ReportageCemevi-ministerie
Alevieten kijken vol wantrouwen naar speciaal Turks Alevietenministerie. ‘Een stap in de verkeerde richting’
Het plan van president Erdogan voor een speciaal ministerie voor de alevieten in Turkije valt in slechte aarde bij velen in die gemeenschap. ‘Het is een belediging.’
De verwarming doet het nog niet en de vloer is ook nog niet gelegd, maar toch is de 58-jarige Birol Yildiz zichtbaar trots op het gebedshuis in aanbouw. Door zijn enorme zwarte snor is zijn mond onzichtbaar, maar de enthousiaste woorden zijn niet mis te verstaan. Hij ziet het al helemaal voor zich, vertelt hij. Over een paar maanden wordt hier het geloof op de kenmerkende alevitische wijze gevierd: met zang en saz.
Yildiz is een dede, een leider van de alevieten, een religieuze minderheid in Turkije. Veel in deze traditie draait om de twaalf imams, nakomelingen van de profeet Mohammed. Zij zijn ook prominent aanwezig in deze cemevi, letterlijk: ‘huis van samenkomst’. Hun gezichten zijn in de muur uitgehouwen. Na een hele tijd zoeken vindt de collega van Yildiz het juiste lichtknopje en worden de hoofden groen verlicht.
Naar schatting wonen er 12 tot 20 miljoen alevieten in Turkije, zo’n 10 tot 30 procent van de bevolking. Al eeuwen hebben zij te maken met discriminatie, onderdrukking en geweld. Afgelopen zomer nog werden vijf verschillende cemevi’s aangevallen en beklad in Ankara.
In een poging om een brug te slaan naar de alevieten bezocht president Recep Tayyip Erdogan vorig jaar een cemevi. Hij kondigde aan een apart staatsorgaan voor alevieten te willen oprichten, dat zich bezig zou moeten houden met hun problemen. Een cemevi-ministerie dus. Het viel niet goed bij een deel van de gemeenschap. Acht alevitische organisaties maakten gezamenlijk een afkeurend statement. ‘Dit is een poging van de staat om in te grijpen in de alevitische instituties en religie’, zo schreven ze.
Ook Birol Yildiz is niet te spreken over deze ontwikkeling. “Laat ik eerlijk zijn: als een minderheid in Turkije is het verkrijgen van je rechten een beetje moeilijk”, begint dede Yildiz voorzichtig.
Kern van de islam
Het grootste probleem is dat het alevitisme nog steeds niet volledig wordt erkend als een geloof, vindt hij. “Er wordt vaak gedacht dat alevitisme een cultuur of een levenswijze is, maar dat is niet waar.” Voor Yildiz is het alevitisme een onderdeel van de islam. “Het is de kern van de islam.”
Daarom is hij ook absoluut niet te spreken over de plannen van de regering, waarbij de alevieten onder het ministerie van cultuur komen te vallen. “We praten hier niet over een cultuur, een gebruik of een traditie. We hebben het hier over een geloof. Je kan niet een geloof zomaar onderbrengen bij een totaal irrelevant ministerie”, zegt hij fel. “Ik zie dit als een belediging van het alevitisme.”
Cemevi’s worden door de Turkse overheid tot nu toe niet erkend als gebedsruimte. Daarmee maken ze ook geen aanspraak op financiële steun, in tegenstelling tot moskeeën. “Voor alle moskeeën wordt elektriciteit, water, gas en andere vaste lasten betaald. Ook de lonen van imams worden betaald door de staat”, zegt Yildiz.
Hij heeft het over Diyanet, het enorme presidium voor religieuze zaken dat de bijna 90.000 moskeeën in Turkije bekostigt. Ook betaalt Ankara salarissen voor imams in Diyanet-moskeeën wereldwijd. “Denk je eens in, met mijn belastinggeld worden al die imams betaald”, schampert Yildiz, die zelf gepensioneerd is. “En ze doen niet eens veel, al die mannen. Vijf keer per dag bidden, dat duurt nog geen 1,5 uur. Ik ben hier hele dagen en krijg geen cent.”
Dienen in het leger
Het past bij een breder gevoel dat alevieten tweederangsburgers zijn, gaat Yildiz verder: “Wij betalen belasting, wij nemen deel aan de dienstplicht. Ook wij geven ons leven voor dit land.”
Hij begint te vertellen over zijn broer, die stierf na een aanval van de PKK, de Koerdische arbeiderspartij. Yildiz’ broer diende op dat moment in het Turkse leger en Yildiz spreekt over hem als sehit, een ‘martelaar’. Wel de lasten, niet de lusten, dat tekent voor Yildiz de ongelijke behandeling tussen alevieten en de rest van Turkije: “In slechte tijden zijn we samen, maar als het tijd is om te delen dan bestaan wij opeens niet meer.”
Yildiz begint ook over het geweld dat alevieten is aangedaan in het verleden. In 1993 werd in Sivas een bloedbad aangericht toen soennitische fundamentalisten een hotel waar alevieten samenkwamen in brand staken. 35 mensen kwamen om; voornamelijk alevitische intellectuelen, maar ook de Nederlandse antroplogiestudente Carina Thuijs.
Staat probeert de alevieten te assimileren
Zowel in het Ottomaanse Rijk als in het huidige Turkije hebben alevieten te maken gehad met discriminatie en vervolging, zegt Derya Özkul, onderzoeker voor het centrum voor vluchtelingenstudies aan de Universiteit van Oxford. Het huidige wantrouwen tegenover de overheid komt daaruit voort. “In het verleden heeft de staat vaker geprobeerd in te grijpen en de alevieten te assimileren. In het bijzonder de AKP”, zegt ze over de partij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.
Volgens Özkul, mede-auteur van het boek The Alevis in Modern Turkey and the Diaspora (De alevieten in het moderne Turkije en de diaspora), moet het cemevi-ministerie vooral worden gezien als een wanhopige poging alevitische kiezers over te halen om op Erdogans partij te stemmen tijdens de verkiezingen in mei dit jaar. Hoewel het plan in de Turkse media een ‘alevitische opening’ wordt genoemd, ziet Özkul het niet als een oprechte poging om de positie van alevieten in Turkije te verbeteren.
Toch zijn er ook organisaties die het ministerie wel steunen, zoals de cemevi waar Erdogan het plan aankondigde. Op de vraag van Trouw waarom het volgens hen wel een goede ontwikkeling zou zijn, schreef de woordvoerder dat ze ‘niet bevoegd waren daarop te antwoorden’, maar dat ze ‘het besluit van de regering respecteren’.
Lang hun geloof verborgen gehouden
Volgens Özkul zijn deze organisaties een uitzondering. “Van de buitenkant lijkt het misschien alsof alevieten meer rechten krijgen, maar geen enkele van de grote alevitische organisaties zal de staat vertrouwen.”
Het ministerie sluit ook totaal niet aan bij de eisen van alevitische organisaties, voegt de onderzoeker daaraan toe. “Hun eisen zijn al lange tijd hetzelfde: een totale transformatie of afschaffing van de Diyanet, geen verplicht religieus onderwijs en een gelijkwaardige behandeling.” Tijdens de verplichte godsdienstlessen in Turkije ligt de nadruk op de soennitische islam, en dat is in strijd met de vrijheid van religie, vinden alevieten. Uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens ondersteunen hen daarin.
Özkul benadrukt dat het zelfs gevaarlijk kan zijn om het alevitisme te institutionaliseren. “Dan komt er meer monitoring, verliezen ze hun eigen autonomie en kan de staat de controle opvoeren in de cemevi’s zelf”, waarschuwt ze. “Alevieten hebben uit angst daarvoor heel lang hun geloof verborgen, omdat ze anders vervolgd zouden worden.”
Minutenlang gebed voor schapen op de slachtplek
Zonder financiële bijdrage van de staat blijft het behoorlijk koud in de cemevi. Dede Yildiz zet de kachel alleen even aan als hij een stukje op de saz speelt. Maar veel tijd voor muziek is er niet, want de plicht roept: Yildiz moet schapen zegenen.
In de kleine stal achter zijn kantoor is een alevitische familie al bezig met het uitzoeken van drie schapen. Na een korte onderhandeling over de prijs worden de dieren naar de slachtplek meegenomen. De slachters houden de schapen in bedwang, terwijl Yildiz zijn hand op zijn hart legt en een minutenlang gebed uitspreekt.
De dede vertelt daarna dat diezelfde familie de volgende dag weer terugkomt, ditmaal met andere alevieten uit hun dorp. Er schijnen wat dorpelingen in onmin met elkaar te leven. Tijdens een speciale viering, een cem, moet dat worden opgelost, daarna worden de goede relaties bezegeld met een gezamenlijke lamsmaaltijd.
Dan staat de volgende familie alweer op stoep, voor een kleine trouwceremonie. Die vindt plaats in de oude cemevi. Daar liggen smoezelige tapijten en is amper licht. Aan de zijkanten liggen kussens opgestapeld, aan de muur hangen beeltenissen van imam Ali en de stichter van Turkije, Mustafa Kemal Atatürk. Na wat vaderlijke woorden (“Mijn advies: voordat je ruzie gaat maken, stop en denk eerst na”), verklaart Yildiz het echtpaar tot man en vrouw.
Terug in zijn kantoor, waar een hele stapel door Yildiz geschreven romans en poëziebundels ligt, komt hij nog eens terug op het cemevi-ministerie. “Het is een stap, maar in de verkeerde richting.”
Hij geeft er de voorkeur aan zijn geloof op eigen manier voort te zetten, onafhankelijk van de staat. “De staat probeert een eigen versie van het alevitisme te creëren, om ons zo onder controle te kunnen houden.”
Wat is het alevitisme?
Wat het alevitisme inhoudt, is moeilijk te definiëren: je kunt er op heel verschillende manieren invulling aan geven. Zo noemt de ene aleviet zichzelf moslim en de andere niet.
Het alevitisme komt voort uit spirituele Anatolische tradities die ouder zijn dan de islam. In de rituelen merk je dit aan de nadruk die ligt op de natuurelementen water, lucht, vuur en aarde.
Tegelijkertijd is het alevitisme sterk beïnvloed door de sjiitische en soefi-stromingen binnen de islam. Er zijn belangrijke verschillen met de islam zoals de meeste soennieten in Turkije die beleven. Zo gaan de alevieten niet naar de moskee om te bidden, maar houden ze een cem, waarbij naast het gebed ook poëzie en muziek een grote rol spelen. Mannen en vrouwen bidden samen en alcohol is niet strikt verboden. Daarnaast doen alevieten niet aan de ramadan of de bedevaart naar Mekka.
Lees ook:
Erdogan bouwt moskeeën in dorpen waar alleen alevieten wonen, die gaan nooit naar een moskee
De vele miljoenen Alevieten in Turkije hebben een moeilijke relatie met de overheid. Moeten ze moskeeën accepteren in hun dorpen, terwijl ze daar zelf niet bidden?
‘De Turkse overheid wil moslims van ons maken’
In thuisland Turkije vormen ze een onderdrukte minderheid én de voorhoede in het verzet tegen de regering van Erdogan. In Nederland voelt de alevitische gemeenschap diens lange arm.