Surinaamse gomma-koekjes

Culinair ontdekker Judith Cyrus beschouwt de wereld als haar keuken. Haar nieuwsgierigheid leidt tot gerechten die voor oog en tong een feestje zijn.

Aanstaande zondag is mijn moeder jarig. Natuurlijk hebben we haar gevraagd hoe ze het wil vieren. “Volgend jaar is een kroonjaar, dus dit jaar geen feest hoor.” Dus geen feest. Nu moet u weten wat dat bij ons betekent: volop eten en hoogstwaarschijnlijk alsnog een huis vol. Want er is dan wel geen feest, iedereen die weet dat ze jarig is, komt langs. Daarvoor hoef je niet op een uitnodiging te wachten. Ik verwacht dat er gedurende de dag zo’n vijftig mensen langskomen om haar te feliciteren. Dat vraagt uiteraard dat we enkele dagen eerder al beginnen met koken. Pom maakt mijn moeder zelf – dat is traditie voor haar. Zuster Bea maakt gemberbier en Letitia een moksi alesi. Ik maak dit jaar de pastei, het zuurgoed en koekjes.

Een maand geleden heeft mijn moeder me al gevraagd uit te kijken naar masoesa. De masoesaplant is onderdeel van de gemberfamilie en de vrucht heeft een nootachtige smaak met een ondertoon van gember. Bij gebrek aan verse vruchten – en uit gemak – wordt masoespoeder gebruikt om rijst geel te kleuren. U zou het kunnen zien als de Surinaamse variant op saffraan. De laatste keer dat ik in Suriname was, heb ik volop genoten van masoesa en me ook weer gerealiseerd dat het poeder in smaak niet vergelijkbaar is met de verse vrucht. Afgelopen weken heb ik er bij diverse groothandels op aangedrongen dat ik op zoek ben naar masoesa. Helaas is het me niet gelukt de vrucht vers te vinden. De volgende keer dat mijn moeder naar Suriname gaat, zal ze zich er ongetwijfeld aan tegoed doen.

Dus voor nu geen recept met verse masoesa, maar wel het recept van de gomma-koekjes die ik voor de verjaardag van mijn moeder maak. Een gomma- of maïzenakoekje is een blekig droog – glutenvrij - koekje met vanille smaak en suikermuisjes erop. Ik zie ze geregeld in de supermarkt liggen, maar kies er toch steeds weer voor om ze zelf te maken. Het genieten zit ‘m in de smaak én in de sensatie in je mond: ze vallen verrassend uiteen.

Ingrediënten

• 125 gram boter
• 125 gram suiker
• 1 theelepel vanille-extract
• 1 ei
• 250 gram maïzena
• 2 volle eetlepels suikermuisjes om te garneren
Ook nodig:
• bakpapier
• spuitzak (optioneel)

Bereiding

Verwarm de oven op 160 graden. Doe de boter, suiker, extract en ei in een kom. Mix alles met een mixer 5 minuten totdat de suiker niet meer kraakt en de massa lichtgeel oogt. Zeef de maïzena boven de kom en spatel deze voorzichtig door het beslag.

Bekleed een bakplaat met bakpapier. Doe het beslag in een spuitzak en spuit kleine bergjes op de bakplaat. Als u geen spuitzak heeft, rol dan balletjes ter grootte van een (grote) knikker en druk ze plat met een in maïzena gedoopte vork. Zorg voor circa 1 centimeter ruimte tussen de koekjes, want ze gaan uitzetten. Bestrooi elk koekje met wat suikermuisjes. Bak de koekjes in het midden van de oven in 12 minuten gaar. Let erop dat de koekjes blank blijven.