BoekrecensieReligie
‘Integer leven’ zit vol fijne wijze-grootmoeder-raad
Integer leven. Hoe blijf je trouw aan jezelf?
Martha Beck
Vertaling door Ananto Dirksen
Uitgeverij Kosmos, 368 blz., €22,50
★★★
De auteur
De Amerikaanse auteur en life coach Martha Beck (1962) groeide op in een vooraanstaande mormoonse familie, en promoveerde als socioloog aan Harvard University. Ze schreef eerder een boek over haar vertrek uit de mormoonse gemeenschap: Leaving The Saints: How I Lost the Mormons and Found My Faith. En nog eerder beschreef ze wat ze leerde toen ze een kindje kreeg met syndroom van Down. Beck is columniste voor O, het magazine van Oprah Winfrey.
De thematiek
Dit boek gaat over integriteit ‘als de remedie tegen ongelukkig zijn’. Het gaat dus niet over integriteit in morele zin, maar over heel zijn, of je ware zelf zijn. Dat kan alleen als je eerlijk bent naar jezelf. Met behulp van praktische oefeningen moedigt Beck de lezer aan tot zelfonderzoek.
Zo makkelijk is het vaak niet om stil te staan bij wat je werkelijk voelt. We laten ons al snel leiden door anderen, door ideaalbeelden uit de cultuur waarin we leven. Hoe menselijk ook, dat is volgens Beck niet de bedoeling. Niet dat het je een slecht persoon maakt als je bezig bent met wat anderen vinden en denken, ‘sterker nog, de meesten van hen zijn ontzettend aardig’. Maar als je wilt dat je leven, net als dat van haar ‘voelt als een waanzinnig grote zegen’ en ‘een verbluffend, onmogelijk wonder’, dan moet je doen als zij.
Als leidraad voor het boek gebruikt Beck plekken uit het epos De goddelijke komedie van Dante. Ze voert je op de ‘weg van integriteit’ door het woud, door het inferno, over een louteringsberg, en tenslotte naar het paradijs.
Typerende passage
‘Je ware natuur houdt van dingen waarvan je echt kunt genieten, hier en nu, zoals stoeipartijen, vriendschap, huidcontact, zonlicht, water, plezier, de geur van bomen en de heerlijke stilte van een diepe slaap’.
Redenen om het boek niet te lezen
Genoeg redenen om dit boek te laten liggen. Al meteen op de eerste pagina’s komt Beck met een nogal deerniswekkende metafoor om uit te leggen hoe ingewikkeld de menselijke geest in elkaar zit. Namelijk: een vliegtuig. Even later belooft ze dat je van een integer leven wordt ‘als een bloedhond die een spoor heeft geroken’. Ze houdt de lezer daar een ietwat groteske belofte bij voor: ‘als je de volgende morgen wakker wordt, lonkt de nieuwe dag en spring je bijna je bed uit’.
Het boek telt zoveel verschrijvingen dat het lijkt alsof de uitgever vergeten is een corrector in te huren. Zelfs de naam van de beroemde literatuur- en religiewetenschapper Joseph Campbell (1904-1987) is verhaspeld.
Storend is ook de veelgebruikte we-vorm, een euvel waar het genre zelfhulpboek vaker last van heeft. ‘We zijn allemaal op zoek naar…etc.’ Dit komt de feitelijkheid niet ten goede.
Redenen om het boek te lezen
Maar wanneer Beck de ik-vorm hanteert, en over haar eigen levenslessen schrijft, is ze des te overtuigender. Bijvoorbeeld als ze vertelt over de grote zorgen die ze heeft gehad over haar zoon Adam, die het syndroom van Down heeft. Toen hij een jaar of twintig was vergat ze hem eens op te halen van zijn werk in een verzorgingstehuis. Als ze er anderhalf uur te laat aankomt, is zij allang in paniek uitgebarsten, maar haar zoon zit lekker te slapen in een stoel. Bleek ze het een en ander van haar ‘beperkte zoon’ te kunnen leren op het gebied van mindfulness.
Nog een pre: Beck wil je behoeden voor enge spirituele leraren, en drukt de lezer op het hart hen vooral niet te overschatten. Ook waarschuwt ze voor beïnvloeding door reclame en bling-bling-achtig geluk: ‘succes is niet hetzelfde is als geluk’.
Met dat soort fijne wijze-grootmoeder-raad zit het boek vol. En dan een oma die met hetzelfde gemak uit Rumi, het bijbelboek Prediker en de Tao Te Ching citeert. Of een tip van een goede vriendin doorgeeft. Een zinnetje dat de vriendin van pas was gekomen met mannen in bed: ‘Als wat je doet niet werkt, probeer dan niet hetzelfde nog beter te doen’. Een tandje bijzetten is in onze cultuur al te vaak de voor de hand liggende oplossing, schrijft Beck. ‘Als je beseft dat je uit koers bent, kun je beter wat langzamer aan doen of zelfs even stoppen.’