null Beeld ANP
Beeld ANP

BoekrecensieTaal

Van doodknuffelen tot verwarring zaaien: Robbert Wigt ontleedt taaltrucs van Mark Rutte in opwindende studie

Neerlandicus Robbert Wigt duidt zin na zin de behendige retorische trucs en taalvondsten van premier Mark Rutte.

Berthold van Maris

Op een vraag van studenten of hij de meeste dossiers in detail kent, zei Mark Rutte ooit dat dat meestal niet het geval is. Maar: ‘Je leert trucjes om de indruk te wekken dat je het ter plekke uit je mouw schudt. De tegenstander weet het vaak ook niet, dus die zal niet snel door­vragen. En als ze dat toch doen, maak ik een grap.’

Deze uitspraak wordt aangehaald in ­Supergaaf, waarin neerlandicus Robbert Wigt het taalgebruik en de debattechnieken van Mark Rutte onder de loep neemt.

Het is een boek dat je op twee manieren kunt lezen: als een boek waarin het taalgebruik van Rutte scherp wordt geanalyseerd. Maar ook als een soort inleiding tot de retorica en argumentatieleer, waarin Wigt aan de hand van veel aan Rutte ontleende voorbeelden illustreert wat er allemaal mogelijk is op dit gebied. De retorica en de argumentatieleer zijn van oudsher gebaseerd op het observeren van mensen die heel goed zijn in debatteren en argumenteren. Rutte is zo iemand, hij geldt als natuurtalent. En hij is ook nog eens gepokt en gemazeld in het ambt van premier dat hij al twaalf jaar uitoefent.

Drieslag en ‘een verbreding in de feitelijkheid’

Het is alleen al vermakelijk en leerzaam om te zien hoe soepel hij de meest uiteen­lopende stijlfiguren inzet. Een hyperbool (overdrijving): ‘Ik sta 200 procent achter dat besluit’. Een eufemisme: ‘Dus dat de Kamer mij daarop aanspreekt snap ik volledig’, na een grimmige motie van afkeuring. Ironie: ‘Zal ik zelf vertellen wat ik wil?’, in reactie op een linkse opponent. Een prae­te­ritio: ‘Het zou ongepast zijn om de heer Buma te vergelijken met een pruilende peuter. U hoort mij dat niet zeggen.’ Door te zeggen dat je iets niet zegt zeg je het toch. Een understatement: ‘Mijn baan is zoveel mogelijk krassen verzamelen en hopelijk gaan er af en toe ook wat dingen goed’. Een drieslag: ‘Wat afgelopen donderdag gebeurd is, was weloverwogen, bewust en noodzakelijk’. Als je iets in drievoud zegt, klinkt dat steviger, stelliger, overtuigender. En dan is er nog de dodelijke omhelzing: ‘De heer Roemer en ik delen, denk ik, de passie om de problemen op te lossen’.

Een stijlfiguur die Rutte ook regelmatig uit de kast haalt, maar waar Wigt zo gauw geen naam voor weet: een woord gebruiken dat niet bestaat en waarvan dus niemand precies de betekenis weet. Bijvoorbeeld ‘disculperen’: ‘Dat is niet om mij hier helemaal te disculperen – helemaal niet’. Of: ‘concludent’: ‘Bij mijn weten hebben er geen concludente stukken gelegen’. Als er dan plotseling toch zoiets als een ‘concludent stuk’ opduikt, spreekt Rutte van ‘een verbreding in de feitelijkheid’. Wat nou precies een ­‘feitelijkheid’ is weet niemand.

Snel schakelen zonder dat iemand het merkt

Een van de parlementaire journalisten die Wigt voor dit boek gesproken heeft, wees hem op nog een andere, verwante stijlfiguur: ‘Op persconferenties spreekt hij ook af en toe buitenlandse zinnen uit. Een manier om verwarring te zaaien. Wij moeten dan opzoeken wat zo’n zin betekent.’

Het leeuwendeel van dit boek bestaat uit stukjes debat of interview die door Wigt van zin tot zin geanalyseerd worden. Dat is soms ronduit opwindend. Je ziet hoe handig Rutte het perspectief in één zin helemaal kan verschuiven en hoe snel hij schakelt, op een manier die de toehoorder vaak maar half doorheeft.

De meeste politici doen dat of proberen dat, maar Rutte is er uitzonderlijk goed in. Een andere journalist die Wigt voor zijn boek sprak, omschreef het zo: ‘Aan de ene kant is hij [Rutte] heel benaderbaar, vrolijk, maar als je hem dan spreekt en je wil naar de kern komen dan heeft hij echt allerlei trucjes. Je moet je vraagstelling ook kleiner dan klein houden. Zodra je iets van een context schetst, gaat hij in op die context.’

Voor ieder wat wils

De journalisten die hem ondervragen en de politici met wie hij in de Tweede Kamer debatteert, zijn er natuurlijk in getraind om dit soort trucs te signaleren en er eventueel op te reageren. Vandaar dat Wigt een aantal van hen – zoals Ton Elias, Wilma Borgman en Lodewijk Asscher – heeft gesproken en in het boek ook aan het woord laat. Dat voegt echt iets toe. Rutte is ook erg bedreven in het doen van uitspraken die bij meerdere soorten publiek in de smaak vallen, omdat elke groep er zijn eigen associaties aan kan ophangen. Dat doet hij vooral als er weer eens verkiezingen in zicht zijn (zoals nu).

Als hij zegt dat hij opkomt voor ‘de hardwerkende Nederlanders’, dan zal een deel van het publiek zich herkennen in dat ‘hardwerkende’. Anderen zullen zich meer identificeren met ‘de Nederlanders’ en de betekenis die zij aan dat woord geven.

Zo ook: ‘Nederland teruggeven aan de Nederlanders’. Het is niet duidelijk wat de minister-president hier precies bedoelt met ‘Nederland’, met ‘teruggeven’ en met ‘de Nederlanders’. Iedere toehoorder kan er zijn eigen associaties bij hebben. Zowel mensen uit het politieke midden als aan de extreme rechterkant zullen zich hierin kunnen ­vinden.

Een verbaal hekwerk

Hoogte- en dieptepunt van Ruttes carrière was het twaalf uur durende debat over ‘Omtzigt, functie elders’. Het is ook het hoogtepunt van dit boek. Wigt laat minutieus zien hoe Rutte hierin te werk ging als een ‘hekkenzetter’. De term is afkomstig van journalist Nicole Besselink, die het als volgt toelicht: ‘Hij bedenkt voorafgaand aan een ­debat zijn boodschap, zet er een hek omheen, en is voor zijn opponenten met geen mogelijkheid buiten dat verbale hekwerk te krijgen’.

Wigt benadrukt dat zijn boek geen anti-VVD-boek en ook geen anti-Rutteboek is. Hij vindt dat Ruttes debattechnieken soms een positief doel dienen: de man ‘weet in een tijd van polarisatie de angel uit de kwestie halen’, waardoor politieke samenwerking mogelijk is.

Maar er zit ook een negatieve kant aan: Wigt laat zien dat het taalgebruik van de minister-president vaak ontregelend werkt, waardoor er geen echt debat op gang komt waarin de dilemma’s en argumenten op een redelijke manier besproken worden. Met als gevaar dat een kwestie maar half of helemaal niet wordt opgelost.

null Beeld

Robbert Wigt
Supergaaf. De overtuigende taal van Mark Rutte
Walburg Pers; 190 blz. € 20

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden