WandelenDoorwerth
Plan Internationaal: Wandelen langs een vergeten stukje Nederlandse bouwhistorie
Een eekhoorntje waant zich onbespied, houdt midden op straat halt. Over het gebied hangt een intense rust. Zo’n wijk is Plan Internationaal in Doorwerth (bij Arnhem): 56 woningen op on-Nederlands ruime kavels.
Het is de erfenis van hoogleraar tuin- en landschapsarchitectuur J.T.P. Bijlhouwer, die het wijkje in opdracht van Bouwfonds Nederlandse Gemeenten ontwierp. De toenmalige directeur daarvan, J. Wiersema, vatte het plan op om er een staalkaart van te maken van de woningtypes die zijn bedrijf sinds de oprichting in 1946 overal in Nederland had gebouwd.
En dat niet alleen: midden tussen de rijtjeswoningen, twee-onder-een-kappers en vrijstaande huizen, zoals die vanaf de jaren vijftig massaal in de Nederlandse uitbreidingswijken verrezen, vormden negen buitenlandse bungalows de kers op de taart. Zo konden de bezoekers van wat Plan Internationaal werd gedoopt kennismaken met hoe mensen in andere landen en op andere continenten woonden – van Finland tot Canada, van Amerika tot Oostenrijk. De meeste buitenlandse (prefab) huizen waren van hout.
Je moest entree betalen
Tussen 7 juni en 10 oktober 1967 kwamen er tienduizenden bezoekers uit de hele wereld naar Doorwerth. “Het was een echt tentoonstellingsterrein”, zegt Hugo de Zeeuw, voorzitter van de vereniging van eigenaren van Plan Internationaal. “Er was een slagboom en je moest entree betalen. Na de tentoonstelling zijn de woningen verkocht.”
De Zeeuw heeft zojuist, bij het uitlaten van zijn hond, de ronddolende bezoekers enigszins argwanend aangesproken: wat wij hier doen, met die camera? Ah, pers! Die zien ze al jaren niet meer. “Er komen soms nog mensen die geïnteresseerd zijn in architectuur, maar dat is een zeldzaamheid.”
Plan Internationaal is een vergeten stukje Nederlandse bouwhistorie. Tegenwoordig een woonwijkje in Doorwerth, onderdeel van de gemeente Renkum. Behalve dan dat alle grond in handen is van de vereniging van eigenaren, die ook het onderhoud en beheer verzorgt. Voordeel: de wijk ligt er keurig bij. Nadeel: nieuwbouw is uit den boze, want daar willen de huidige bewoners niet aan. De Zeeuw: “Het zou goed zijn voor de buurt en geld in het laatje brengen, maar ik begin er niet eens meer over”.
Hij bewoont het enige huis dat, een jaar of twaalf geleden, wel nieuw is gebouwd. “Op de plek van de Canadese bungalow”, zegt hij. “Die was aan het einde van zijn levensduur en is gesloopt.”
Wooncultuur
Opvallend genoeg heeft Plan Internationaal geen monumentale status. Veel woningen verkeren dan ook nog amper in originele staat, zoals te zien is bij een wandeling door de wijk. “Er is in de loop der jaren veel aangebouwd en verbouwd”, zegt De Zeeuw.
Logisch, vindt hij. “De oorspronkelijke woningen waren klein en de wooncultuur is in de loop der jaren veranderd, ook in het buitenland. De huizen zoals die hier staan, vind je daar ook niet meer.”
Toch zijn tussen de woningen exemplaren te vinden die zwemen naar het origineel. De versgeschilderde en perfect onderhouden rode Finse villa bijvoorbeeld, die werd opgeleverd mét sauna. Of de natuurstenen Oostenrijkse woning, volgens het blad Ons Eigen Huis van destijds ‘een trotse witte villa met een rijke overdaad aan eikenhout, ademt de sfeer van weelde, die past bij de riante zonovergoten panorama’s en de groen begroeide berghellingen van dat land’.
Plantenbak metselen
De eigenaar is een plantenbak aan het metselen. “Het is een heerlijk huis, maar alleen aan de buitenkant kun je er nog iets Oostenrijks in zien. Toen ik het dertig jaar geleden kocht, toen was het originele interieur al gesloopt.” Rond de buitenlandse enclave staan woningen uit de Bouwfondscatalogus, zoals de types BG (systeembouw), Europawoning en de bekroonde types Oost-West en Kwadraat, een twee-onder-een-kapwoning waarvan de plattegronden afzonderlijk een kwartslag gedraaid konden worden al naar gelang de locatie.
Het tekent de inventiviteit van de ontwerpers van het toenmalige Bouwfonds, die het naoorlogse Nederland mede vormgaven. Dankzij het Bouwfonds hoefde je niet rijk te zijn om in een mooi, ruim en van alle gemakken voorzien huis te wonen.
De meeste van deze huizen kun je in tal van Hollandse woonwijken vinden. Daar springen ze doorgaans niet in het oog, want: heel gewoon. Maar op deze plek stijgen ze als het ware boven hun eigen bescheidenheid uit. De conclusie: helemaal niet slecht, die Nederlandse (sociale) woningbouw van weleer.
In en om Doorwerth
Plan Internationaal is te bereiken via de afslag Doorwerth van de N225 tussen Heelsum en Oosterbeek en is gesitueerd rond de Kennedylaan, de Bernadottelaan en Hammarskjoeldlaan. Het is leuk om er rond te lopen, maar na een uur heb je het wel gezien.
Op een kwartiertje lopen ligt Heveadorp, dat ook een bezoek waard is. De ongeveer honderd woningen in Engelse cottagestijl werden rond 1916 gebouwd voor de personeelsleden van rubberfabriek Hevea in opdracht van de sociaal bewogen fabrikant Wilhelmi. Hoewel Heveadorpzwaar te lijden heeft gehad van de oorlog en in de jaren tachtig op de nominatie stond om te worden gesloopt, oogt het gerestaureerde dorp tegenwoordig fris en fruitig.
Wie nog niet genoeg heeft van het bosrijke gebied rond Renkum kan een van de wandelroutes volgen over landgoed Duno, waar het Plateau van Duno een spectaculair uitzicht biedt over de Nederrijn.