Min of meer zelfgemaakte brosse bakjes

Onze grote culinaire roerganger, Johannes van Dam, pleitte in zijn 'Dedikkevandam', voor het zelf fabriceren van pasteibakjes, maar het zelf maken van het ervoor benodigde bladerdeeg was volgens Johannes een tijdrovend karwei dat de moeite eigenlijk niet loont: het met roomboter bereide bladerdeeg dat elke zich respecterende supermarkt in zijn assortiment heeft, is van uitstekende kwaliteit.

Bak, adviseert Johannes, geen ronde bakjes van vierkante plakjes bladerdeeg, dat geeft alleen maar afval: 'Vierkante bakjes zijn mooi en je verspilt niks.' De aanwijzingen van Johannes zijn zonder de schematische illustraties een beetje moeilijk te volgen, dus u zult een blik in het boek moeten werpen, naar eigen idee gaan fröbelen, of besluiten toch ronde pasteitjes te maken.

Bereidingswijze

Steek in het laatste geval grote cirkels uit 8 plakken bladerdeeg. Steek vier kleinere cirkels (de 'dekseltjes') uit vier van die grote cirkels. Bestrijk de grote cirkels bladerdeeg met geklutst ei en plak de vier ringen bladerdeeg (waaruit de dekseltjes gestoken zijn) erop. Bestrijk ook die, en de dekseltjes, met geklutst ei.

Versier de dekseltjes desgewenst door er met een mes ruitjes of iets anders in te kerven.

Leg bakjes en dekseltjes op een met bakpapier bekleed bakplaatje en laat het bladerdeeg een halfuur - of langer - in de koelkast rusten. Verhit voor het bakken van de pasteitjes de oven tot 200 graden en bak ze in circa 25 minuten goudbruin en gaar. Zorg intussen dat ook de gekozen vulling klaar is.

Druk de bodem van de hete, gerezen pasteibakjes wat in, schep er royaal vulling in, zodat die overvloedig over de rand van de bakjes loopt. Strooi er nog een fleurige, smakelijke garnering op en geef het dekseltje een elegant plekje. Serveer de pasteitjes onmiddellijk.

Wie zelfs tegen dit ronde knutselwerkje opziet kan eventueel bij de banketbakker lege, vers gemaakte pasteibakjes bestellen. Of schaf desnoods in een supermarkt voorgebakken pasteitjes aan. Het allerbelangrijkste is dat u de bakjes op z'n minst zelf afbakt of oppiept en ze serveert terwijl ze nog warm zijn dan hebben ze die karakteristieke geurige, goudbruine brosheid waardoor ze zo lekker zijn.