RecensieBloed en honing

Irene van der Linde en Nicole Segers schreven een schrijnende reisgids voor de Balkan

Kukës (Albanië). Beeld Nicole Segers
Kukës (Albanië).Beeld Nicole Segers

Met Rebecca West als gids trekken Irene van der Linde en Nicole Segers door wat nu voormalig Joegoslavië is.

Wim Boevink

Ja, ik geef het toe: bij alles wat ik hieronder nog schrijven zal, ik ben jaloers op dit boek. Journalist en historica Irene van der Linde en fotografe Nicole Segers maakten, beginnend in een nog koud februari van het jaar 2017, een reis van enkele weken door de landen die wij de Balkan noemen, een reis die uitmondde in een prachtig vormgegeven werk, dat in november van 2020 is verschenen.

Bloed en honing heet het, met als ondertitel: Ontmoetingen op de grenzen van de Balkan.

Het boek is ook een platenboek, en je kunt zeggen dat de vele paginagrote foto’s van Segers een parallel verhaal vertellen en niet zomaar de tekst illustreren. In zekere zin is Bloed en honing twee boeken ineen.

Ik zou graag die foto’s hebben gemaakt en de teksten geschreven. In de landen van de Balkan komt veel samen: een lange bewogen geschiedenis van verschuivende grenzen, een strijdtoneel van grote rijken, van volksbewegingen en oude culturen en bovenal, schier eindeloze tragedie. Ik zou ook tegen de onderneming hebben opgezien: duizelingwekkend is de verwevenheid van de verhalen, van de twisten en vetes. In hun bagage namen de vrouwen een formidabele gids mee die voor hen de routekaart (meer kaart dan kompas denk ik) vormde: Black Lamb and Grey Falcon van Rebecca West, een klassieker uit de reisliteratuur, gebaseerd op een tocht die West in 1937 door dit deel van Europa ondernam.

Wachtpost Kfor bij klooster, Decani (Kosovo).  Beeld Nicole Segers
Wachtpost Kfor bij klooster, Decani (Kosovo).Beeld Nicole Segers

Haar Balkan was toen nog het interbellum-koninkrijk van Joegoslavië, dat in 1941, in het jaar dat haar boek uitkwam, de facto zou ophouden te bestaan. ‘Net als Rebecca West destijds reizen Nicole en ik nu naar de Balkan in een periode van crisis in Europa’, schrijft Van der Linde in de inleiding van hun boek. Ik weet niet of je het om zich heen grijpende fascisme en de opkomst van Hitler-Duitsland van toen kunt vergelijken met het groeiende pessimisme over de Europese Unie en de opkomst van het populisme nu, maar op de Balkan is intussen wel de laatste oorlog binnen de grenzen van Europa uitgevochten, met grote gevolgen.

Van der Linde zal West menigmaal citeren, maar een sterke verbinding tussen de boeken vormt dat niet. Daarvoor zijn de verschillen ook te groot. Daarmee doel ik niet op de stijl. Rebecca West is een schrijfster met een scherp oog voor detail – voor de landschappen, de architectuur, de mensen – en met veel aandacht voor de diepte van de complexe historie. Haar superieure stijl is een literaire, rijk en beeldend.

Van der Linde’s stijl is veel meer die van de journalistieke reportage; ze laat anderen aan het woord, anderen die ze heel vluchtig beschrijft. De een is ‘gezet’, de ander draagt ‘een dun vestje, een witte blouse’, weer een ander heeft ‘een fijn gezicht, sluik donker haar en een hippe bril’ of is ‘vlot en slank met helderblauwe ogen’. Ook omgevings­beschrijvingen zijn meest heel summier. Waar bij Van der Linde het Bosnische Jajce niet meer is dan een vestingstadje ‘met een middeleeuws kasteel hoog op een rots’ dat ze al snel verlaten, daar wandelt West door de zwarte corridors en hallen, ‘koud van de natte adem van het levend gesteente’. Voor haar wordt het bezoek aan Jajce een duik in een mystiek verleden vanwaar eens de zetel van de Bosnische koningen was met diepere verwijzingen naar altaren uit de oudheid, waar stieren werden geofferd voor de godheid ­Mithras.

Rab (Kroatië). Beeld Nicole Segers
Rab (Kroatië).Beeld Nicole Segers

Wat het verschil tussen beide boeken – het lam en de valk versus het bloed en de honing – vooral groot maakt, is het land dat bereisd wordt; de eenheidsstaat Joegoslavië is na de Balkanoorlog van de jaren negentig versplinterd in kleine staatjes met grenslijnen die zich weinig aantrekken van waar bevolkingsgroepen wonen. Het uiteengevallen land is een repeterend thema in de gesprekken die Van der Linde en Segers op de Balkan voeren. Een stoet aan bewoners trekt voorbij, gewone mensen van allerlei pluimage, maar elk gedefinieerd naar zijn etnische afkomst – het kan niet anders. Meer nog dan staatsgrenzen zijn het die grenzen van afkomst en toedeling die de mensen op vaak bittere wijze scheiden. Katholieke Kroaten, orthodoxe Serviërs, Bosnische moslims, Bosnische Serviërs, Albanezen, Macedoniërs en Montenegrijnen, het zijn nog maar ruwe onderscheidingen tussen mensen, van wie bloedlijnen elkaar niet zelden kruisen. (Ik moet hier denken aan een twee pagina’s lange opsomming in een boek van Patrick Leigh Fermor, een schitterende opsomming van volkeren en subculturen die in de loop der eeuwen uitwaaiden over deze streken.) Rebecca West bewonderde dat amalgaam van volkeren in het koninkrijk van toen, maar in Bloed en honing overheerst verbittering en een heimwee naar een Joegoslavische eenheidsstaat.

Die verbittering en dat terugverlangen bereikt de lezer via de heldere, kleine biografische schetsen die Van der Linde optekent in die sobere stijl. Er wordt teruggekeken, soms in horror (de brug in Visegrad in de Republika Srpska waarop in 1992 duizenden Bosniërs werden vermoord en in de rivier gegooid), soms in weemoed (het kosmopolitische, weelderige Sarajevo waar een vrouw in het hotel nog een gerecht bereidt uit de Habsburgse tijd).

En er wordt vooruitgekeken; en dan zijn de perspectieven eerder somber en berustend. Af en toe vliegt het Van der Linde naar de keel, bijvoorbeeld in Presevo, in een Servische uithoek waar veel Albanezen wonen. ‘Die lethargie, het is om gek van te worden’, schrijft ze. ‘Jongeren zijn hier zo gedemoraliseerd. (...) Ze willen hier zelfs geen oorlog meer voeren.’

Foca, Republika Srpska (Bosnië-Herzegovina). Beeld Nicole Segers
Foca, Republika Srpska (Bosnië-Herzegovina).Beeld Nicole Segers

Er zijn de bekende verwijten aan Europa, dat te gemakkelijk het uiteenvallen van Joegoslavië voor lief nam toen het vroegtijdig de onafhankelijkheid van Slovenië en Kroatië erkende. En in de oorlog bleef Europa te lang afzijdig.

Een moment van reflectie is er als Van der Linde aan de oever van het meer van Ohrid terugblikt op haar gesprekken en al die dromen, woede, vertwijfeling en hoop nog eens laat passeren. De verhalen tollen door haar hoofd.

Die verhalen vertellen wat er gebeurde, maar de foto’s van Segers laten, meer dan de tekst, iets zien van de ziel van de Balkan. Soms is het jammer dat ze zo losstaan van de tekst, je wilt de karig omschreven geportretteerden soms zien, ze in de ogen blikken. Maar die verstilde landschappen, de talloze littekens van de oorlog, de verveloze flats, de vervuilde markiezen, de graffiti op kapotte muren, de bovengrondse leidingen, de oude bergen, de geheimzinnige meren, en de schaarse mensen, ieder zo alleen met zichzelf – ook die beelden vertellen een verhaal.

Al met al is Bloed en honing een schrijnende, hedendaagse reisgids. Hij doet wat goede gidsen doen: inzicht geven en drempels slechten voor wie, zoals ik, zelf de reis zou willen maken.

null Beeld
Beeld

Irene van der Linde en Nicole Segers
Bloed en honing. Ontmoetingen op de grenzen van de Balkan.
Boom; 680 blz. € 44,90

Lees ook
Bosnische Duitser Stanišić geeft in ‘Herkomst’ virtuoos lesje in overleven

‘Een poëet en revolutionair’, is Saša Stanišić gedoopt. Ook in ‘Herkomst’, het semi-autobiografische relaas van een ontheemde jongen, is de Bosnische Duitser op dreef.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden