Filmrecensie
Spokenjagers in jaren 80-nostalgie
Ghostbusters: Afterlife
Regie: Jason Reitman
Met Carrie Coon, Mckenna Grace, Paul Rudd
★★★
In 1984 was Ghostbusters niet alleen een bioscoophit, maar ook een bijzondere film. Veel actie en visueel effect mét droogkomische dialogen, die zeiden: neem de actie niet te serieus. De vrolijke samenwerking tussen creatieve schrijvers en komieken als Bill Murray en Dan Aykroyd, daar draaide de film om. Die sfeer kwam terug in de vrouwelijke remake uit 2016 (leuk, maar geen succes), en ontbreekt in Ghostbusters: Afterlife.
Jason Reitman, zoon van de oorspronkelijke regisseur, drenkt zijn avontuur over spokenjagers in verleidelijke jaren 80-nostalgie. Een tijd dat je in een slaperig dorp in Oklahoma een drive-throughrestaurant met serveersters op rolschaatsen aantrof. En dat je de wereld tegemoet trad met joysticks vol knipperende lichtjes. In zo’n universum komt een alleenstaande moeder (Coon) met twee tieners terecht in de geërfde bouwval van haar vader. Het spookt er. De twaalfjarige Phoebe (Grace), nieuwsgierig en onbevreesd, gaat eropaf.
De eerste helft zet met afgemeten dialogen een leuk setje tijdloze personages neer dat tussen graan en maïs de terugkerende aardschokken probeert te begrijpen. Een jongetje dat zichzelf Podcast noemt. Een docent (Rudd) die zijn leerlingen vhs-banden met horrorfilms voorschotelt. Maar zodra ijzervretende geesten en kwetterende marshmallow-poppetjes de actie overnemen, raken de acteurs een beetje verloren. Dan is het wachten op het beleefdheidsbezoekje van de grappenmakers-van-toen in grijze overall om in de stemming te komen voor de afsluitende meezingklassieker: Who you gonna call? Ghostbusters!