BoekrecensieFilosofie
Ook complotdenkers slagen voor deze rationaliteitstest
Maarten van Doorn
Waarom we beter denken dan we denken
Uitgeverij Noordboek; 240 blz., € 24,90
★★★
De schrijver
Maarten van Doorn (1994) doceert aan de Radboud Universiteit; na zijn bachelor psychologie deed hij een master filosofie van de gedragswetenschappen.
Stelling van dit boek
De meeste mensen zijn rationeel. Daar is Van Doorn van overtuigd, ook al geloofde hij tijdens zijn studie nog – zoals zo’n beetje alle andere leden van de psychologiefaculteit – dat de mens geregeerd wordt door een ‘innerlijke idioot’. Uiteindelijk viel Van Doorn van zijn geloof: ‘Ik kon die dagelijkse ervaring van mensen om mij heen die soepel argumenten uitwisselen, niet rijmen met de gedachte dat diezelfde mensen diep van binnen eigenlijk irrationeel zouden zijn.’
Als mensen zo irrationeel zijn, waarom was beredeneerd betoog dan in de menselijke geschiedenis zo vaak het begin van verandering? Als rationeel argumenteren evolutionair gezien nutteloos zou zijn, waarom heeft homo sapiens dan zo’n geraffineerd cognitief apparaat ontwikkeld?
Desondanks klampen doemdenkers zich hardnekkig vast aan het beeld van de irrationele mens. Hun nieuwste nachtmerriescenario heet het ‘post-truth-tijdperk’, het huidige tijdsgewricht waarin mensen op grote schaal zouden worden misleid door online leugens.
‘Cynisch defaitisme ten top’, oordeelt Van Doorn. Juist de intellectuelen die zich het meeste om rationaliteit zeggen te bekommeren, verliezen het vertrouwen in debat en informatie-uitwisseling door het gevaar van ‘post-truth’ te verkondigen. Onterecht. Post-truth is een mythe, de jongste onderzoeken van psychologen en gedragswetenschappers wijzen precies de andere kant op.
In zijn boek hanteert Van Doorn het rationaliteitsbegrip van psycholoog en linguïst Steven Pinker als criterium: je bent rationeel als je je overtuigingen baseert op de waarheid, en als je vanuit die overtuigingen gerechtvaardigde gevolgtrekkingen maakt. Dat is een test waar zelfs de meeste complotdenkers voor zullen slagen, mits je veronderstelt dat waarheid subjectief is en pas een publieke dimensie krijgt zodra mensen over die subjectieve waarheden in debat gaan.
Opvallende passage
‘Misschien heeft de ervaren toename van emotie-irrationaliteit wel een paradoxale oorzaak. Hoe rationeler we als samenleving zijn, hoe allergischer we worden voor de irrationaliteit die er nog wél is.’
Reden om dit boek niet te lezen
Over het algemeen maakt Van Doorn een helder onderscheid tussen moraal en cognitie. Het gaat er in zijn onderzoek niet zozeer om of bepaalde politieke keuzes rationeel zijn, maar of we met behulp van onze rationele vermogens tot die keuzes zijn gekomen. Zo is Van Doorn bijvoorbeeld kritisch op onderzoek waaruit zou blijken dat rechtse mensen minder rationeel zijn dan linkse, onderzoek dat inmiddels is weerlegd als vooringenomen quatsch.
Slechts af en toe houdt Van Doorn zich minder goed aan het onderscheid, zoals wanneer hij het verlies van Trump-kandidaten in de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen van 2022 als bewijs aanvoert dat het rationalisme vaker wel dan niet triomfeert.
Van Doorn moet soms erkennen dat zijn inzichten misschien wat minder spectaculair zijn dan hij in eerste instantie pretendeerde, omdat ze bestaan uit ‘nuanceverschillen’ die de begripsverwarring rondom rationaliteit moeten verhelderen. De schrijver geeft toe dat de my-side bias (vooringenomenheid richting eerdere eigen overtuigingen) behoorlijk problematisch is, en dat misleiders wel degelijk het informatielandschap kunnen vervuilen. Best mogelijk dat dergelijke misleidingen minder vaak voorkomen dan we denken, maar kunnen ze niet net zo goed bedreigend zijn voor onze samenlevingen?
Reden om dit boek wel te lezen
Rationaliteit wordt er niet makkelijker op in het informatietijdperk. Door de enorme hoeveelheid aan beschikbare data wordt het steeds ingewikkelder om een goed geïnformeerde mening te vormen. Kennis dreigt daarom volgens Van Doorn het exclusieve domein te worden van deskundigen. ‘Het alternatief – alles zelf checken, eerst zien dan geloven – is onwerkbaar’.
Desondanks moeten we rationaliteit in navolging van Socrates blijven opvatten als ‘samen denken’, want bij morele vraagstukken over de samenleving mag niet enkel de wetenschap het laatste woord krijgen. Misschien is dat wel de belangrijkste les die Van Doorn zijn lezers wil meegeven in dit vlot en toegankelijk geschreven debuut: rationaliteit staat niet gelijk aan logica. Dat lijkt me zonder meer een wijs inzicht.