FilmrecensieA Man Called Otto
In A Man Called Otto draait Tom Hanks als oude brompot snel bij
A Man Called Otto
Regie: Marc Forster
Met Tom Hanks, Mariana Trevino en Truman Hanks
★★★
Otto Anderson is na de dood van zijn vrouw veranderd in een oude brompot. Otto vindt er niks meer aan, aan het leven. Zelfs zijn zelfmoordpogingen slagen niet. Tot er aan de overkant een nieuw jong gezin komt wonen, Mexicaanse immigranten. Vooral moeder Marisol, in verwachting van haar derde kind, brengt leven in de brouwerij. Otto begint te ontdooien.
Tom Hanks (66) zag de succesvolle Zweedse bestsellerverfilming A Man Called Ove en besloot er als producent een Amerikaanse remake van te maken, met zichzelf in de hoofdrol. Oude brompotten zijn geliefd onder Hollywoodacteurs op leeftijd. De film waarin Jack Lemmon en Walter Matthau dertig jaar geleden knorrige oude buren vertolkten, heette zelfs Grumpy Old Men.
Ook Jack Nicholson, Robert De Niro en vooral Clint Eastwood scheppen er op hun oude dag zichtbaar genoegen in om mopperende mannen te spelen, barstend van de vooroordelen. Tom Hanks voegt zich nu in dit rijtje als de boze weduwnaar die een hart van goud blijkt te hebben. Otto heeft geen verweer tegen zijn nieuwe, warme, opmerkelijk directe buurvrouw Marisol. De Mexicaanse actrice Mariana Trevino speelt haar met een geestige energie. Ze is de ontdekking van de film.
Hanks’ rol is wat lastiger omdat hij als de boze, witte, oude man wel erg snel bijdraait. Otto (door de buurvrouw steevast Oddo genoemd) neemt een straatkat in huis die zelfs bij hem op bed mag slapen. En als de transgender krantenjongen aanbelt, omdat hij door zijn vader het huis uit is geschopt, mag hij wel bij Otto overnachten. Zo wordt A Man Called Otto een komedie met een wel erg opzichtige educatieve waarde.
Niet dat de film niet onderhoudend is, maar waar het Zweedse origineel juist een heerlijk stuk chagrijn liet zien, daar gaat de Amerikaanse remake meer voor de goede inborst en het sentiment.