helpen om nieuwe gewoonten in te prenten, om je langzaam te bevrijden van angsten. Een handig instrument daarbij vormde volgens de stoïcijnen de korte spreuk, die je op een rustig moment bedenkt, maar die je op elk moment van de dag kunt herhalen, als je de verleiding voelt af te wijken van je voornemens of als angst je dreigt te overmannen.

In zo’n spreuk formuleer je waarom je iets wilt doen, door welke waarde je je laat leiden. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga niet de straat op omdat ik om andere mensen geef’. Niet dat de filosofie van de stoïcijnen dogmatisch is: het staat ieder vrij een eigen spreuk te bedenken, en zo nodig uit te spreken.

Lees ook:

Samen tegen het virus: Kunnen wij westerlingen nog wel offers brengen voor het collectief?

Hoe maak je in deze tijd waarin de corona-epidemie alles lijkt te beheersen de juiste keuzes? Zijn wij als geïndividualiseerde westerlingen nog wel in staat om offers te brengen voor het collectief?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden