Koken metKarin Luiten
Beleef de lente, met deze ratatouille-shakshuka
Zeven eitjes! Klein en wit met roze spikkels, in een poezelig zacht bedje van pluizig haar. Dat zag ik toen ik het dak optilde van het vogelhuisje dat ik vorig voorjaar kreeg van mijn schoonmoeder. Toen vlogen de koolmezen af en aan, nu zag ik niks. Tot ik dus dat dak optilde, en snel weer terugdeed.
Jarenlang hing er een nestkastje op mijn Amsterdamse balkon, een officieel exemplaar van de vogelbescherming, maar nimmer werd er enige gevleugelde belangstelling gesignaleerd. Het verhuisde mee naar Normandië en vond een nieuwe plek tegen de pruimenboom. Alleen: ook daar gaf de lokale vogelpopulatie geen enkele sjoege. Misschien hing-ie niet goed? Ik draaide ’m een kwartslag, met de vliegopening naar het aanbevolen noordoosten, maar nee, hoor, nog altijd niks.
En toen kwam dus mijn schoonmoeder ineens aanzetten met een vogelhuisje dat ze al jaren had liggen, maar waar ze in haar appartement helemaal geen plek voor heeft. Een flink gevaarte, met een dak in de vorm van een kerktoren. Ik hing ’m tegen de Franse schuur en verdraaid, meteen waren de koolmezen niet weg te slaan. Alleen dit jaar blijft het dus verdacht stil. En toch liggen er zeven eitjes. Maar als er ooit zeven mini-koolmeesjes moeten uitvliegen, waar blijft dan de broedende moeder? Of vader, voor mijn part?
Familie koolmees
Navraag leert dat een koolmeesvrouwtje pas gaat broeden als ze acht tot tien eieren heeft gelegd. Dus u begrijpt, ik durf nu niet meer in de buurt van de schuur te komen, bang dat ik de familie koolmees verstoor in hun gezinsplanning.
Voordat ik verder kon piekeren kwam de Franse buurvrouw zoals elke dag aanwaaien voor een praatje. Dit keer met in haar hand een doosje eieren. Zes stuks. Kippeneieren welteverstaan, van ‘les filles’, haar acht nogal scharminkelige hennen. Dankbaar nam ik ze in ontvangst, want dit zijn de lekkerste eitjes van de hele wereld. Ze kregen diezelfde avond nog een glansrol in een pan vol groente die ik toevallig nog over had: paprika, aubergine, ui en tomaat. Voilà, de ratatouille-shakshuka was geboren. En nu maar hopen dat het goed komt met de koolmeesjes.
Ratatouille-shakshuka
Nodig voor 2 personen:
1 aubergine
2 paprika’s (kleur naar keuze)
1 grote ui
2 knoflooktenen
1 blik tomatenblokjes (of 400 g rijpe smaaktomaten)
2-4 eieren (naar wens)
wat verse tijm
snuf chilivlokken (molentje)
olijfolie
zout & peper uit de molen
Erbij: lekker brood, bieslook/peterselie
Snipper de ui en knoflook. Verhit een scheut olijfolie in een grote koekenpan op laag vuur en geef ui en knoflook alvast een voorsprong. Snij de aubergine en paprika’s in blokjes/stukjes. (Courgette zou er ook goed bij kunnen, maar die had ik niet.) Voeg toe en bak rustig 6-8 minuten tot ze gaar beginnen te worden.
Hak intussen de tomaten in kleine stukjes, als u verse heeft. Voeg toe aan de pan (of bliktomaten), plus losgeriste tijm, zout, peper en een vleug chilivlokken. Breng aan de kook en laat onder een deksel op laag vuur in ± 20 minuten inkoken tot een dikke, bonkige saus. Proef op zout en peper.
Maak 2-4 kuiltjes in de bubbelend hete saus, breek boven elk een ei en bestrooi met wat zout. Gaar onder een deksel ± 6-8 minuten tot het wit gestold is, maar de dooiers nog zacht.
Serveren: Gewoon de pan op tafel. Bestrooi eventueel met wat versgehakt groen, zoals bieslook of peterselie. Serveer met lekker brood om de saus tot de laatste klodder op te vegen.
Tip
Vooraf maken? Warm de groentesaus weer op tot bubbelend heet en voeg dan pas de eieren toe. Ook heel geschikt als eenpersoonsmaaltijd.
Karin Luiten geeft een moderne draai aan klassieke gerechten. Tips: info@kokenmetkarin.nl.