BoekrecensieGeschiedenis
Steeds dieper de beerput in: Antony Beevor over de Russische Revolutie en burgeroorlog
Een mensenleven was niets waard in het Rusland van een eeuw geleden. In Antony Beevors boek over de de strijd van de bolsjewieken dringen de parallellen met het heden zich op.
Soberheid troef bij de Tsjeka, de eerste bolsjewistische geheime dienst. Oprichter Feliks Dzerzjinski had zichzelf op een karig rantsoen gesteld en sliep onder zijn overjas op kantoor, dat op zijn verzoek onverwarmd bleef.
De organisatie noemde zichzelf ‘het Zwaard en de Vlam van de Revolutie’. Alleen al die naam maakt duidelijk dat Dzerzjinski en anderen een zekere poëtische schoonheid zagen in de terreur waarmee ze tegenstanders aanpakten. De Tsjeka publiceerde zelfs een bloemlezing met gedichten. Een ervan, geschreven door een medewerker met executie-ervaring, liet weinig te raden over:
Tijdgeest, het weekendmagazine van Trouw, bespreekt iedere week romans, geschiedenisboeken, kinderliteratuur en nog veel meer. U leest onze boekrecensies hier.
‘Er is geen groter genot, noch betere muziek/ dan het kraken van gebroken levens en botten/ Daarom wil ik, als onze ogen willoos zijn geworden/ En de hartstocht stormachtig in de borst gaat woeden/ zonder voorbehoud op je vonnis schrijven/ “Tegen de muur! Vuur!”’
Rusland. Revolutie en burgeroorlog 1917-1921 van de gerenommeerde Britse historicus Antony Beevor is een boek voor lezers met sterke magen. Tijdens en kort na de Februarirevolutie van 1917 mocht het land even hopen op beter. Daarna nam de waanzin en het geweld de overhand. De jonge journalist Konstantin Paustovski schreef dat ‘de waas van de romantiek’ van de eerste omwenteling en ‘het geloof in universeel geluk’ compleet verdampten.
Koudbloedige oplichter
Beevor, midden zeventig inmiddels, heeft ervaring met het beschrijven van gruwelijkheden. De rest van zijn oeuvre concentreert zich vooral op de Tweede Wereldoorlog, met boeken over onder meer de Slag om Stalingrad, D-Day en de Slag bij Arnhem.
Dat het in het Rusland van enkele decennia eerder al zo uit de hand liep, had onder meer te maken met de nietsontziende methodes van een groepering, die aanvankelijk te klein en te radicaal werd geacht voor een rol van betekenis en die in 1917 toch de macht wist te grijpen: de bolsjewieken.
De Russische schrijver Maksim Gorki waarschuwde al in november van dat jaar voor de ‘beerput’ waarin Petersburg en de rest van Rusland door de revolutie en anarchie zouden veranderen. En ondanks het feit dat hij goed bevriend was geweest met Vladimir Lenin waarschuwde Gorki dat de bolsjewistische leider ‘geen almachtige tovenaar is, maar een koudbloedige oplichter, die noch de eer, noch het leven van het proletariaat zal sparen’.
Orgie aan geweld
Niet alleen de bolsjewistische Roden ook hun tegenstanders, de anticommunistische Witten, vonden mensenlevens in het licht van hun grote zaak weinig waard. Een Britse marinecommandant noteerde: ‘De oorlog heeft onmensen gemaakt van de ongeletterde, bijgelovige, eenvoudige geesten van de Russische boeren en duivels van de roekeloze, beschonken en op pleziertjes gerichte aristocratie, die ze willen uitroeien. Beide kanten zijn even barbaars en de martelingen die de gevangenen ondergaan zijn zo inhumaan dat ik ze hier niet kan opschrijven.’
Beevor kent minder schroom. In vrijwel alle hoofdstukken geeft hij voorbeelden. Sommige methodes zouden terugkeren in de Tweede Wereldoorlog: slachtoffers die hun eigen graven groeven, waarin ze soms nog levend belandden. Andere horreur kreeg later geen navolging. Zo koppelde een afdeling van de Tsjeka in het oosten van Rusland pijpen aan magen. Daar joegen ze dan een rat in. Door de pijp aan de buitenkant te verwarmen, vrat het ongedierte zich op de vlucht voor de hitte een weg naar binnen.
De orgie aan geweld stompte af. Maar af en toe werd het zelfs de meest genadelozen te veel. Bij de viering in het Kremlin van het nieuwe jaar 1919 werd Tsjeka-baas Dzerzjinski zo dronken dat een sentimentele bui hem kon overvallen. Hij smeekte Lenin en de andere aanwezigen om hem ter plekke te doden. ‘Ik heb zoveel bloed vergoten, dat ik niet langer enig recht op leven heb. Jullie moeten me nu neerschieten.’
Besmettingsgevaar
In het deel van het boek dat de revolutie en de aanloop ernaartoe beschrijft, is Beevor het best op dreef. Daar verschaft hij veel inzicht in de gebeurtenissen en hun achtergronden en zet hij bovendien de belangrijkste personages scherp neer. Bij het beschrijven van de ontwikkelingen na 1917 verliest de Brit – als oorlogshistoricus pur sang – zich een beetje in alle fronten en slagen. Met zo’n uitgestrekt strijdgebied en veel betrokken partijen valt het voor de lezer niet mee om overzicht te houden. De kaartjes in het boek helpen iets, maar meer tekst en uitleg zouden helpen.
Beevor had er goed aan gedaan om daar wat meer uit te zoomen. Dat had bijvoorbeeld ruimte geboden om de betrokkenheid van diverse buitenlandse mogelijkheden en de verschuivingen in hun engagement verder uit te diepen. Nu ligt de nadruk daarbij behoorlijk op het Britse verhaal. Het levert wel mooie inzichten op over de verdeeldheid in en rond Westminster.
Iemand als Winston Churchill vond dat de strijd tegen de Roden veel steun verdiende. Hij vreesde het internationale besmettingsgevaar. De Witten spiegelden degenen die hen met geld en mankracht steunden constant ‘grote kansen’ voor. Maar de Britse premier David Lloyd George waarschuwde voor een bodemloze put. ‘Rusland wil niet bevrijd worden’, meende hij. En volgens hem zouden de bolsjewieken bij een definitieve nederlaag worden vervangen door reactionaire leiders die in veel opzichten geen haar beter waren dan Lenin en de zijnen.
Chaos en wanorde
Op grond van de huidige situatie is een mens ook geneigd tot het zoeken naar parallellen tussen heden en verleden. Het ronselen van soldaten, excessief geweld, corrupte officieren, een laag moreel van de troepen en een tekort aan wapens en uniformen bestonden honderd jaar geleden al.
Het is voorstelbaar dat het speculeren op verdeeldheid en een beperkt uithoudingsvermogen van Oekraïne, waarop Vladimir Poetin volgens sommige Kremlinwatchers gokt, eveneens een les van de burgeroorlog is. Ook tijdens dat conflict bleek de strijdbare eensgezindheid in het zeer diverse Witte kamp een uiterste houdbaarheidsdatum te hebben.
De Roden hadden volgens Beevor ook veel voordeel van hun strategische positie. Ze konden werken vanuit één gebied, met goede spoorverbindingen van het centrum naar de periferie. Ze concentreerden al hun strijdkrachten op één plek, vielen dan aan en probeerden vervolgens hergroepering bij hun tegenstander te voorkomen. Zoveel chaos bovenop alle wanorde die er al was, bleek een winnende formule.
Antony Beevor
Rusland. Revolutie en burgeroorlog 1917-1921
(Russia. Revolution and Civil War 1917-1921)
Vert. Ton Zwaan
Ambo Anthos; 544 blz. € 45,00