null Beeld
Beeld

PoëzieJanita Monna

Judith Herzberg: misschien wel de beste chroniqueur van het onbewust geleefde leven

Janita Monna

Judith Herzberg verkiest de onaffe, stokkende zin boven de volzin, de vraag boven het antwoord, aarzeling boven stelligheid.

Hedendaagse ogen zien het leven nogal eens als een soort ketting van doelbewust aaneen te rijgen hoogtepunten. Maar is het niet eerder een rommelige lijn vol toeval? Een kronkelig spoor van wikken en wegen, scharrelen, weifelen?

Judith Herzberg (1934) is onder de dichters misschien wel de beste chroniqueur van dat onbewust geleefde leven. Al een schrijversleven lang biedt haar poëzie plek aan de vragen, gedachten, dromen, observaties die de tussentijd vullen en vindt zij woorden voor het ongezegde, het onuitspreekbare waarin huist wat er het meest toe doet. Op het oog is dat vaak doodgewone taal, zijn het regels op kousenvoeten, die nooit schreeuwen of stampen, en waarin behalve enerzijds ook anderzijds het woord krijgt.

Ze ontving er de grootste prijzen voor en geldt als een van Nederlands meest gelezen dichters. Van haar bloemlezing Doen en laten, waarvan recent een uitgebreide editie uitkwam, zijn meer dan 150.000 exemplaren verkocht.

Doodgewone taal van rijm doordrongen

Onlangs verscheen in de bundel Sneller langzaam ook nieuwe poëzie en in Gêne toont Herzberg iets van haar werkwijze: ‘Vind dit nog steeds veel te vrijblijvend/ rijm’. Wie een willekeurig gedicht uit de bundel leest, ziet hoe die doodgewone taal van rijm doordrongen is: ‘Vergeetster die ik ben/ gaat er wat tijd voorbij/ tot ik besef hoe kwijt –/ terwijl kwijter me toen/ onleefbaar leek.’

Wat achteloos lijkt, zijn precies gekozen woorden vol ij’s, oe’s en ee’s.

Aan de gedichten in Sneller langzaam is niks menselijks vreemd. Er is plek voor kleine ongemakken als knellende damesschoenen, voor voetballer Maradona die een balletje hooghoudt, maar ook voor liefde, verlies, voor dreiging, al vermijdt Herberg dergelijke ‘hoge woorden’ liever. Ook corona is de poëzie in geslopen. Maar wie een oorlog heeft meegemaakt, weet dat het leven anno 2020 zich daarmee niet vergelijken laat: ‘Een voordeel is dat je als ik/ nog weet van het verschil./ Alleen de stem, de toon waarop/ de auto met de luidsprekers/ die in veel talen aanmaant –/ dat al die talen hier bestaan/ hier mogen excelleren/ of mogen lanterfanten.’

Onbevangen poëzie

Een enkel minder gedicht daargelaten, verkiest Herzberg de onaffe, stokkende zin boven de volzin, de vraag boven het antwoord, aarzeling boven stelligheid. Leven is ook ‘jezelf te leren tegenspreken’, terugkomen op wat je misschien eerder vond, dat in onbevangen poëzie ruimte geven: ‘van nature/ nogal tegen/ tegen/ maar// dit geval/ is anders/ echt heel/ anders/ maar’.

null Beeld

Judith Herzberg
Sneller langzaam
De Harmonie; 48 blz. € 17,50

null Beeld

Judith Herzberg
Doen en laten
Een keuze uit de gedichten. Uitgebreide editie
Rainbow Poëzie; 300 blz. € 17,50

Maar

van nature
nogal tegen
tegen
maar

dit geval
is anders
echt heel
anders
maar

kan aan quarantaine
wennen
maar

verre verten
blijven trekken
één weekeindje
maar

zij daar hebben het
heel zwaar ja dat
snap ik maar

komt
voorlopig niets van
moeten we
aanvaarden
maar

zie er toch van af
vind het wel erg
jammer
maar

voorlopig even niet
dat begrijp ik
maar

ben het wegens
dit en dat
kortom alles
helemaal
mee eens
maar

voor mij is dat
dus iets anders
maar

dreigt
gevaar alom
dat weet je
maar

heb al bijna
een heel jaar
niet meer
mogen maar ja
maar

aldoor blijven
waar je bent
echt niet overdrijven
maar

.

Judith Herzberg

Janita Monna (1971) is journalist en recensent. Ze was redacteur bij Poetry International en nam het initiatief voor de jaarlijkse Gedichtendag. Voor Trouw schrijft ze over poëzie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden